Willem Geefs (1805-1883)

5 minuten leestijd
Willem Geefs

De Belgische beeldhouwer Willem Geefs (1805-1883) is onder meer bekend van het standbeeld van Pieter Paul Rubens op de Groenplaats te Antwerpen, het beeld van Karel de Grote in de Sint-Servaasbasiliek te Maastricht en de “Roman Gladiator” in het Golden Gate Park te San Francisco. Ook in het Brusselse liet hij zich niet onbetuigd. Het Martelarenmonument en het monument ter nagedachtenis van Leopold I te Laken zijn door hem gemaakt.

Beeld van Rubens in Antwerpen van de hand van Willem Geefs
Beeld van Rubens in Antwerpen van de hand van Willem Geefs
Willem Geefs zag het levenslicht op 10 september 1805 als oudste binnen een vrij welgesteld gezin van zes kinderen. Van 1821 tot 1829 volgt hij bij de Laat-Vlaamse Barokke beeldhouwer Jan-Frans Van Geel (1756-1830) een opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen. Enkele jaren later, na zijn huwelijk met de Brusselse kunstenares Isabelle Corr; gespecialiseerd in het schilderen van historische genrestukken, vestigt hij zich in Schaarbeek, een Brusselse gemeente waar hij trouwens in 1852 burgemeester van zal worden. Naast zijn politieke activiteiten ontpopt hij zich al snel tot een talentvoll beeldhouwer met talrijke werken op zijn palmares. Geefs sterft op 77-jarige leeftijd op 19 januari 1883.

Martelarenplein in Brussel met in het midden het Martelarenmonument – Foto: CC
Martelarenplein in Brussel met in het midden het Martelarenmonument – Foto: CC

Het monument der Martelaren

Brussel, 25 augustus 1830. In de Muntschouwburg wordt de door de Franse toondichter Daniël Auber gecomponeerde opera “De stomme van Portici” opgevoerd. Toen de tenor Lafeuillade en de bariton Cassel het lied “Amour sacré de la patrie” begonnen te zingen, raakten de gemoederen van de toeschouwers dermate verhit dat heel snel overal spontane rellen uitbraken tegen het beleid van de Nederlandse koning Willem I. Een revolte die uiteindelijk zou leiden tot de onafhankelijkheid van België.

Koning Willem I
Koning Willem I
Na de nederlaag van Napoleon in 1815 besloten de grote mogendheden met het Congres van Wenen om definitief een staatkundige herordening van Europa uit te tekenen. Groot-Brittannië dat op het vasteland een machtsevenwicht nastreefde, wist grootmachten zoals Rusland, Pruisen en Oostenrijk te overtuigen om de Zuidelijke Nederlanden aan te hechten bij de Verenigde Provinciën om zo een halt toe te roepen aan eventuele verdere territoriale verzuchtingen van de Duitse Statenbond en Frankrijk.

Beide landsdelen hadden sinds hun scheiding in de zestiende eeuw echter op cultureel, taalkundig en religieus gebied nog weinig gemeenschappelijke raakvlakken. Ofschoon Willem I (1772-1843) het eigenlijk helemaal niet slecht voorhad met de Zuidelijke Nederlanden, ontpopte hij zich als een absoluut monarch en verlicht despoot. Daardoor nam de weerstand tegen zijn autoritair beleid zienderogen toe. Op 25 augustus 1830 groeiden de rellen naar aanleiding van Auber’s opera dan ook uit tot een heuse revolte. Nadat besprekingen en onderhandelingen op niets waren uitgelopen besloot Willem I tot een gewapend ingrijpen. Op 23 september rukte een Nederlands leger van zowat 12.000 man onder leiding van diens zoon, Prins Frederik (1797-1881) op naar Brussel. Na vier volle dagen van hevige stadsgevechten, voornamelijk rond en in het Warandepark blies het Nederlandse leger de aftocht. Reeds enkele dagen later, op 4 oktober, riep het ‘Voorlopig Bewind’ (Cf. artikel “De Congreskolom te Brussel”) de onafhankelijkheid van België uit.

Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat tot lang daarna deze ‘Septemberdagen’ die de onafhankelijkheid van België hadden ingeluid het middelpunt vormden van het toenmalig ‘Nationale feest’. Pas in 1890 werd besloten om deze datum officieel te verschuiven naar 21 juli, de datum waarop Leopold I (1790-1865) in 1831 de eed aflegde als eerste koning van België.

Het Martelarenmonument – Foto: CC / M0tty
Het Martelarenmonument – Foto: CC / M0tty
De strijd had langs beide zijden evenwel talrijke gewonden geëist. De opstandige vrijwilligers die Brussel hadden verdedigd telden 467 gesneuvelden die al snel de status van ‘Martelaren van het nieuwe vaderland’ meekregen. Om deze te eren werd besloten een herdenkingsmonument op te richten.

Als locatie voor het monument, tevens mausoleum, werd het voormalige Sint-Michielsplein uitgekozen. Het plein, een realisatie van de architect en vrijmetselaar Claude Fisco (1736-1825), werd door een speciaal opgerichte commissie prompt omgedoopt tot ‘Martelarenplein’.

In 1838 werd het indrukwekkende herdenkingsmonument voor de gesneuvelde vrijheidsstrijders plechtig ingehuldigd. Het werd ontworpen door de beeldhouwer Willem Geefs en de architect Louis Roelandt (1783-1864). In de door een galerij overdekte crypte zijn op 27 zwart marmeren gedenkplaten de namen aangebracht van de gevallen helden.

Het monument zelf, geplaatst in het midden op een sokkel van blauwe hardsteen, staat bol van de symboliek. Bovenaan prijkt een sierlijke jonge vrouw die de ‘Vrijheid’ voorstelt. Aan haar voeten rust een leeuw met in zijn klauwen de ‘gebroken ketenen der slavernij’.Op de hoeken van een tussenniveau staan gesculpteerde engelen die respectievelijk de ‘Strijd’, de ‘Overwinning’, het ‘Martelaarschap’ en de ‘Hoop’ symboliseren. Onderaan beelden bas-reliëfs, ontworpen in het Lakense beeldhouwatelier van de familie Salu de belangrijkste wapenfeiten uit van de opstand.

Verder sieren nog twee andere sculpturen het Martelarenplein. Een eerste beeld stelt Frederique de Merode (1792-1830) voor, één van de bezielers van de Belgische opstand die tijdens de onafhankelijkheidsgevechten aan zijn verwondingen overleed. . Het monument werd ontworpen door Henry Van de Velde (1863-1957) en uitgevoerd door de Franse beeldhouwer Paul Dubois (1829-1905). Voorts is er een herdenkingszuil, een werk van Alfred Crick, opgedragen aan Jenneval, de pseudoniem van Louis Dechet (1801-1830), een Franse theateracteur en dichter die de tekst schreef voor de “Brabançonne”, het Belgische volkslied.

Het monument voor Leopold I te Laken

Na het overlijden van Leopold I op 10 december 1865 werd al spoedig het plan opgevat een herdenkingsmonument op te richten voor de eerste Belgische vorst. Hiervoor werd een nationale geldinzameling gehouden en uiteindelijk werd na veel gepalaver beslist een bijna 50 meter hoog neogotisch monument in het park van Laken te plaatsen.

Het herdenkingsmonument werd uitgevoerd volgens de plannen van de Gentse architect Louis de Curte (1817-1891). Op een cirkelvormige onderbouw staan negen statige zuilen dewelke een arcadegewelf ondersteunen. Bovenop de knopkapitelen van de zuilen bemerkt men onder baldakijnen, bekroond met pinakels en hogels, negen standbeelden die verwijzen naar de toenmalige negen provincies.

Leopold I-monument in Laken - Foto: CC/Paul Hermans
Leopold I-monument in Laken – Foto: CC/Paul Hermans

Elk van deze sculpturen werd door een verschillende beeldhouwer versierd met een allegorisch thema, geïnspireerd op tekeningen van de in Parijs geboren beeldhouwer Georges Houstont (1832-1912) : de visvangst door Hendrik Pickery voor West-Vlaanderen, de spinnijverheid en tuinbouw door Gerard Vander Linde voor Oost-Vlaanderen, de handel en scheepvaart door Frans Deckers voor Antwerpen, de landbouw door Antoine-Joseph Van Rasbourg voor Limburg, de steenkoolontginning door Charles Brunin voor Henegouwen, de koningsscepter door Charles Vanderstappen voor Brabant, de metaalverwerkende industrie door Thomas Vincotte voor Namen, de wapennijverheid door Adolphe Fassin voor Luik en de jacht door Constant-Albert Desenfans voor de provincie Luxemburg.

Voorts is er boven de zuilengalerij een opengewerkte rondgang met borstwering die onder de luchtbogen verder doorloopt. De toren zelf is eveneens gedeeltelijk opengewerkt met spitsboogvensters onder met hogels en kruisbloem bezette wimbergen. De majestueuze torenspits is nu al ettelijke jaren letterlijk bekroond met een vergulde kroon. Initieel stond echter bovenop de spits een gevleugelde koperen genius die al vlug niet bestand bleek te zijn tegen de gure weersomstandigheden. Het beeldje werd er dan ook snel weer afgehaald en prijkt nu, ietwat verscholen, op één van de zijvleugels van het Museum voor Schone Kunsten te Brussel.

De blikvanger van het herdenkingsmonument is evenwel ongetwijfeld het plechtstatige koningsbeeld van Leopold I in de centrale zuilengalerij, een realisatie van Willem Geefs. De meer dan manshoge sculptuur werd naar aanleiding van de 50ste verjaardag van de eedaflegging door Leopold I als eerste Belgische vorst plechtig ingehuldigd op 21 juli 1880.
Het opschrift dat het beeld siert: “A Leopold Ier, la Belgique reconnaisante” spreekt voor zichzelf…

~ Rudi Schrever
Brusselse stadsgids
Rondleidingen op aanvraag
e-mail: [email protected]

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schreef Rudi Schrever verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×