De CPN en het Marshallplan (1947-1948)

Deel 11 van de serie ‘CPN in de Koude Oorlog’
8 minuten leestijd
Detail van een Marshallplan-poster
Detail van een Marshallplan-poster (Publiek Domein - wiki)

De eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog gedroegen de West-Europese communistische partijen zich op aandringen van de Sovjet-Unie coöperatief, en dat gold ook voor de Communistische Partij van Nederland (CPN). De CPN werkte in ons land mee aan het herstel van de kapitalistische economie en van het parlementaire stelsel. Maar dat veranderde in 1947. De Sovjet-Unie koos toen voor een confrontatiestrategie en de West-Europese communisten volgden die lijn. In heel West-Europa streden de communisten vanaf eind 1947, begin 1948 tegen het ‘Amerikaanse imperialisme’ en voor de ‘nationale soevereiniteit’ in naam van de ‘volksdemocratie’ en een ‘waarachtig socialisme’. De belangrijkste steen des aanstoots voor de communisten was het Marshallplan.

Marshallplan

Generaal George Marshall in 1946
Generaal George Marshall in 1946. Bron: U.S. Department of Defense (Publiek Domein – wiki)
Toen de minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten, George Marshall, eind april 1947 terugkeerde van een reis naar Europa was hij diep geschokt over wat hij daar had gezien: de economische situatie was heel slecht. Er moest in zijn ogen snel én drastisch worden ingegrepen. Begin juni al kwam Marshall met zijn herstelprogramma voor Europa, het zogenoemde Marshallplan. Dit plan kan als volgt kort worden getypeerd: het was een meerjarig strategisch programma voor herstel en groei, waarbij door de VS enorme geldbedragen ter beschikking werden gesteld, die door de Europese landen naar eigen inzicht konden worden besteed. Daarnaast boden de Amerikanen hulp van adviseurs en specialisten aan. Marshall had als voorwaarde gesteld dat de deelnemende Europese landen – ook de Oost-Europese en de Sovjet-Unie konden meedoen – met een gezamenlijk plan zouden moeten komen. In september 1947 lag dat plan er, maar het was opgesteld door alleen de West-Europese landen. De Sovjet-Unie wantrouwde de motieven van de Amerikanen en zag af van deelname; ze verbood ook de Oost-Europese landen om deel te nemen. Uiteindelijk betekende de in het kader van het Marshallplan verleende hulp een belangrijke impuls voor het economisch herstel van de landen in West-Europa.

Reactie Sovjet-Unie

In 1947 veranderde Josef Stalin, de leider van de Sovjet-Unie, van strategie. Hij zette een hardere koers in en kantte zich zoals gezegd tegen de Marshallhulp. Die zag hij als een bedreiging van de Sovjetmacht in Oost-Europa. De strategie van samenwerking van tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog werd nu opgevolgd door een confrontatiestrategie, volgens de theorie van de twee onverzoenlijke kampen. In die visie stond het democratische Sovjetkamp tegenover het imperialistische Amerikaanse kamp. Na september 1947 schakelden de communistische partijen in West-Europa, daartoe aangespoord door de Russen, de een na de ander over op een confrontatiepolitiek: stakingen, demonstraties en campagnes tegen het Marshallplan.

CPN: tegen het Marshallplan, vóór het Welvaartsplan

Ook de CPN ging zich, in lijn met de nieuwe Sovjet-strategie, scherp afzetten tegen het Marshallplan. De partij schilderde dat plan af als ‘dollar-imperialisme’. Zo ongeveer alle economische problemen in Nederland werden door de CPN-propaganda geweten aan dat plan.

Marshallhulp in Nederland; werken aan een drooglegging.
Marshallhulp in Nederland; werken aan een drooglegging. Bron: National Archives and Records Administration, NARA record: 2236828 (Publiek Domein – wiki)
Begin september 1947 maakte de CPN haar eigen alternatief voor het Marshallplan bekend, het zogenoemde Welvaartsplan. Half september wijdde de partij een congres aan dit plan. Gerben Wagenaar, de voorzitter van de CPN, zei daar in zijn rede dat het in de politiek zou moeten gaan om de belangen van de overgrote meerderheid van het Nederlandse volk. En niet om ‘de klassebelangen en het arbeidsloze inkomen van lieden, die in Wallstreet hun ruggegraat hebben’. Ons land moest volgens hem zijn eigen weg gaan, het Marshallplan bood geen oplossing: ‘Door ligging en economische traditie kan [Nederland] als schakel tussen Oost en West een eigen rol spelen’. Van de Verenigde Staten moesten we niet teveel verwachten, zei hij. Dat land stond aan de vooravond van een zware crisis, terwijl de Sovjet-Unie geen crises meer kende; daar nam de welvaart van jaar tot jaar toe. Ons land zou zich dan ook meer op Oost-Europa moeten oriënteren; daar lagen grote kansen. Wagenaar sloot af met:

‘Een nieuwe gouden eeuw ligt voor ons open; laten wij gezamenlijk de kans daartoe grijpen en strijden tegen alles wat ons land in achterlijkheid en reactie wil houden, strijden voor het behoud van onze vrijheid en onafhankelijkheid, voor nieuwe welvaart.’

Volgens CPN-partijkrant De Waarheid beloonde het congres de spreker met een ‘[w]arm applaus’. In een commentaar noemde de sociaal-democratische krant Het Vrije Volk het CPN-plan ‘[w]ensdromen’. Volgens die krant kwam het er ontdaan van alle franje op neer dat de Nederlandse economie ondergeschikt zou worden gemaakt aan die van de Sovjet-Unie: ‘Daarvoor bedanken wij’.

Poster voor het Marshallplan in West-Berlijn, 1949
Poster voor het Marshallplan in West-Berlijn, 1949 – Bron: National Archives and Records Administration (Publiek Domein – wiki)

De Centrale Veiligheidsdienst (CVD), een voorloper van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, merkte in een rapportage op dat de CPN het congres over het Welvaartsplan, en ook de landelijke actie voor het plan, zoveel mogelijk een nationaal tintje had proberen te geven. Communistische symbolen en vlaggen ontbraken geheel om zo ook niet-communisten te betrekken. Volgens de dienst waren het congres en de overige acties voor het Welvaartsplan geen groot succes. Na het congres lag het accent volgens de dienst dan ook vooral op acties tegen het Marshallplan. En dat had meer succes naarmate meer toehoorders het gevoel kregen dat het plan een negatieve invloed op hun leven zou kunnen hebben, bijvoorbeeld in de vorm van dreigende werkloosheid en armoede.

Welvaartscomité’s

De CVD rapporteerde ook over de oprichting door de CPN van zogenoemde Welvaartscomités. Die gingen op lokaal en bedrijfsniveau actie voeren tegen het Marshallplan. Ook in Italië, Frankrijk en België werden dergelijke comités opgericht, wat volgens de CVD duidde op een vanuit Moskou georkestreerde actie. De CPN probeerde naar buiten de schijn op te houden dat het hier om onafhankelijke comités ging, maar, schreef de dienst, ‘[i]n werkelijkheid moeten de Welvaartscomité’s dienen als vangarmen der C.P.N.’ De comités hadden volgens de CVD echter weinig aantrekkingskracht. Vergaderingen bleken slecht bezocht, of werden geannuleerd wegens gebrek aan belangstelling. Toch ging de CPN door met de comités, volgens de dienst om zo ontevredenheid onder de arbeidende bevolking te stimuleren.

Kerstcongres 1947

De strategische heroriëntatie van de CPN vond zijn afsluiting op het Kerstcongres van december 1947. Daar koos de partij voor een confrontatiepolitiek, en voor de oude strijdcultuur. Na dit congres viel de politieke lijn van de Nederlandse communisten weer geheel samen met die van de Sovjet-Unie. De nieuwe strategie zorgde er wel voor dat de CPN steeds meer alleen kwam te staan in de Nederlandse politiek. Maar dat vond de partij geen probleem; integendeel, zij zag hierin een bewijs van het eigen gelijk.

Wat kwam er aan de orde op het Kerstcongres? Het eerste thema was de dreigende Amerikaanse overheersing van Nederland. Tijdens het Kerstcongres werd een gitzwart beeld geschetst van de ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving. Dé diepere oorzaak van alle malaise was volgens de CPN de steeds sterkere greep van het Amerikaanse imperialisme op ons land. CPN-voorman Paul de Groot keerde zich in zijn rede scherp tegen het Marshallplan. Door dat plan dreigde een catastrofe voor Nederland: we staan ‘aan de vooravond van de openlijke dreiging met Amerikaanse overheersing’. Het plan zou ons land ’toenemende duurte, werkloosheid, sociale en culturele afbraak’ brengen. De CPN moest het verzet in Nederland tegen het Marshallplan gaan aanvoeren.

Het tweede thema was het Welvaartsplan van de CPN. Alles zou volgens de partij ten goede keren als dat plan zou worden uitgevoerd. Een resolutie, die op het Kerstcongres met algemene stemmen werd aangenomen, droeg het partijbestuur op…

‘…een massa-beweging van nationale welvaartscomité’s in het leven te roepen op de breedst mogelijke basis voor onze nationale zelfstandigheid, voor democratie, voor vrede in Indonesië en in de wereld’.

In een commentaar schreef het liberale Algemeen Handelsblad eind december 1947 dat door de CPN braaf de boodschap uit Moskou werd nagepraat. De partij maakte volgens de krant ‘veel lawaai […] over het communistische “Nationale Welvaartsplan”’. De krant vond het plan veel te vaag. En de argumenten tegen het Marshallplan vond ze onzin. De krant verbaasde zich tot slot over al die jaknikkers op het congres en vergeleek de CPN met de vooroorlogse extreem-rechtse Nationaal-Socialistische Beweging (NSB):

‘Het uitschakelen van zelfstandig en zelfcritisch denken is daar blijkbaar al even ver gevorderd als vroeger in de N.S.B., die ook blindelings en slaafs op een buitenlands, toen Nazi-Duits, kompas zeilde’.

Reactie andere partijen

De andere politieke partijen waren juist sterk voor het Marshallplan. Dat gold voor de beide regeringspartijen, Katholieke Volkspartij (KVP) en Partij van de Arbeid (PvdA), en dat gold ook voor de oppositiepartijen. In een PvdA-brochure uit 1948 met de fraaie titel ‘Woont Sinterklaas in Moscou?’ werd de Russische afkeuring van het plan als volgt toegelicht:

‘[D]e Russen weten ook wel, dat het Marshall-plan een belangrijke bijdrage levert tot het herstel van Nederland en West-Europa. Maar dat is dan ook juist de reden dat ze er tegen zijn.’

Marshallplan-poster (Publiek Domein - wiki)
Marshallplan-poster (Publiek Domein – wiki)
De Russen wilden geen herstel, geen wederopbouw, geen verhoging van de welvaart; zij wilden juist in alle landen die nog vrij waren ‘ellende, armoede en chaos uitlokken’. In alle landen die niet communistisch waren probeerden ze ‘de boel op stelten te zetten’. De resulterende chaos zou het Stalin gemakkelijker maken om die landen onder de voet te lopen. Het Marshallplan daarentegen maakte de vrije landen sterker waardoor ze zich beter konden verdedigen. Daarom waren de Russen en de communisten tegen het Marshallplan, aldus de PvdA-brochure.

Tot slot

Vóór 1948 werd de CPN regelmatig verketterd, maar was er nog wel een vorm van samenwerking op politiek gebied mogelijk. Vanaf maart 1948 – na de machtsovername door de communisten in Tsjechoslowakije – werd de CPN op een breed front bestreden. Hierdoor raakte de CPN in sterke mate geïsoleerd. Maar daarbij wordt vaak vergeten dat de CPN ook zichzelf in een isolement manoeuvreerde, en dat al vóór maart 1948. In dit artikel heb ik laten zien dat die partij zich in de loop van 1947 steeds scherper ging afzetten tegen de regeringspolitiek en tegen de andere politieke partijen, waarbij het Marshallplan fungeerde als splijtzwam. Dit proces was min of meer voltooid bij het Kerstcongres van de CPN, eind december 1947 in Amsterdam.

~ Jan de Vetten

Dit artikel maakt onderdeel uit van de serie De CPN in de Koude Oorlog

Lees ook: Communistische Partij van Nederland (CPN) – Een korte geschiedenis
…of: Het Marshallplan, of hoe Amerika het westen won
Boek: The Marshall Plan – Dawn of the Cold War

Bronnen

Boeken, artikelen:
– De Liagre Böhl, Herman, ‘De rode beer in de polder. Het ontstaan van de Koude Oorlog in Nederland’, in: Joost Divendal, e.a. (eds.), Nederland, links en de Koude Oorlog (Amsterdam 1982) 11-37.
– Engelen, D., Geschiedenis van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (Den Haag 1995).
– Gortzak, Wouter, Kluiven op een buitenbeen. Kanttekeningen bij enige naoorlogse ontwikkelingen van het Nederlandse communisme (Amsterdam 1967).
– Judt, Tony, Postwar. A history of Europe since 1945 (Londen 2006).

Archieven:
– Maandoverzicht en rapporten CVD 1948 (Stichting Argus: http://www.stichtingargus.nl/bvd/.)
– PvdA-folder ‘Woont Sinterklaas in Moscou?’, z.d., waarschijnlijk circa 1948 (IISG, Archief PvdA).

Kranten:
– De Waarheid, Algemeen Handelsblad, Het Vrije Volk (Delpher: http://www.delpher.nl.)

Jan de Vetten is historicus, afgestudeerd in Leiden in 1981. In 2016 promoveerde hij in Leiden op zijn proefschrift: In de ban van goed en fout. De bestrijding van de Centrumpartij en de Centrumdemocraten (1980-1998). Het boek is uitgegeven bij Prometheus, Amsterdam. Momenteel doet hij onderzoek naar de omgang met en bestrijding van links- en rechts-radicale partijen.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×