Goed onderbouwde historische werken over de Domtoren in Utrecht zijn schaars. En de studies die er al wel waren, hadden feitelijk niet het grote publiek voor ogen. Met deze constatering openen de onderzoekers René de Kam, Frans Kipp en Daan Claessen het fraaie overzichtswerk De Utrechtse Domtoren. Trots van de stad.
Toren als statement
De bouw van de toren, waarvan de eerste steen in 1321 werd gelegd, was een statement van het Domkapittel richting het machtige graafschap Holland en de andere katholieke kapittels. Hierover lezen we in het volgende:
“Het zal niet voor het eerst zijn geweest dat architectuur werd gebruikt om macht en belangrijkheid aan te geven en te onderstrepen. Want wat was de te bouwen toren anders dan een groot statussymbool en een nadrukkelijk statement van macht van het Domkapittel? Natuurlijk, kerk- en kathedraaltorens hadden ook praktische functies. Zo waren ze naast oriëntatiepunt of uitkijkpost vooral bedoeld om er kerkklokken in op te hangen. Maar in feite was een klokkentoren hoog genoeg als hij enkele meters boven het dak van de bijbehorende kerk of andere nabije bebouwing uitstak. Vanaf dat punt kon het klokgelui zich namelijk vrij over alle windstreken verspreiden. De Domtoren daarentegen was meer dan twee keer zo hoog als het gotische schip zou worden (…) Was het werkelijk noodzakelijk een toren te bouwen die 70 meter hoger zou zijn dan de bijbehorende kerk en waarvan de helft uit een min of meer overbodige lantaarn met spits zou bestaan? Een toren ook waarvan tot ver in de wijde omtrek geen gelijke te vinden was? (…) Deze imposante toren maakte in één klap duidelijk hoe machtig en belangrijk de bouwheren waren. De bouwheren die lid waren van het kapittel dat eigenlijk boven alle andere verheven was. Het kapittel dat bovendien als enige gerechtigd was de bisschop en de landsheer te kiezen. Het kapittel dat de bouwer en beheerder was van de kathedraal, waar weliswaar de bisschopsstoel stond, maar waarover de bisschop zelf weinig meer te zeggen had. Een toren gebouwd door geestelijken die er overduidelijk op uit waren om de invloed van collega-kanunniken, maar vooral die van de graaf van Holland terug te dringen en die bereid waren de strijd tot in de hoogste kringen uit te vechten. Een toren die zo hoog was dat hij bij een beetje helder weer al vanuit Holland te zien was.” (107-109)
Zucht naar ijdelheid
In zijn beroemde traktaat Contra Turrim Traiectensem, geschreven in de jaren 1370, stelde hij dat de toren louter gebouwd was om de zucht naar nieuwigheid en ijdelheid van de geestelijkheid te bevredigen. Grote was een diepgelovig man, beschouwde de toren als een ergernis en schande voor de Rooms-Katholieke Kerk: de Domtoren was niets anders dan een moderne toren van Babel.
Oorlog
We maken even een flinke sprong in de tijd. Toen de Tweede Wereldoorlog voor Nederland begon, op 10 mei 1940, nam de Kunstbeschermingsdienst meteen maatregelen om te voorkomen dat het historische bouwwerk ten prooi zou vallen aan verwoesting:
“Als eerste werden de Utrechts luid- en carillonklokken veilig opgeborgen. Zo werden de meeste Hemony-klokken al op diezelfde dag uit de klokkenstoel op de Domtoren gehaald en naar de kelder on der de toren gebracht.” (404)
Slot
Het boek bevat een uitgebreid notenapparaat, een literatuurlijst en een handige verklarende woordenlijst. Door het boek heen zijn veel prachtige 3D-reconstructies van de Domtoren en het Domplein te vinden, die een goede indruk geven van de architectonische ontwikkeling van de toren en het historische relaas visueel ondersteunen.