De protestantse bijbel kent in totaal 66 boeken. Daarvan horen er 39 tot het zogeheten Oude Testament en 27 tot het Nieuwe Testament. Vroeger moesten veel leerlingen op de basisschool de volgorde van die boeken uit het hoofd leren. Tegenwoordig hoeft dat vaak niet meer, maar het blijft handig om de volgorde van de bijbelboeken te kennen. Hieronder een overzicht van de boeken uit het eerste deel van de bijbel, het Oude Testament.
Onderstaand overzicht volgt de indeling van de Septuagint, de naam van de Griekse vertaling van de Hebreeuwse bijbel die gemaakt werd tussen 250 en 100 v.Chr.
Pentateuch (of: Vijf boeken van Mozes)
- Genesis
- Exodus
- Leviticus
- Numeri
- Deuteronomium
Historische boeken
- Jozua
- Richteren (Rechters)
- Ruth
- 1 Samuel
- 2 Samuel
- 1 Koningen
- 2 Koningen
- 1 Kronieken
- 2 Kronieken
- Ezra
- Nehemia
- Ester
Poëtische boeken
- Job
- Psalmen
- Spreuken
- Prediker
- Hooglied
Grote profeten
- Jesaja
- Jeremia
- Ezechiël
- Klaagliederen
- Daniël
Kleine profeten
- Hosea
- Joël
- Amos
- Obadja
- Jona
- Micha
- Nahum
- Habakuk
- Sefanja
- Haggai
- Zacharia
- Maleachi
Het begrip
De benaming Oude Testament gaat terug op het bijbelboek 2 Korinthiërs (uit het Nieuwe Testament) waarin gesproken wordt over de teksten van het “oude verbond”. Het gaat dan om heilige geschriften uit Israël van vóór de geboorte van Jezus. In het jodendom is het Oude Testament bekend onder de naam Tenach, een acroniem gevormd door de beginletters van de drie hoofddelen van de joodse bijbel, namelijk de Tora, neviim en ketoevim (de wet, de profeten en de geschriften).
Tobit, Judit, Toevoegingen op Ester, 1 Makkabeeën, 2 Makkabeeën, De wijsheid van Salomo, Wijsheid van Jezus Sirach, Baruch, Brief van Jeremia en Toevoegingen aan Daniël (Gebed van Azarja, Susanna en Bel en de draak)