We zijn in één ding allemaal gelijk: de tijd tikt voort. Als iemand, waarmee je wel wat zou willen beginnen, vraagt hoe oud je bent kun je natuurlijk gewoon je geboortedatum aanhouden. Persoonlijk heb ik nooit zo begrepen waarom de dag waarop je moeder binnenstebuiten werd gekeerd zo’n heugelijk feit is.
Ga zitten, vijf minuten maar, hier bij ons aan tafel. Links mijn zoon van zes, rechts mijn vrouw. Het is winter, zes uur ’s avonds en we hebben al opgeschept. Laten we onze ogen sluiten om te zien hoe deze vijf minuten er 50, 100 of zeg 150 jaar geleden zouden hebben uitgezien.
De keizer had op het laatste meer vijanden dan vrienden. Maar zijn teckels Hexe, Erdmann, Dachs, Liesel en Senta blijven hem al die jaren trouw.
Ze passen in de palm van haar hand, naast elkaar, twee blozende popjes van broos porselein. En in hetzelfde doosje waarin ze verpakt waren zit ook nog een stukje zeep en een waslapje van badstof.
Met zijn bruin bakelieten kast, het oma-stofje voor de luidspreker, de nostalgische knoppen en de zender-draaischijf ziet de volksontvanger er onschuldig uit. Maar wie meer weet over zijn geboorte voelt al snel dat het een duivelskind is.
Op het afscheidsdiner van prinses Beatrix waren alle bevriende koningshuizen uitgenodigd. Hun aankomst fonkelde van diamanten en saffieren. Fotografen schitterden met flitslichten. En wat stond er op het menu? Brabantse asperges. Dat paste bij het seizoen en bij Nederland. Asperges zijn hier al vanaf de middeleeuwen gegeten, ook in minder Koninklijke huishoudens. Als kwetsbare seizoensgroente zijn ze duur, je kunt