Dark
Light

De doodsstuipen van Cornelis Musch

Intrigerend jaar 1650 boeiend beschreven in roman Jean-Marc van Tol
8 minuten leestijd
Musch, detail van de cover van het boek van Jean-Marc van Tol
Musch, detail van de cover van het boek van Jean-Marc van Tol

In het eerste hoofdstuk van de historische roman Musch van Jean-Marc van Tol, kondigt Cornelis Musch, griffier van de Staten-Generaal, spin in het web in het Stadhouderlijke Kwartier en daarmee de machtigste man achter prins Willem II, in december 1650 aan dat hij, zo kort voor het nieuwe jaar, zelfmoord gaat plegen. Zijn strijd is afgelopen; hij weigert roemloos te sneuvelen.

‘Een nieuw jaar luidt hoop in, zeggen ze, maar hoop is een illusie’. (…) ‘Mijn vijanden worden met mij in de golven verzwolgen’.

Stadhouder Willem II
Stadhouder Willem II
Daarom schrijft hij zijn memoires. Als dit Gedenkschrift van Cornelis Musch na zijn dood in druk verschijnt zullen zijn vijanden…

‘die trachtten mij te grieven met schampere woorden, door mijn tong worden vermoord. Dit gedenkschrift is mijn ultieme wraak’.

De openhartige memoires van de hoge ambtenaar vormen de rode draad in Musch, het lijvige eerste deel van een trilogie over het leven van Johan de Witt, wiens lijk in 1672, samen met dat van zijn broer Cornelis, door een uitzinnige menigte werd gevild. Musch speelt in 1650, als Johan een veelbelovend beginnend advocaat is en Cornelis het al tot schepen in het bestuur van Dordrecht heeft gebracht.

Het jaar 1650

Als het boek begint is de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) nog maar net beĂ«indigd met de Vrede van MĂ¼nster. Die blijkt niet alom tot tevredenheid te stemmen, omdat het gezag van de prins van Oranje daarin wordt ondermijnd. En de ingrijpende gebeurtenissen van het gewelddadige verleden zijn nog lang niet verwerkt.

De Staten van Holland willen, zeer tegen de zin van Willem II, de troepen afslanken. Eind juli mislukt een poging van de stadhouder om de macht van de dwarsliggende regenten in Amsterdam te breken door de stad te bezetten; de troepen raken in hevig onweer de weg kwijt. Ook worden zes vooraanstaande kritische Statenleden van Holland gearresteerd, waaronder de vader van Johan en Cornelis, Jacob de Witt, oud-burgemeester van Dordrecht. Een aanklacht ontbreekt.

De executie van Johan van Oldenbarnevelt hing als een Zwaard van Damocles boven het hoofd van de Statenleden die zonder aanklacht op Slot Loevestein werden opgesloten.
De executie van Johan van Oldenbarnevelt hing als een Zwaard van Damocles boven het hoofd van de Statenleden die zonder aanklacht op Slot Loevestein werden opgesloten.

Hun lot, in handen van een wispelturige vorst is ongewis; Johan van Oldenbarnevelt werd immers onthoofd toen hij in conflict kwam met prins Maurits. Ze worden opgesloten in slot Loevestein maar komen vrij als ze allemaal hun ambten opgeven.

En op 6 november, volstrekt onverwacht, sterft Willem II op 24-jarige leeftijd aan de pokken. (Musch heeft daar een interessante theorie over). Acht dagen later bevalt zijn echtgenote van een zoon, maar het Eerste Stadhouderloze Tijdperk is begonnen. En op 23 december krijgt Cornelis Musch een plechtige staatsbegrafenis.

Jean-Marc van Tol

Jean-Marc van Tol is, met John Reid en Bastiaan Geleijnse, samensteller van de strip Fokke en Sukke. Hij is afgestudeerd in Historische Letterkunde en, samen met andere historici, bezig 40.000 ingescande brieven te ontsluiten die Johan de Witt (1625-1672) als raadspensionaris schreef.

Uitvloeisel van al die kennis over de waarschijnlijk belangrijkste staatsman die Nederland gekend heeft, is zijn trilogie, waarin hij de in tal van naslagwerken beschreven maatschappij tot leven wekt. Het derde deel verschijnt in 2022. Dan is het 350 jaar geleden dat Johan de Witt door fakenieuws gruwelijk aan zijn einde kwam.

De moordpartij op de gebroeders De Witt in Den Haag (Haags Historisch Museum)
De moordpartij op de gebroeders De Witt in Den Haag (Haags Historisch Museum)

Roman

Van Tol heeft het boek opgedragen aan prinses Amalia, om haar familiegeschiedenis beter te leren kennen. Hij heeft met haar vader op school gezeten. De prinses is vernoemd naar Amalia van Solms (1602-1675), echtgenote van prins Frederik Hendrik die Willem van Oranje opvolgde en moeder van Willem II. Zij speelt een rol op de achtergrond. Prominenter is de rol van prinses Albertine Agnes, die later trouwde met graaf Willem Frederik van Nassau-Dietz. Na de dood van Willem II meende hij het recht te hebben op de opvolging, maar de geboorte van Willem III kwam er tussen. Overigens zouden Willem Frederik en Albertine Agnes later de stamouders worden van alle nu nog fungerende koningshuizen in Europa.

Musch is gebaseerd op het levensverhaal van de door en door corrupte griffier, ondersteund met tal van historische documenten, die overigens vertaald zijn naar hedendaags Nederlands, maar niet altijd in de archieven terug te vinden zijn. De gebeurtenissen worden toegelicht met authentiek aandoende memoires, dagboeken, notities, aantekeningen, pamfletten en zelfs gedichten, die als aanvulling dienen op het lopende verhaal. Sommige hoofdpersonen, wiens memoires bewaard zijn gebleven, blijken de pagina’s over uitgerekend 1650 te hebben vernietigd; ‘vermoedelijk vanwege de compromitterende inhoud’.

Wisselend decor

In het boek speelt ieder hoofdstuk, als was het een film, zich af in een ander decor. Als Musch met zijn memoires begint schrijft graaf Willem Frederik zijn testament; hij beseft met een dubieuze onderneming bezig te zijn. Als die mislukt zijn z’n bezittingen voor prinses Albertine Agnes, een dochter van Frederik Hendrik en een tot dan toe onbereikbare liefde.

Een Duitse huursoldaat vraagt zich vloekend af wat hij aan het doen is in die schmutzige nattigheid, die Scheise-regen, in dit widerliche landje. Jacob Cats klapt uit een vergadering: Als preses zat ik voor en nam een zaak ter hand / Een punt van groot belang en nuttig voor het land.. Johan de Witt discussieert met Cornelis over hoe ze hun vader vrij kunnen krijgen. Dan stuit een postbode, uit Hamburg onderweg naar Amsterdam, opeens op een grote troep soldaten. Ritmeester Momm besluit hem te laten gaan. Als de troepen Amsterdam naderen blijkt de stad daardoor de bruggen te hebben opgehaald.

Illustratief is het verhaal dat vader Jacob de Witt met zijn zoons per koets een rit door Den Haag maakt, om in beslotenheid over hun toekomst te praten. Onder meer langs ambachtslieden die bezig zijn de Nieuwe Kerk te bouwen; volgens oudere kaarten van de stad was daar vroeger een woonwijk. Ze passeren alle plekken die nu of (veel) later in het levensverhaal van Johan de Witt een rol zullen gaan spelen.

HofMusch

Cornelis Musch autoriseert de Statenvertaling sinds de eerste druk in 1637.
Cornelis Musch autoriseert de Statenvertaling sinds de eerste druk in 1637.
Cornelis Musch (1593-1650) maakte carrière onder en met behulp van prins Maurits (1567-1625), wat hem een trouw aanhanger maakte van Oranje. In 1628 werd hij griffier van de Staten-Generaal en later een naaste medewerker van stadhouder Willem II. Hij werd daardoor ook wel de HofMusch genoemd.

In ‘zijn’ tijd verscheen de Statenvertaling, de eerste Nederlandstalige Bijbelvertaling. In 1637 werd het werk door de Staten met de handtekening van Musch geautoriseerd; de goedkeuring is nog steeds in nieuwe edities te vinden. In zijn memoires maakt hij duidelijk zelf niets te geloven van het goddelijke alziend oog en dus ook niet van een afrekening in het hiernamaals:

De mens schiep God (…) vooral ook om zijn medemens in het gareel te houden met bangmakerij over hel en verdoemenis.

Musch ging liefst zo anoniem mogelijk te werk. Terwijl in de zeventiende eeuw iedereen die vond dat-ie ook maar iets voorstelde zich liet vereeuwigen op portretten – die thans prijken in talloze musea – zijn van Musch geen afbeeldingen bekend. De enige tastbare herinnering is zijn familiewapen, een gekroonde adelaar, die nog steeds is afgebeeld op het Gemeenlandhuis Delfland in Delft, omdat Musch ook ridder was en Heer van Waalsdorp en Carnisse. Die adelaar prijkt trots op de omslag van het boek.

Detail van de voorgevel van het Gemeenlandhuis Delfland, met rechts het wapen van Cornelis Musch (CC BY-SA 3.0 - Marion Golsteijn - wiki)
Detail van de voorgevel van het Gemeenlandhuis Delfland, met rechts het wapen van Cornelis Musch (CC BY-SA 3.0 – Marion Golsteijn – wiki)

Geldzucht

Van Tol beschrijft, via de ‘verantwoording’ van Musch zelf, onverbloemd de geldzucht van de griffier. Als hoogste ambtenaar van de Staten-Generaal was Musch in staat raadsstukken te kopiĂ«ren, resoluties eigenhandig aan te passen en raadslieden te bespelen. Daarnaast regelde hij belastingvrijstellingen en schreef hij aanbevelingsbrieven. Ook leverde hij geheime documenten aan Franse, Spaanse, Duitse, Engelse en Scandinavische gezanten en agenten; in het boek onderhoudt hij warme relaties met de Franse en de Spaanse ambassadeur. Verder bemiddelde hij bij het vergeven van belangrijke ambtelijke posten. Toen hij stierf was hij de rijkste man van de stad; zijn vermogen werd geschat op ‘het duizelingwekkende bedrag’ van twee miljoen gulden. Ook bezat hij een van de mooiste huizen van Den Haag aan de Kneuterdijk, dat door zijn weduwe verkocht werd, afgebroken is (waarom?) en herbouwd voor een nieuw onderkomen waar Johan de Witt ging wonen. In dit ‘Johan de Witt-huis’ werd vorig jaar aan het kabinet-Rutte III gesleuteld.

In zijn Gedenkschrift beschrijft Musch trots hoe slim hij soms te werk ging. EĂ©n van de burgemeesters van Amsterdam, Oetgens van Waveren, dreigt zijn functie kwijt te raken – het boek doet uitvoerige verslag van de spanningen tussen hoogmogendheden. Musch wordt ingeschakeld om een goed woordje te doen bij prins Willem II en vraagt 30.000 gulden als ‘bijdrage aan de kosten’; het verlies van de ambten zou aanzienlijk duurder zijn. Hij haalt de prins over met de belofte dat ‘Oetgens zwĂ©Ă©rt het voortaan altijd met u eens te zijn’ en vertelt dat de burgemeester daar 15.000 gulden voor over heeft. De prins gaat akkoord en Musch kan de andere helft in eigen zak steken. Later zal hij daar nog spijt van krijgen.

Op dit schilderij van Johannes Lingelbach, van oprukkende prinselijke troepen aan de Amstel, wordt  vermoedelijk de mislukte aalslag op Amsterdam uitgebeeld. (Publiek Domein - wiki)
Op dit schilderij van Johannes Lingelbach, van oprukkende prinselijke troepen aan de Amstel, wordt vermoedelijk de mislukte aalslag op Amsterdam uitgebeeld. (Publiek Domein – wiki)

Staatsgreep

De staatsgreep die Willem II wilde plegen door middel van een overval op het weerbarstige Amsterdam is in alle toonaarden beschreven: de troepen verdwaalden tijdens een hevig onweer op de heide boven Hilversum. Van Tol voegt daar een tot nu toe onbekend element aan toe: een kaars, die als baken in de nacht aan had moeten duiden waar men linksaf moest slaan, werd gedoofd omdat de heelmeester-barbier (op de heide?), die hem voor een aardige geldsom had ontstoken, dacht dat het militair gedruis in het nachtelijk duister voorbij was; wie toen nog volgde verdwaalde. En toen was er ook nog een postbode die op de verwarde kletsnatte troepen stuitte; toen die Amsterdam uiteindelijk bereikten bleek de stad tot de tanden toe bewapend.

Overigens onthult Musch dat de overval op Amsterdam slechts een onderdeel was van een veel groter plan, dat Europa met behulp van vermeende bondgenoten in een nieuwe oorlog zou storten; daarom ook moesten de zes prominente Statenleden veilig worden opgeborgen.

Steeds meer vaart

De kennismaking met de verschillende hoofdpersonen in het boek, met hun tegengestelde belangen, plannen en aspiraties en hun posities in het verhaal, duurt wel even. Maar daarna krijgt het boek steeds meer vaart en wordt ‘Musch’ een page turner, zeker wanneer de griffier in moeilijkheden komt en zijn plannen Ă©Ă©n voor Ă©Ă©n mislukken. Ook het ‘geheimere plan’ valt in duigen. Na zijn zelfmoord wacht hem een plechtige staatsbegrafenis. Maar bijvoorbeeld de dichter Joost van den Vondel maakt duidelijk hoe veel tijdgenoten zich hem herinnerden:

Hier leit de Hofmusch nu en rot,
Zij broeide slangen in haar pot;
Lijcesters
[Leicester] en Duc d’Albs [Alva]gebroed:
Zij scheet de vrijheid op de hoed.

In een afsluitend hoofdstuk vertelt Jean-Marc van Tol hoe het de hoofdpersonen verder is vergaan en legt hij achtergronden uit van verschillende mysteries die de loop van het verhaal bepalen. Hij is erin geslaagd een op zichzelf best bekende episode uit de Nederlandse geschiedenis tot leven te wekken.

Feit en fictie

Musch - Johan de Witt trilogie deel 1
Musch – Johan de Witt trilogie deel 1
Maar Musch is een roman en geen naslagwerk, en het is onduidelijk welke elementen in het verhaal echt zijn en welke aan de fantasie van de auteur ontsproten. Misschien dat er net zoals over de Da Vinci Code publicaties verschijnen waarin feit en fictie van elkaar worden gescheiden. Het jaar 1650 is daar interessant genoeg voor.

En het verhaal is nog niet af; het tweede deel krijgt Henri de Fleury de Coulan als hoofdpersoon, beter bekend als ritmeester De Buat, die trouwde met een dochter van Cornelis Musch en die in 1698 plechtig werd onthoofd. En deel drie, ‘Willem’, gaat over Willem Tichelaar, die de valse aanklacht indiende tegen Cornelis de Witt en prins Willem III, die ervan verdacht wordt dat hij van de beraamde moord op de broers op de hoogte was. Het verschijnt als het 450 jaar geleden is dat de gebroeders De Witt werden vermoord.

Boek: Musch – Johan de Witt trilogie, deel 1
Ook interessant: Moord op gebroeders De Witt zorgvuldig voorbereid

André Horlings (1945-2023) was journalist en van 'vlak na de oorlog', wat mogelijk zijn interesse voor onder meer de Tweede Wereldoorlog verklaarde. Schreef het boek Arnhem Spookstad en verzorgde de (eind)redactie voor een publicatie over het Duitse dwangarbeiderskamp Rees (1944-1945). Verzorgde in 2011 twee uitvoerig gedocumenteerde verhalen: Bruidegom achter prikkeldraad en Het drama van de SS Pavon. Bladerde graag in Google Books. Zie ook archief sinds 1995.

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×