Ze passen in de palm van haar hand, naast elkaar, twee blozende popjes van broos porselein. En in hetzelfde doosje waarin ze verpakt waren zit ook nog een stukje zeep en een waslapje van badstof.
Het amfibievoertuig brengt haar naar de Katholieke meisjesschool. Daar komt iedereen samen, ook de Hervormden. Coba is er nog nooit geweest, de ramp verbroedert. De zoon van de kruidenier op het Heereplein brengt haar met een auto via Dongen naar Breda. Daar kan ze bij haar oom logeren. Maar haar gedachten blijven thuis.
Omdat de watersnood zo’n impact had op het rampgebied én op de rest van Nederland is het nu onderdeel van de Canon van de Nederlandse Geschiedenis. Daarom heeft het Nederlands Openluchtmuseum een watersnoodwoning gered van de sloop en naar haar terrein overgeplaatst. Dat nieuws bracht Coba er toe om haar popjes na 61 jaar aan het museum te schenken. Door de relatie met de ramp én doordat de popjes nu in de museale collectie zitten blijven ze, van al haar bezittingen, waarschijnlijk het langst bewaard.

Wereldgeschiedenis in een kinderhand
Takashi Tanemori, 8 jaar, staat voor het raam. Hij speelt verstoppertje. Met beide handen voor de ogen telt hij af. Plots is alles wit. Dwars door zijn gesloten oogleden ziet hij de botjes in zijn handen, als een Röntgenfoto. Het volgende ogenblik stort zijn school op hem neer en verdwijnt hij onder het puin. Het is 6 augustus 1945. Vijand Amerika gooit een atoombom op zijn stad Hiroshima en drie dagen later op Nagasaki. In de eerste maanden sterven 130.000 tot 240.000 kinderen en volwassenen aan de directe gevolgen. Onder hen is ook Reiko Watanabe, die met haar broodtrommeltje naar school loopt. Dat broodtrommeltje bleef op straat achter en wordt nu gekoesterd. Haar lunch zit er nog in, erwten en rijst, volledig verkoold. Van Reiko zelf is nooit meer een spoor teruggevonden.
Na de nucleaire ramp in Hiroshima en Nagasaki geeft Japan zich over. Het eiland wordt bezet en komt onder gezag van generaal Douglas MacArthur, Supreme Commander for the Allied Powers. De economie van Japan ligt in puin, net als haar steden. Om de bevolking een bestaansbasis te gunnen mag ze weer gaan exporteren. Maar alle goederen moeten een voor Japan vernederende tekst dragen: “MADE IN OCCUPIED JAPAN.” En precies dat staat ook op de achterkant van Coba’s popjes, verborgen onder de jurkjes. Geboren in een hel, geëxporteerd in de hoop er bovenop te komen, en vervolgens als troost geschonken aan een meisje in Nederland. Wereldgeschiedenis in een kinderhand.
~ Hans Piena – Openluchtmuseum