Geschiedenis is bij uitstek een vak waarover veel moppen de ronde doen. In een aantal artikelen komen de beste en slechtste grappen (het is maar wat uw smaak is) voorbij. Vandaag een aantal moppen uit en over de Oudheid.
Inleiding
De moppen hieronder komen van het internet en uit de boeken die hieronder in de bronnenlijst vermeld staan. De moppen doen de ronde in de betreffende tijd, maar veel zijn ook later bedacht. Waar mogelijk is er, cursief gedrukt, inleidende informatie toegevoegd over de herkomst van de mop of de manier waarop deze gelezen dient te worden.
Als auteur van dit stuk geef ik de bestaande moppen slechts weer, dus dat ze hier staan afgedrukt betekent geenszins dat mijn gevoel voor humor net zo hoogstaand of tragisch is als van de bedenkers van onderstaande grappen. En evenmin dat de auteur instemt met de inhoud.
Quadriga
Een van de oudste Romeinse moppen, vermoedelijk van Griekse origine, komt uit de eerste eeuw voor Christus en gaat over een quadriga (dat is een renwagen voortgetrokken door vier paarden):
Een sporter die aan de vooravond van deelname aan de Olympische Spelen staat, heeft een droom dat hij op een quadriga richting de finish rijdt. Hij bezoekt een ziener om de droom te laten uitleggen.
โJij gaat winnenโ, zegt de ziener, โdat zie ik aan de snelheid en kracht van de paarden.โ
Helemaal blij bezoekt de sporter nog een andere ziener, in de hoop deze voorspelling bevestigd te krijgen.
โJe wordt vijfde!โ, zegt de andere ziener, โSnap dat je dat dan zelf niet?โ

In alle oprechtheid
Deze mop is van Gellius (ca.125-180 na Chr.). De grap zit in de dubbele betekenis van de eed ‘in alle oprechtheidโ (ex animi tui sententia), die gebruikt werd in de rechtspraak.
Een Romein moet getuigen voor een censor (iemand die zich uitsprak over de publieke moraal) over zijn huwelijk.
โHeeft u, in alle oprechtheid, een vrouw?โ, zo vraagt de censor.
โIk heb een vrouwโ, reageert de man, โmaar niet in alle oprechtheid.โ
Duizelingen
Een Griekse mop die te vinden is in het moppenboek van Hierocles en Philagrius ‘Philogelos’ (vertaald ‘De lachvriend’ of ‘De lachebek’, vierde na Chr.), een werk dat 265 moppen bevatte:
Een Griek vertelt zijn probleem aan een dokter-in-opleiding.
โDokter, als ik opsta heb ik altijd een half uur last van duizelingen, pas daarna voel ik me weer normaal.โ
De dokter reageert: โDan sta je toch gewoon een half uur later op?โ
Heengegaan…
Ook uit het Griekse moppenboek Philogelos, grapnummer 70:
Een sukkel ging een vriend opzoeken die ziek was.
‘Helaas is hij heengegaan,’ antwoordde diens vrouw.
De sukkel reageerde: ‘Als hij terugkomt, zeg dan dat ik langs ben geweest!’
Respect
Eveneens uit Philogelos, grapnummer 197:
Een domme schoolmeester kreeg de vraag: ‘Hoe werd de moeder van Priamus genoemd?’
De leraar wist het niet en zei daarom: ‘Laten we haar uit respect “mevrouw” noemen.’
Eten of seks?
Een andere mop uit ‘Philogelos’:
Een jonge Griekse man zegt tegen zijn opgewonden echtgenote: โWat zullen we doen? Eten of seks?โ
De echtgenote: โDat mag jij weten, maar het brood is tot de laatste plak op.โ
Dood
Een Griek klaagt tegen een andere Griek: โDe slaaf die je me verkocht hebt is dood!โ โBij de goden!โ reageert de andere, โDat deed hij nooit toen ik hem nog had.โ
Scheet
Tussen de zesde eeuw voor en de zesde eeuw na Chr. verscheen een uitgebreide bloemlezing uit de Griekse poรซzie, met name epigrammen (puntdichten), getiteld Anthologia Palatina. Daarin staat dit vrij directe gedichtje:
Theodorus, je mond en je reet verspreiden dezelfde lucht.
Een moeilijke taak voor artsen om daar het verschil in te zien.
Ze zouden er merktekens op aan moeten brengen, want toen je sprak dacht ik dat je een scheet liet.
Martini?
Deze mop veronderstelt enige kennis van het Latijn (een woord eindigend op -i is het meervoud van mannelijke woorden die eindigen op -us):
Een Romein loopt een bar binnen en vraagt om Martinus. โU bedoelt zeker Martini?โ, vraagt de barman. โNee meneer, als ik twee drankjes wil dan zeg ik het wel.โ
Om het bochtje
Docent: โWaarom bouwden de Romeinen rechte wegen?โ Leerling: โZe wilden niet dat hun soldaten het bochtje om gingen.โ
Gallisch
Gevonden op internet:
De Romein Castellius vertelt aan zijn vriendenkring dat hij binnenkort voor een korte vakantie naar Galliรซ vertrekt. Allemaal leuk en aardig vinden zijn kameraden, maar… โKun je je daar wel verstaanbaar maken?โ en: โSpreek jij eigenlijk wel Gallisch?โ
โJa, natuurlijkโ, antwoordt Castellius gedecideerd.
โDat is geen Gallischโ, zegt een van zijn kameraden, โmaar Brittannisch.โ
Castellius: โKrijg nou het heen-en-weer! Ik wist niet eens dat ik die taal ook kon spreken!โ
– Jan Bremmer, โGrappen, grapjassen en grappenboeken in het oude Griekenlandโ in: idem en Herman Roodenburg (red.), Homo ridens. Humor van de Oudheid tot heden (Amsterdam: Boom, 1999) 24-42, aldaar 31-32.
– Tim G. Parkin en Arthur J. Pomeroy, Roman Social History. A Sourcebook (New York: Routledge, 2007) 146-147.
– Paul Schulten, Het was maar een grapje. De humor van de Grieken en de Romeinen (Soesterberg: Aspekt, 2015) 84-87, 127-128.
-Eleanor Dickey, In een Romeins klaslokaal. Een schoolboek uit de eerste eeuw (Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2017) 128-130.
– www.hadrians.com/rome/romans/emperors/ancient_rome_history_jokes.html
– en.wikipedia.org/wiki/Roman_jokes
Volg ons: