Dark
Light

Oorlogskinderjaren van een ‘fascistenkind’

Auteur:
3 minuten leestijd
Straat in Grouw – Foto: CC
Straat in Grouw (CC BY-SA 3.0 - B. - wiki)

Historicus Jan Best schreef een klein boekje over zijn ‘oorlogskinderjaren’. Eigenlijk was het de bedoeling dat zijn vrouw Nanny, een bekend auteur van onder meer reisboeken, dit boek zou schrijven. Zij vroeg haar man aantekeningen te maken over zijn jeugd voor zijn twintigste levensjaar toen bij hem prostaatkanker was geconstateerd. Enkele maanden later bleek echter dat Nanny zelf alvleesklierkanker had. Ze overleed afgelopen zomer. Bij Jan Best sloeg de behandeling aan en na het overlijden van zijn vrouw besloot hij zelf het verhaal van zijn jeugd te gaan beschrijven.

Oorlogskinderjaren – Jan Best
Het is een dun boek geworden. In 66 pagina’s weet de auteur echter wel een indringend beeld te schetsen van zijn jeugdjaren en moeizame relatie met zijn ouders, die hij ‘het hoofd en het nekje’ noemt.

Jan Best werd geboren in 1941 in Grouw. Na de oorlog viel het gezin uiteen. Omdat zijn vader zich tijdens de oorlog bij de SS had aangesloten werd hij in een interneringskamp geplaatst. De kleine Jan werd ondergebracht bij zijn grootouders. Als het gezin enkele jaren later weer bijeen komt, blijkt voor Jan Best opnieuw een moeilijke tijd aan te breken. Als ‘fascistenkind’ moet hij zich letterlijk en figuurlijk verdedigen.

“Geheel buiten de realiteit levende, was voor mijn moeder 4 mei een schooldag als alle andere. Toen ik het schoolplein opliep, kwam een gesloten formatie van acht jongens dreigend op me af terwijl ze ‘vuile fascist’ tegen me riepen. […] Op de verhoogde stoep stond voor de schooldeur onze onderwijzer belangstellend toe te kijken. Een snelle blik leerde me dat ik van die kant geen hulp had te verwachten.”

Oorlogskinderjaren bevat drie hoofdstukken en een epiloog. In het eerste hoofdstuk, De vroege jeugdjaren wordt met name de periode beschreven waarin Jan bij zijn grootouders verblijft. Het tweede hoofdstuk, De leringjaren, begint in 1948 als Jan terugkeert bij zijn ouders in Grouw. Hier wordt onder meer de verhuizing naar Amsterdam beschreven. Jan raakt in deze periode bevriend met een jongen wiens Joodse vader tijdens de oorlog om het leven is gebracht. Het is in deze periode dat Jan zich voor het eerst openlijk gaat verzetten tegen zijn ouders en hun denkbeelden.

In het laatste hoofdstuk, De sabotagejaren, komt het uiteindelijk tot de definitieve breuk.

Vertroosting en waarschuwing

In de proloog legt Jan Best – een historicus die enkele jaren geleden nog in het nieuws kwam toen hij liet weten het 3.500 jaar oude Byblosschrift te hebben ontcijferd – uit waarom hij zijn boek heeft geschreven:

Allereerst ter vertroosting van de kinderen van Joden, verzetsmensen en fascisten die de Tweede Wereldoorlog en de nasleep daarvan hebben moeten meemaken en die als ongewilde slachtoffers van de trauma’s en wanen van hun ouders daaronder zwaar geleden hebben.

Verder waarschuwt Best voor “populistische leidersfiguren” die Jodenhaat opnieuw kunnen aanwakkeren. De VVD noemt hij de “broedkamer” van “fascistoïde partijen als Trots op Nederland en de PVV”. Helemaal in de overdrive gaat hij in de epiloog waar hij PVV-ideoloog Martin Bosma vergelijkt met Martin Bormann, Hitlers persoonlijk secretaris.

“Wie garandeert me (dan) dat de ontspoorde Martin Bosma, die nu dezelfde functie in de PVV bekleedt als destijds zijn bijna-naamgenoot Martin Bormann in de NSDAP, straks niet weer de Joden als doelwit neemt?”

Het is wat mij betreft niet het sterkste deel uit het boek van Jan Best maar het laat wel heel treffend zien hoe lang een oorlog zijn schaduw kan werpen. Na de dood van zijn geliefde hebben bij Best oude angsten de kop opgestoken. Zo krimpt hij tegenwoordig bijvoorbeeld weer ineen als hij op de eerste maandag van de maand sirenes hoort loeien.

Voor Jan Best is de Tweede Wereldoorlog duidelijk nog niet voorbij. Wie Oorlogskinderjaren leest snapt waarom en kan, met een beetje inlevingsvermogen, ook invoelen waarom Best zo nu en dan net wat te vol op het orgel gaat. Juist daarom is Oorlogskinderjaren wat mij betreft het aanraden waard. Oorlogen die maar vijf jaar duren bestaan niet.

~ Yuri Visser

Boek: Oorlogskinderjaren

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.323 actieve abonnees)


Donateurs ondersteunen ons project en dragen direct bij aan de uitbreiding van ons archief.

Meer informatie

×