De knoop doorhakken, dat doe je als je een beslissing forceert of iets oplost. Dit gezegde is al eeuwenoud. Het gaat terug op een handeling van de Macedonische generaal en vorst Alexander de Grote. Vroeger luidde het gezegde ‘de Gordiaanse knoop doorhakken’, maar tegenwoordig laten we dat ‘Gordiaanse’ weg. Waar komt deze spreuk vandaan?
In de plaats Gordium – de oude hoofdstad van de streek Phrygië in het huidige Turkije – lag in een tempel voor de Griekse oppergod Zeus een knoop, die onderdeel was van de strijdwagen van koning Gordias (stichter van de stad) en door hem was gemaakt. De knoop was een kluwen van draden die onmogelijk ontward kon worden. Volgens een orakel zou degene die deze Gordiaanse knoop wist los te maken de heerser van de wereld worden.
Alexander grijpt in
In 333 v.Chr. deed Alexander de Grote (356-323 v.Chr.) de stad Gordium aan en probeerde hij de knoop te ontwarren. Toen dat niet lukte, realiseerde Alexander zich dat niemand verteld had hoe de knoop losgemaakt moest worden. Daarop pakte hij volgens de overlevering een zwaard en hakte de knoop door. De Griekse historicus Aristobulus van Cassandreia (375-301 v.Chr.), die Alexander op zijn reizen vergezelde, stelde daarentegen dat Alexander een houten pin uit de kluwen trok en deze zo wist te ontrafelen.
Hoe het ook zij, de nacht erna onweerde en bliksemde het gigantisch. Dat zou een teken zijn van Zeus’ goedkeuring. Alexander zou in de jaren erna daadwerkelijk een groot deel van de wereld veroveren: een gebied dat zich uitstrekte van de Donau in Zuidoost-Europa tot de Indus bij India.
Kritiek op authenticiteit
De Britse classicus William W. Tarn (1869-1957) wijdde in zijn tweedelige werk Alexander the Great uit 1948, een studie aan ‘de Gordiaanse knoop’. Hij concludeerde dat de knoop waarschijnlijk niet door een zwaardslag was losgemaakt. Zijn theorie is dat het verhaal van het zwaard is verzonnen door tegenstanders van Alexander. Later nam de Romeinse auteur Quintus Curtius Rufus deze lezing over in diens Historiae Alexandri Magni (eerste eeuw na Chr.). De diepgelovige Alexander, zo stelde Tarn, zou nooit met een zwaard op de knoop zijn afgegaan. Dat zou namelijk heiligschennis zijn. Hiermee bevestigde Tarn de eerdergenoemde lezing van Aristobulus dat de knoop ontward moet zijn doordat Alexander de houten pin eruit haalde.
Meer historische uitdrukkingen (en scheldwoorden)
Bronnen â–¼
– George Kovacs en C.W. Marshall (eds.), Son of Classics and Comics (Oxford: Oxford University Press, 2016) 201-214.