In het dal van de Vézère bij Montignac (Frankrijk) bevindt zich een wereldberoemde grot. De zogenoemde grot van Lascaux werd op 12 september 1940 ontdekt door vier Franse tieners. In de grot bevinden zich een groot aantal goed geconserveerde prehistorische tekeningen. De grot wordt ook wel de “Sixtijnse Kapel van de paleolithische kunst” genoemd.
De vier tieners (Marcel Ravidat, Jacques Marsal, Georges Agnel en Simon Coencas) ontdekken de grot doordat er een boom is omgewaaid die daarmee een gat heeft blootgelegd. Het hondje van Marcel, genaamd Robot, kruipt door het gat waarna de jongens hem volgen. Al snel ontdekken ze in de grot de prehistorische kunstwerken, omdat ze een kleine olielamp meegenomen hebben. De grot heeft een afmeting van twintig bij acht meter en is maar liefst zeven meter hoog.
Een dag later keren de tieners terug met betere lampen. Drie dagen na de vondst brengen ze uiteindelijk een van hun leraren van de vondst op de hoogte. Daarna verspreidt het nieuws zich snel.
Paleolithicum
De grot van Lascaux bevindt zich in het dal van de Vézère bij Montignac en is wereldberoemd vanwege de grote hoeveelheid goed geconserveerde schilderingen. De kunstwerken dateren uit het paleolithicum. Ze werden voor zover bekend tussen de 15.000 en 10.000 jaar geleden gemaakt. In de grot zijn bijna zeshonderd tekeningen te vinden van met name jachtpartijen. Te zien zijn allerlei soorten vee, paarden, herten en tegenwoordig verdwenen diersoorten. De verf is gemaakt van dierlijk vet en poeder van gekleurd gesteente.
De grot wordt ook wel de “Sixtijnse Kapel van de paleolithische kunst” genoemd, als verwijzing naar de beroemde kapel in Vaticaanstad met muurschilderingen van Michelangelo. Sinds 1979 staat de grot op de werelderfgoedlijst van Unesco.
In 1961 werd de grot van Lascaux gesloten voor het publiek. De toestroom van toeristen bleek de muurschilderingen namelijk geen goed te doen. Koolzuur in de adem van de bezoekers, kiemen op hun voetzolen en een toename van de luchtvochtigheid zorgden voor de ontwikkeling van mossen en algen die de prehistorische tekeningen aantastten. Voor toeristen werd in 1983 door het Institut Gégraphique National op ongeveer tweehonderd meter van de originele grot een replica geopend (Lascaux II). De schilderingen in deze grot zijn gemaakt door Monique Peytral, met behulp van foto’s en dia’s van de originele exemplaren.
Waarom de schilderingen duizenden jaren geleden werden gemaakt is nog altijd niet helemaal duidelijk. Volgens sommige wetenschappers lagen natuurgodsdienstige overwegingen ten grondslag aan de schilderingen en werden ze gemaakt door priesters of sjamanen. Zij zouden Moeder Aarde er via de werken toe hebben willen zetten de mensen geluk te brengen en voedsel te geven. Ook is wel geopperd dat de schilderingen werden gemaakt ter decoratie van de tijdelijke woonverblijven van de mens. Dat lijkt echter niet waarschijnlijk omdat de meeste van deze grotschilderingen diep in de bergen zijn gevonden, op grote afstand van de plek waar de mensen daadwerkelijk leefden. De Oostenrijkse kunsthistoricus Ernst Gombrich stond in zijn beroemde boek Eeuwige Schoonheid stil bij deze kwestie. Hij achtte het niet waarschijnlijk dat de schilderingen een puur decoratief doel hadden:
“Ze zijn ook vaak kriskras door elkaar geplaatst, de één bovenop de ander, zonder enige zichtbare orde of opzet. Het is veel waarschijnlijker dat dit de oudste overblijfselen zijn van dat algemene geloof in de magische macht van de afbeelding, met andere woorden: dat deze primitieve jagers dachten, dat, mits ze maar een afbeelding maakten van hun begeerde prooi – en die dan misschien met speren en bijlen bewerkten – het levende voorbeeld, de dieren zelf dus, ook voor hun macht zou bezwijken.”
Foto’s
Bekijk hieronder een serie afbeeldingen van schilderingen in de grot van Lascaux.