Zonder dat je er misschien bij stilstaat, zijn verzamelingen zoals die bijvoorbeeld in Naturalis te zien zijn, ook al eens aangelegd in de vijftiende eeuw. Vandaag de dag zijn musea zo gewoon geworden, dat we ons eigenlijk nauwelijks afvragen waar hun oorsprong ligt. We nemen even een kijkje in de ‘Kunst- und Wunderkammers’ uit de vijftiende en zeventiende eeuw.
Karel V en zijn broer Jean, hertog van Berry, legden in de vijftiende eeuw al een vorm van een museumcollectie aan. Deze vorstelijke collecties werden bekend als ‘Kunst- und Wunderkammers’, vanwege de kunstvoorwerpen waarover de vorsten zich verwonderden. In deze vorstelijke ‘Kunst- und Wunderkammers’ waren zowel ongewone als alledaagse voorwerpen te zien. Drie dingen in deze collecties mochten in ieder geval niet ontbreken: beeldhouwwerken, schilderijen en wonderbaarlijke dingen. Zo verzamelde vorst Ferdinand II bijvoorbeeld schilderijen van misvormde mensen. Ook schelpen, vreemde planten, opgezette zoogdieren, gesneden ivoor, sieraden en schilderijen kwamen in deze ‘Kunst- und Wunderkammers’ voor. Vaak werden zulke vijftiende-eeuwse vorstelijke collecties aangelegd, omdat de vorsten streefden naar het vergaren van wereldlijke kennis en tegelijkertijd daarmee hun hoge sociale status wilden benadrukken. De ‘verzamelgekte’ was vooral toe te schrijven aan de groeiende nieuwsgierigheid, die onder de mensen plaatsvond sinds de Renaissance.
Wereldwijze burgers in de Republiek
Later in de zeventiende eeuw, legden welgestelde burgers ook collecties aan voor hun ‘Kunst- und Wunderkammer’. Ook zij wilden namelijk graag hun kennis tentoonstellen en zich presenteren als echte wereldburgers. Zo schreef een Florentijn in 1658 over een opmerkelijke verzamelwoede onder gefortuneerde Nederlandse burgers:
‘Wie iets buitenissigs wil zien, moet naar de Nederlanden komen. Alles wordt hier verzameld wat de natuur voortbrengt, uit de meest verborgen plekken van de zee en de onherbergzaamst oorden van de aarde.’
Later in de Verlichting, werd de educatieve rol van musea steeds belangrijker. Hierin stond de bestudering van de natuur centraal. In die zin zou het ontstaan van ons huidig Naturalis museum toch meer te danken hebben aan de Verlichting. Toch gaat het echte verzamelen van zowel ‘naturalia’ als gemaakte voorwerpen terug tot de vijftiende eeuw, toen vorsten als Karel V hun ‘Kunst- und Wunderkammer’ begonnen tentoon te stellen.