Dat Pim Fortuyn afgelopen vrijdag twintig jaar geleden werd vermoord, zal weinig mensen zijn ontgaan. Kranten en andere media barstten bijna uit hun voegen van alle herdenkingsartikelen. Voor wie nog niet genoeg heeft van al dat terugblikken is er het boekje De laatste dag van Paul van der Lugt.
Van der Lugt was op 6 mei 2002, de datum waarop de noodlottige verwikkelingen zich afspeelden, zendercoördinator van publieke omroep 3FM. Dit radiostation interviewde Fortuyn vlak voor hij op de parkeerplaats van het Media Park in Hilversum zijn bloedige einde vond. Het boek bestaat uit een serie doorgaans korte citaten van betrokkenen.
Niet alleen medewerkers van 3FM en andere aanwezigen in de studio komen aan het woord, maar ook bekende personen uit de entourage van Fortuyn, zoals Mat Herben, Albert de Booij en Hans Smolders. Discjockey Ruud de Wild, met wie Fortuyn uitgebreid van gedachten wisselde voorafgaande aan zijn dramatische dood, ontbreekt overigens in het rijtje. Om emotionele redenen spreekt hij niet meer over de moordaanslag. Van der Lugt was daarom genoodzaakt uitspraken van hem te ontlenen aan oudere interviews.
Opmerkelijke nieuwe feiten weet de auteur niet te onthullen, maar zijn boek geeft wel een adequaat en hier en daar ook aangrijpend beeld van de laatste uren van Fortuyn. Het blijft bizar dat de man die zo professioneel en welgemutst antwoordde op de melige vragen van De Wild meteen daarna werd neergeknald door milieufanaat en halvegare Volkert van der Graaf. Dat het radioprogramma daarna gewoon doorging – zij het onderbroken door nieuwsfitsen – heeft achteraf iets onwezenlijks.
Surrealistisch
De diverse geïnterviewden in het boek laten er geen onduidelijkheid over bestaan dat de gang van zaken hen diep heeft geschokt. De term ‘surrealistisch’ valt diverse keren. Misschien een wat wazige omschrijving, maar hoe zou je voorvallen die ieder verstand te boven gaan anders moeten noemen?
Uit de tekst van Van der Lugt valt af te leiden dat het eigenlijk nogal ongebruikelijk was dat 3FM überhaupt aandacht besteedde aan politici. De medewerkers van deze jongerenzender werden (en worden waarschijnlijk) beheerst door de wurgende angst dat de uitzending ‘saai’ zou zijn, waardoor de luisteraars zouden weglopen. En ‘saai’ was alles waarover je ook maar een fractie van een seconde moest nadenken, waaronder vanzelfsprekend de politiek.
Maar in mei 2002 stonden spannende Kamerverkiezingen voor de deur, dus vooruit dan maar. En gelukkig was Fortuyn een ‘beladen fenomeen’, iemand met een bijna popsterachtige allure. Heel wat anders dan de ‘grijze muis’ Thom de Graaf, de D66-lijsttrekker die kort daarvoor op de zender te horen was geweest.
Bijzonder
Wat mij een beetje stoort in het werkje van Van der Lugt is de afwezigheid van iedere poging tot analyse, laat staan tot kritisch nadenken. Fortuyn was verschrikkelijk bijzonder, en daarmee uit. De vraag wat er dan zo bijzonder aan hem was, of waarom hij ‘iets te zeggen had’ en wat dan wel, wordt niet gesteld.
Wel heeft Van der Lugt volgens zijn nawoord geprobeerd toenmalig PvdA-lijstrekker Ad Melkert tot medewerking te bewegen, maar die wilde niet. Jammer. Misschien had hij voor enige diepgang kunnen zorgen. Nu blijft het boekje vooral een aaneenschakeling van uitspraken van mensen die niet verder komen dan het besef dat ze bij iets heel onthutsends aanwezig zijn geweest.
Boek: De laatste dag – Paul van der Lugt