De Congreskolom in Brussel

4 minuten leestijd
Standbeeld van Leopold I op de Congreskolom - wiki
Standbeeld van Leopold I op de Congreskolom - wiki

We schrijven 25 september 1850. Naar aanleiding van de twintigste verjaardag van het Nationaal Congres en van de opstelling van de grondwet van het jonge België wordt, onder impuls van de toenmalige minister Charles Rogier, door koning Leopold I de eerste steen gelegd van dit toch merkwaardig monument. Een historische schets:

Wat voorafging

Congreskolom in Brussel – Foto: CC
Charles Rogier (1800-1885), een Fransman van geboorte, maakte in de woelige septemberdagen van 1830 tijdens de Belgische omwenteling deel uit van het ‘Voorlopig Bewind’ dat als een soort bestuurlijke commissie het voorlopige gezag op zich nam en per 4 oktober 1830 de onafhankelijkheid van België uitriep. Amper twee maanden later zetelt hij in het Nationaal Congres dat als voornaamste doelstellingen had om voor de nieuw uitgeroepen Staat een grondwet op te stellen en een staatshoofd aan te duiden. Het Nationaal Congres bleef als wetgevend orgaan uiteindelijk verder bestaan tot in september 1831, waarna het ingevolge de eerste parlementaire verkiezingen werd ontbonden.

De tribulaties rondom het project

Al vrij snel werd als aanzet voor het ontwerpen van dit herdenkingsmonument een pompeuze architectuurwedstrijd uitgeschreven dewelke initieel eindigde op een ex aequo tussen de Antwerpse stadsarchitect Peter Dens (1819-1901) (1) en de Brusselse bouwmeester Joseph Poelaert (1817-1879) (2).

Het was pas na heel wat politiek getouwtrek tussen katholieken en liberalen over wie nu de laureaat was van de wedstrijd en op welke locatie het monument juist moest komen dat Poelaert uiteindelijk het pleit won en het bouwplan van het gedenkteken mocht realiseren.

Het monument

Poelaert inspireerde zijn ontwerp op de Trajanuskolom te Rome. De zuil, met een hoogte van 48 meter en binnenin een wenteltrap met 193 treden, is bekroond met een door Guillaume Geefs (3) ontworpen bijna vijf meter hoog bronzen beeld van Leopold I (1790-1865). De sculptuur is rondom versierd met een vergulde balustrade en afgewerkt met de initialen van de eerste Belgische vorst.

Koning Leopold I
Koning Leopold I

De sokkel van de zuil is dan weer een verhaal apart. Op iedere hoek bevinden zich namelijk allegorische vrouwenbeelden die de fundamentele vrijheden van de jonge natie symboliseren. Twee ervan stellen respectievelijk ‘de vrijheid van onderwijs’ en ‘de vrijheid van pers’ voor en zijn van de hand van Joseph Geefs (4). Een derde dat de ‘vrijheid van vereniging’ uitbeeldt is een realisatie van Charles Fraikin (5), en het laatste beeld, ‘de vrijheid van eredienst’, werd ontworpen door Eugène Simonis (6). Voorts is het voetstuk versierd met kunstig gesculpteerde frontons die achtereenvolgens de kunsten, de wetenschappen, de industrie en de landbouw moeten voorstellen. Daarnaast staan de namen van de toenmalige congresleden en de voornaamste artikels van de grondwet verspreid over de zijden van de sokkel, samen met de vier belangrijkste data uit de prille geschiedenis van het jonge België: september 1830 (de onafhankelijkheidsgevechten), 10 november 1830 (de installatie van het Nationaal Congres), 7 februari 1831 (de stemming van de grondwet) en 21 jul 1831 (de intrede van Leopold I).

De eigenlijke kolom is onderaan ook weer sierlijk bewerkt door Eugène Simonis met negen figuren die de negen Belgische provinciën van weleer voorstellen. Een tiende figuur, vooraan geplaatst, stelt de verpersoonlijking voor van ‘het Genius van het Koninkrijk’.

Voor het voetstuk van het herdenkingsmonument waren twee imponerende bronzen leeuwsculpturen voorzien die door de ‘Compagnie des Bronzes de Bruxelles’ dienden opgeleverd te worden. Deze waren bij de officiële inhuldiging van het gedenkteken in 1859 echter nog niet gegoten, waardoor men naar een typisch Belgisch compromis “avant la lettre” greep en er dan maar twee gipsen leeuwfiguren plaatste. De bronzen versies werden er vijf jaar later, in 1864, dan toch nog opgesteld…

Het graf van de onbekende soldaat – Foto: CC

Het graf van de onbekende soldaat

Per 11 november 1922 kreeg de congreskolom er een nieuwe hoedanigheid bij. In navolging van verschillende buurlanden wou ook België immers hulde brengen aan haar gesneuvelde militairen uit de Eerste Wereldoorlog. Vanaf dan werd tussen de twee leeuwen onder een gegraveerde gedenkplaat het stoffelijk overschot van een onbekende soldaat bijgezet in een grafkelder. Het lichaam werd willekeurig uitgekozen door een blinde oorlogsveteraan uit de Eerste Wereldoorlog tussen vijf lijkkisten van niet geïdentificeerde gesneuvelde soldaten. Een vuurpot met ‘eeuwige’ vlam moet de herinnering voor altijd blijvend houden. Later werd deze symbolische betekenis uitgebreid naar alle andere slachtoffers van conflicten, militaire missies, oorlogen en vredeshandhavingsopdrachten. Ontegensprekelijk is de congreskolom van een herdenkingsmonument verwijzend naar het ontstaan van België hierdoor uitgegroeid tot een symbool dat over de waanzin van gewapende conflicten en oorlogen doet nadenken…

Noten

1 – Peter Dens verfraaide en ontwierp als stadsarchitect heel wat belangrijke openbare gebouwen en particuliere woningen in het Antwerpse. Daarnaast genoot hij vooral bekendheid omwille van zijn geslaagde restauraties van onder meer het stadhuis, het Plantin-Moretus museum en de 123 meter hoge noordertoren van de O-L-V kathedraal.
2 – Mede door de voorspraak die hij genoot van Leopold I slaagde Joseph Poelaert er vaak in om in het Brusselse heel wat architecturale opdrachten binnen te rijven. Zo ontwierp hij onder andere de neogotische Onze-Lieve-Vrouwkerk te Laken (Cf. artikel “De Koninklijke crypte van Laken”), de Sint-Katelijnekerk, de Muntschouwburg en het Brusselse justitiepaleis. (Cf. artikel “Justiepaleis van Brussel” en het latere verschenen artikel “Architecture for justice”).
3 – De Belgische beeldhouwer Guillaume Geefs (1805-1883) was zeker niet de minste. Werken zoals het standbeeld van Pieter Paul Rubens op de Groenplaats te Antwerpen, het beeld van Karel de Grote in de Sint-Servaasbasiliek te Maastricht, en de ‘Roman Gladiator’ in het Golden Gate Park te San Francisco getuigen van zijn meesterlijk talent.
4 – Joseph Geefs (1808-1885), de broer van Guillaume Geefs, was eveneens een vermaard beeldhouwer. Nadat hij enkele jaren voorheen de prestigieuze ‘Prix de Rome’ had gewonnen werd hij in 1841 docent beeldhouwkunst en anatomie aan de Koninklijke Academie voor Schone kunsten te Antwerpen en er in 1876 directeur.
5 – Charles Fraikin (1817-1893) was een Belgisch neoclassicistische beeldhouwer. Tot zijn bekendste werken behoren het praalgraf van de eerste koningin van België, Louise Marie van Orléans, in de dekanale Sint-Petrus-en-Pauluskerk te Oostende en het monument voor de Graven Egmont en Horne aan de Kleine Zavel te Brussel.
6 – Eugène Simonis (1810-1893), een Brusselse beeldhouwer, is de geschiedenis ingegaan met sculpturen zoals het ruiterstandbeeld van Godfried van Bouillon op het Koningsplein te Brussel en het beeld van de ingenieur en wiskundige Simon Stevin op het gelijknamige plein te Brugge. In Brussel is zowel een plein als een metrostation naar hem vernoemd.

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schreef Rudi Schrever verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×