Je wordt niet zomaar de lijfarts van een koning. Maar de privédokter van koning Willem I heeft een wel heel bijzonder en avontuurlijk leven geleefd. Historica Catharine Th. Bakker gaat in De lijfarts van de koning. Het avontuurlijke leven van Franz Joseph Harbaur de uitdaging aan om zijn leven te reconstrueren in een biografie. En hem aan de vergetelheid te onttrekken.
Franz Joseph Harbaur wordt in 1776 geboren in Neuwiller, een dorp in de Elzas. Hij is de zoon van een simpele plattelandschirurgijn. En daarmee zou zijn biografie een erg korte kunnen zijn geweest, als de Franse Revolutie en de Napoleontische oorlogen geen kansen hadden gecreëerd en deuren hadden geopend voor ambitieuze jongemannen van bescheiden komaf.
In de Duitstalige Elzas staat men niet te springen om mee te doen met Parijse fratsen. Toch bereikt de terreur en de oorlog ook de kleinste dorpen in deze grensstreek. De jonge Harbaur wil zich niet laten inlijven in het revolutionaire Franse leger. In 1791 vlucht hij de grens over naar Darmstadt. Vandaar vertrekt hij naar Würzburg waar hij wordt opgevangen door de artsenfamilie Siebold. Hij gaat studeren aan het gymnasium en de universiteit. Carl Casper Siebold heeft zich van eenvoudig chirurgijn opgewerkt tot hoogleraar geneeskunde aan de Universiteit van Würzburg. Hij neemt de jonge Duitse Fransman onder zijn hoede. In oorlogstijd is er altijd een grote behoefte aan medici. Harbaur zal deze dienst later belonen door Siebolds kleinzoon Philipp von Siebold een functie als militair arts in Nederlands-Indië te bezorgen.
Fichte, Schiller en Goethe
Als Harbaur twintig is vertrekt hij naar de prestigieuze universiteit van Jena om daar zijn studie voort te zetten. Het is de universiteit van de filosoof Johann Gottlieb Fichte en schrijver Friedrich Schiller. Hoogleraren verdienen vaak bij door kamers te verhuren aan studenten. En zo trekt Harbaur in bij Fichte. Hij wordt assistent van professor Johann Christian Stark. Stark geeft niet alleen les in de geneeskunde, maar heeft ook een bijzondere privé-clientèle. Harbaur maakt indruk als student en wordt door Stark naar patiënten als de familie Schiller gestuurd. Ook daar bevalt de jonge student goed. Het is het begin van een levenslange vriendschap met Friedrich Schiller en zijn echtgenote Charlotte. Van Schiller is het een kleine stap naar Goethe als die ziek wordt en een dokter zoekt.
De jonge, ambitieuze man weet zich door goed werk te leveren en slim te netwerken, langzaam toegang te verschaffen tot een hoger milieu. Als hij later naar Parijs vertrekt om daar af te studeren, bouwt hij vlot een klantenkring op van invloedrijke Duitse expats. Vandaaruit komt hij in beeld als lijfarts en ziekenhuisdirecteur voor de nieuwe, aan Napoleon onderhorige vorst van het Duitse vorstendommetje Fulda, prins Willem Frederik van Oranje-Nassau. Als Willem Frederik zich tegen Napoleon keert, wordt Fulda belegerd. De prins weet te vluchten, maar zijn lijfarts wordt krijgsgevangen genomen.
Lijfarts
Voor Harbaur begint dan een nieuwe periode als arts in Parijs. Deze keer onder de hoede van zijn dorpsgenoot, de Franse generaal en latere minister van Oorlog Henri Clarke. Het is door Clarke dat hij spion wordt. Door zijn connecties met de Duitse elite en zijn vertrouwenspositie als huisarts, is Harbaur daar zeer geschikt voor. Eerst moet hij in het door de Fransen bezette Berlijn de post controleren op bruikbare inlichtingen. Later wordt hij door Clarke naar Sint Petersburg gestuurd om daar te spioneren, terwijl hij als dekmantel lijfarts wordt van de invloedrijke Russische edelman graaf Viktor Kotsjoebej.
Als Napoleon na de desastreuze Russische veldtocht uiteindelijk wordt verslagen en voor de eerste keer in ballingschap moet, keert Harbaur net zo makkelijk weer terug in het andere kamp. Prins Willem Frederik is hem niet vergeten. Na Waterloo gaat de Elzasser belangrijke posities vervullen binnen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Zo wordt hij niet alleen commissaris voor geneeskundige zaken in de Zuidelijke Nederlanden, een rol die in het noorden wordt vervult door dr. P.J. Groen van Prinsterer, maar ook rector magnificus van de Rijksuniversiteit van Leuven. Naast natuurlijk de functie van lijfarts van Willem Frederik, inmiddels koning Willem I en diens moeder Wilhelmina van Pruisen. De werklust van Harbaur moet enorm geweest zijn als je leest hoeveel hooi de man op zijn vork neemt. Biografe Catharina Bakker wijdt die toewijding vooral aan Harbaurs loyaliteit ten opzichte van koning Willem. De vorst maakt hem uiteindelijk inspecteur-generaal van de Geneeskundige Dienst. Daarmee is Franz Harbaur een van de grondleggers van de gezondheidszorg in Nederland.
Witte plek
Bakker vult met De lijfarts van de koning een witte plek in op de kaart van de vroege geschiedenis van het koninkrijk. Ze vertelt via het levensverhaal van Harbaur vooral over de tijd waarin hij leefde. Zelf was hij bepaald geen productief schrijver, dus primaire bronnen zijn schaars. Er is zelfs geen afbeelding waarvan met zekerheid is te zeggen dat het Harbaur is. Maar door zijn opmerkelijke levensgang en de niet minder opmerkelijke personen die hij ontmoet, verschijnt Harbaurs persoon in een keur van andere bronnen, waaronder niet de minste zoals de dagboeken van Goethe en de brieven van Friedrich en Charlotte Schiller. Hij schopt het door zijn Russische avontuur en passant zelfs tot een personage in de roman Oorlog en vrede van Tolstoj.
De lijfarts van de koning. Het avontuurlijke leven van Franz Joseph Harbaur (400 blz.) is onlangs verschenen bij WalburgPers. Het is een mooi vormgegeven boek, hardcover, met een kaart en diverse illustraties in kleur en zwartwit. Aan dit goed geschreven, doorwrochte boek valt niemand zich een buil. Het verdient het om te worden genomineerd voor een geschiedenisboekenprijs.
Boek: De lijfarts van de Koning – Catharina Th. Bakker
Publicatiedatum: 2 juni 2020