Handelsconflicten zijn van alle tijden. Zo stonden Zwolle en Kampen enkele eeuwen geleden bijvoorbeeld lijnrecht tegenover elkaar in een lokaal handelsconflict. Volgens een bekend verhaal leverde de ruzie de Zwollenaren een bijnaam op die nog altijd gebruikt wordt: ‘blauwvingers’. Maar waar komt die naam vandaan?
We verklappen vast dat onderstaande verhaal niet op feiten berust, maar toch is het een aardige ‘geschiedenis’. Hij gaat ongeveer als volgt.
In de Middeleeuwen bestond er een felle rivaliteit tussen de Hanzesteden Zwolle en Kampen. Op een dag wilden de Kampenaren een carillon aanschaffen dat net zo fraai klonk als dat van de Zwollenaren. Zwolle, dat er economisch niet goed voorstond, was bereid het eigen klokkenspel te verkopen, maar vroeg wel een buitensporig hoog bedrag voor de geliefde kerkklokken. De Kampenaren gingen uiteindelijk akkoord, zij het met flinke tegenzin.
Om hun onvrede over de hoge prijs te laten blijken, besloten de Kampenaren het volledige bedrag te betalen in koperen munten – stuivers of vierduitstukken, afhankelijk van de variant van het verhaal. Ze stonden erop dat het geld ter plekke werd nageteld. De Zwollenaren, onder wie ook de burgemeester en andere stadsbestuurders, deden dit braaf. Het tellen nam dagen in beslag, en van het eindeloos in de handen nemen van de koperen munten kregen zij blauw uitgeslagen vingers.
Volgens dit verhaal worden de inwoners van Zwolle sinds die tijd spottend ‘blauwvingers’ genoemd. De bijnaam is onder meer terug te vinden in het moderne ‘Zwolse volkslied’: “Bekijk m’n vingers maar, ik ben een Zwollenaar!”
Een verbroken eed

Zwolle had overigens wel enige reden om naar de hertog over te lopen: het stadsbestuur was ontevreden over het zwakke optreden van bisschop Filips van Bourgondië in een aanhoudend conflict met Kampen over de tolheffing op de IJssel. Daarnaast was Filips benoemd door keizer Karel V zonder instemming van de Staten van het Sticht en Oversticht, wat in Zwolle tot flinke onvrede had geleid. In de hoop op meer autonomie en een betere onderhandelingspositie koos de stad daarom de zijde van Gelre.
Bij het afleggen van hun oorspronkelijke eed hadden de stadsbestuurders volgens gebruik hun wijs- en middelvinger opgeheven. Toen zij hun trouw verbroken bleken te hebben, verwees men spottend naar deze opgeheven vingers, wat leidde tot de bijnaam ‘blauwvingers’. In 1524 kregen de Zwollenaren spijt van hun keuze voor de hertog van Gelre en lieten weten graag terug te keren naar de bisschop van Utrecht. De hertog probeerde dat nog te voorkomen en reisde met enkele honderden soldaten naar Zwolle. Bij aankomst door de Sassenpoort werd hij echter opgesloten. En pas nadat hij erkende dat Zwolle haar eigen koers mocht varen, mocht de hertog vertrekken.
Geuzennaam
Dat de term blauwvingers al vroeg werd opgevat als een spotnaam voor Zwollenaren, blijkt uit historische documenten waarin de stadsbewoners zich beklagen over het feit dat zij in andere steden “schandelijk bejegent” worden en geregeld “blauwvingers!” naar het hoofd geslingerd krijgen. De negatieve lading van het woord is vandaag de dag allang verdwenen. Tegenwoordig wordt ‘blauwvinger’ vooral als geuzennaam gebruikt.
Karel van Gelre en zijn onafhankelijkheidsstrijd
Bronnen ▼
-https://indebuurt.nl/zwolle/genieten-van/mysteries/zwolse-mysteries-waar-komt-de-term-blauwvinger-vandaan~1516/
-https://www.visitzwolle.com/verhalen/het-verhaal-van-de-blauwvingers/
-https://mainzerbeobachter.com/2021/08/31/de-blauwvingers-van-zwolle/