V-bommenterreur
Enkele uren na de landing in Normandië op 6 juni 1944 gaf het Duitse opperbevel groen licht voor een massaal V1-offensief op Londen. Nog dezelfde avond begonnen de V1-troepen hun voorgefabriceerde lanceerhellingen in gereedheid te brengen. De geplande startdatum van 20 juni werd prompt met zeven dagen vervroegd. Een mysterie tijdens de verkorte voorbereidingsperiode is een gerapporteerde V1-inslag op 8 juni in het Oost-Vlaamse Kemzeke. Net als bij de andere incidenten slaagde de strenge Duitse censuur in haar opzet: we kunnen vandaag de dag alleen maar gissen dat het ging om een mislukte testlancering. Als deze inslag echt plaatsvond, was dit de eerste V1-inslag in België. Ook in Engeland was er zo’n vraagstuk: verschillende getuigen meldden een V1-inslag in het dorpje Sarisbury Green, nabij Fareham op 29 mei.
‘Soldaten! De Führer en het Vaderland rekenen op ons, ze verwachten dat onze kruistocht een overdonderend succes zal worden.’
Eigenlijk was zijn Flak-Regiment er amper klaar voor. Amper 18 van de 64 basissen waren min of meer operationeel.
Vlammende zwaarden
‘Werd geobserveerd: een raketvormige vuurpijl, waarschijnlijk met twee kleine vleugels gelijkend op een vliegtuig; werd gehoord: steady rattling noise.’
Gezien de verwachtingen van een aanval in militaire kringen, werd de boodschap in ijltempo doorgegeven.
‘Diver!’
Op de Britse kustlijn stonden meer dan 1500 verkenners gereed om de verwachte nieuwe Duitse wapens te spotten. Arthur Geering stond aan het hoofd van het observatiekorps van het kustdorp Dymchurch:
‘Iets over vieren kwam mijn vrouw mij plotseling wekken. Ze hoorde een vliegtuig een eigenaardig geluid maken. Ik rende meteen naar het venster en zag een vliegtuig met zijn vlammende motor voorbijvliegen. Meteen lichtte ik mijn post in. Onze twee mannen van dienst hadden elk een prima Amerikaanse verrekijker tot hun beschikking en zij twijfelden geen seconde. Ze spraken meteen het codewoord, dat al weken in de geheime militaire orders stond: diver!’
‘Ik hoorde de sirenes loeien, maar bleef koppig in bed liggen. Het was een vreemd, grappig geluid en eerst dacht ik dat het een vliegtuig was. Toen werd het stil en voor ik het wist, stortten mijn slaapkamermuren in. Urenlang lag ik begraven onder het puin, voordat ze eindelijk tot bij mij konden. Achteraf vond ik het nooit meer grappig om een van die verdraaide dingen over te horen vliegen!’

De vierde V1 ten slotte kwam kort na vijf uur neer in Borough Green, 45 kilometer ten zuidoosten van Londen, zonder al te veel schade te maken. De aandacht in de pers was miniem. De Londense Evening Standard berichtte:
‘Afgelopen maandagnacht heeft een erg kleine groep Duitse vliegtuigen zich verspreid over East Anglia en zuid en zuid-oost Engeland. Mensen die in Londen en langs de Thames wonen hebben het luchtalarm twee maal gehoord in de ochtenduren. Enkele bommen die in de nacht vielen hebben enige schade toegebracht en een klein aantal slachtoffers geëist.’
Geen woord dus over de V1’s, maar daar zou snel verandering in komen…

Geluid
Het opmerkelijk geluid dat de V1’s voortbrachten, gaf de Britten al snel de inspiratie voor allerlei bijnamen, zoals doodlebugs, buzz bombs en putt-putts. Andere namen zoals divers – de militaire codenaam – verwezen naar het stilvallen van de motor, waarna het gevaarte de diepte in dook. De zes slachtoffers van Bethnal Green waren de eerste van het officiële totaal van 6184 doden en bijna 18.000 gewonden die de V1’s in Engeland zouden maken.
De eerste regen aan vliegende bommen in de nacht van 12 op 13 juni kon moeilijk een succes genoemd worden, eerder een geslaagde test. Zo stortte een verdwaalde V1 neer in de Hoogledesraat van het West-Vlaamse Kortemark. Waarschijnlijk was dat een afgedwaalde vliegende bom, die gelukkig geen slachtoffers maakte. Om 4.40 uur klonk vanuit Parijs het bevel om de lanceringen te onderbreken en zo snel mogelijk de basissen te camoufleren, totdat er verdere instructies volgden. Onder de hoge officieren heerste de vrees dat ze na dit fiasco de kogel zouden krijgen. Max Wachtel gaf later toe dat hij die nacht erg teleurgesteld was. Hij schreef in zijn rapport dat ‘de vijandelijke raids op de bevoorradingslijnen’ de oorzaak waren.

Een nieuwe blitzkrieg
66 uur later ging het V1-offensief op Londen echt van start. In de nacht van 15 op 16 juni, tussen 23.18 en 4.50 uur, werden vanaf 55 lanceerbasissen in Noord-Frankrijk maar liefst 244 bommen afgevuurd. 45 bommen crashten nog voordat ze goed en wel op weg waren, wat aantoont dat er nog steeds een foutenmarge was van bijna 20 procent. Meestal functioneerde de motor niet goed en crashte het gevaarte kort na de lancering. Maar het bleven vliegende bommen, dus ook deze crashes konden slachtoffers maken. Het aantal doden bij de Franse bevolking en Duitse militairen is moeilijk te achterhalen. Die nacht kwamen minstens tien Fransen om bij een V1-inslag.
De Londenaars leerden snel de harde realiteit van het leven met de V1’s kennen. De twee volgende nachten werden er 121 en 189 bommen gelanceerd. 15 lanceringen mislukten de eerste nacht, 37 de tweede. Toch vormde dat niet de grootste teleurstelling voor de Duitse officieren. Zij waren vooral bezorgd over de onmogelijkheid van de belofte die hun bevelhebber Max Wachtel in maart had gedaan. Die had berekend dat 672 vliegende bommen zich op Londen zouden storten in amper zes uur. Een batterij slaagde er amper in om een viertal bommen per dag te lanceren. In het weekend van 17 en 18 juni werd het aantal dagelijkse treffers op Londen verhoogd tot ongeveer 60. Er waren reeds meer dan 500 doden en 2000 zwaargewonden. De terreur was echt begonnen…
pieterserrien.be – Publicatiedatum artikel: 13 juni 2019
Boek: Elke dag angst – De terreur van de V-bommen in België (1944-1945)