Wie zich van het centrum van Den Haag op weg begeeft naar Station Hollands Spoor wandelt door de Chinese wijk. Daar in een onopvallend wit pand zit aan de Wagenstraat 124a een klein maar bijzonder museum: het Yi Jun Peace Museum.
De deur is niet open. Wie naar binnen wil moet eerst op de bel drukken. Vervolgens gaat het over een krakende trap naar de eerste verdieping, waar een oudere Koreaanse dame bezoekers ontvangt onder toeziend oog van een bronzen borstbeeld. Erg gewend aan Nederlandse gasten is ze niet, maar welwillend legt ze in Engels uit, dat Yi Jun een belangrijke Koreaanse diplomaat was en wat voor onrecht Korea in het verleden is aangedaan.
Verdrag van Usla
In 1905 dringt Japan Korea, dan één land, het zogenaamde Verdrag van Usla op. Het keizerrijk Japan voelde zich sterk, nadat het eerder dat jaar Rusland had verslagen in de Russisch-Japanse oorlog. Met de Russen uit de weg, dwong Japan het militair zwakke keizerrijk Korea tot het tekenen van een verdrag waarin het zijn soevereiniteit opgaf en de facto een protectoraat werd dat geen eigen buitenlands beleid mocht voeren.
Korea had in die tijd ook al de neiging tot isolationisme, maar door zijn geografische positie tussen China en Japan, vochten die vaak hun oorlogen uit op Koreaans grondgebied. Arm en technologisch onderontwikkeld was Korea niet in staat om zich tegen Japan te verdedigen.
Trans-Siberië Express
Keizer Gojong van Korea legde zich niet neer bij het Verdrag van Usla. In 1907 stuurde hij een driekoppige delegatie naar de Tweede Haagse Vredesconferentie, die dat jaar vanaf 15 juni in de Ridderzaal werd gehouden. De delegatie bestond uit de tot de regerende Yi-clan behorende vice-minister Yi Sang-seol, jurist en voormalig openbaar aanklager Yi Jun en prins Yi Wi-jong. Vanuit Korea reisden ze naar Vladivostok, waar ze op de Trans-Siberië Express naar Moskou stapten. Vandaar was het nog een klein stukje naar Nederland.
In Den Haag probeerden de diplomaten de Koreaanse zaak te bepleiten. Tevergeefs want Japan lag dwars en de westerse mogendheden erkenden het Japanse protectoraat. Yi Jun en zijn collega’s kregen zodoende geen toegang tot de Ridderzaal. Wel wisten ze de buitenlandse pers met hun actie te halen en zo tot irritatie van de Japanners de aandacht op de situatie in Korea te vestigen.
Moord of niet?
Waar andere staatshoofden en diplomaten het breed lieten hangen in Den Haag, logeerden de drie Koreanen in het goedkope hotel De Jong aan de Wagenstraat. Daar werd Yi Jun in de avond van zondag 14 juli dood in zijn bed aangetroffen. Hoewel de Nederlandse autoriteiten uitgingen van een natuurlijke dood door hartverlamming, mogelijk veroorzaakt door alle stress, houden de Koreanen tot op de dag van vandaag nog altijd serieus rekening met het feit dat Yi Jun zelfmoord pleegde of door Japanse geheim agenten werd geliquideerd. Maar als dat zo is, dan zijn de bewijzen inmiddels verdwenen.
Naar aanleiding van het optreden van de delegatie in Den Haag dwongen de Japanners keizer Gojong tot aftreden ten faveure van zijn zoon Sunjong. Op 29 augustus 1910 werd Korea definitief geannexeerd en droeg keizer Sunjong de soevereiniteit over aan de Japanse keizer. Pas in 1948 werd het land weer onafhankelijk van Japan, om vervolgens door een burgeroorlog in tweeën te worden gescheurd.
In zowel Noord- als Zuid-Korea geldt Yi Jun als een nationale held en een martelaar voor de onafhankelijkheid van het Koreaanse volk. In 1963 werden zijn stoffelijke resten van Den Haag naar Zuid-Korea overgebracht en herbegraven.
Peace Museum
In 1995 kocht de Zuid-Koreaanse zakenman Lee Kee-hang het pand waarin hotel De Jong in 1907 was gevestigd. Daar begon hij samen met zijn echtgenote het Yi Jun Peace Museum. Het museumpje herbergt vooral foto’s met teksten in Koreaans en Engels, enkele voorwerpen zoals medailles en het pak dat Yi Jun droeg, brieven van Nelson Mandela en Aung San Suu Kyi, alsmede een reconstructie van Yi’s hotelkamer. De toonzetting doet voor Nederlandse ogen enigszins gezwollen aan, met een hint van Noord-Korea, maar staat vooral in het teken van vrede. De meeste bezoekers, zo’n 4.000 per jaar, zijn Zuid-Koreanen.
Recent werd het museum bezocht door de bemanningen van twee Zuid-Koreaanse marineschepen die Rotterdam aandeden. Het Yi Jun Peace Museum is voor Koreanen een serieuze zaak en een must. Voor Nederlanders is het een curieus museum dat zeker voor de liefhebber van obscure musea en geschiedverhalen een bezoekje waard is.