Wie Byblos bezoekt, zal bovenop de heuvel een paar vreemde vierkante kuilen zien, uitgehakt in de rots. Dit zijn de negen koninklijke graven. De toenmalige bewoners van Jbeil ontdekten de eerste daarvan na een stevige regenbui, waardoor veel aarde was weggeslagen. Dat is dit jaar precies een eeuw geleden. De Franse archeologen deden vervolgens onderzoek en ontdekten nog meer graven. De schachten gaan een meter of tien de grond in en geven daar toegang tot een grafkamer waar een sarcofaag heeft gestaan.
De fantasieloze foto hieronder toont een van de wanden van Graf 5. Met wat geluk herkent u de inscriptie. Als het niet lukt, kijk dan naar de bewerkte afbeelding iets verderop in dit artikel. De tekst valt op verschillende manieren te lezen. “Pas op, je dood wacht hier beneden” is voorgesteld, en ook “Pas op, je zult tot je verdriet beneden komen”. In elk geval gaat het om een oeroude inscriptie in het Fenicische alfabet.
Kostbare grafgiften
De meeste koninklijke graven in Byblos zijn geplunderd, maar niet allemaal. De graven 1 en 2 bleken ongeschonden en leverden overdonderend veel kostbaarheden op. Als naar het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden gaat voor de expositie over Byblos, zullen deze voorwerpen uw aandacht zeker trekken.
In Graf 2 rustte koning Ipu-Shemu-Abi. Dit weten we met zekerheid omdat deze naam staat vermeld op zijn borstplaat en op een gekromd zwaard. Dat zwaard vermeldt bovendien zijn vader Abi-Shemu, van wie de opgravers aannamen dat hij is bijgezet in Graf 1. Eén argument is dat Graf 2 geen eigen schacht heeft maar alleen te bereiken is door Graf 1. Het lijkt er dus op dat Graf 2 een uitbreiding is van Graf 1, en dat zal dan wel een generatie later zijn gedaan.
Egyptische synchronismen
Er is een tweede argument. In beide graven zijn Egyptische voorwerpen gevonden. In Graf 2 gaat het om een vaas van obsidiaan, ingelegd met goud, gedateerd tijdens farao Amenemhet III (r.ca. 1859-1813 v.Chr.); in Graf 2 betreft het om het hierboven afgebeelde doosje van diens opvolger Amenemhet IV (r.ca. 1814-1802). Als deze farao’s de voorwerpen aan tijdgenoten hebben gegeven, moeten ook die in opeenvolgende generaties hebben geregeerd. Dus koning Abi-Shemu rond 1830 als tijdgenoot van Amenemhet III en koning Ipu-Shemu-Abi rond 1810 als tijdgenoot van Amenemhet IV.
Klinkt logisch, toch? Helaas hadden Egyptenaren in later tijden de gewoonte oudere koningsgraven leeg te maken om de buit te gebruiken als geschenken voor bevriende staatshoofden. Dat betekent dat het tweede argument dus niet opgaat. We weten alleen zeker dat Ipu-Shemu-Abi regeerde na Abi-Shemu en dat het graf van Ipu-Shemu-Abi uitsluitend via een ouder graf is te bereiken.
Ik heb al eerder gezegd dat de chronologie van Byblos notoir ingewikkeld is. En dat herhaal ik nu nog maar eens.