De schande
Ondanks de ellende onder de arbeidersbevolking gaat het Belgiƫ tegen het einde van de negentiende eeuw nog altijd voor de wind. In 1897 vindt er in Brussel een wereldexpo plaats, waaraan 27 landen deelnemen en waar iedereen zich mag komen vergapen aan de Belgische vooruitgang. De expo zet de wonderen van de technologie in de verf. Er wordt een enorme machinegalerij opgetrokken waar bezoekers de technische nieuwigheden kunnen aanschouwen. Een volledig elektrisch restaurant en een monorail die 150 kilometer per uur haalt, zijn het neusje van de zalm. Men bouwt wijken met reconstructies van oude Brabantse en Vlaamse gebouwen. Er zijn ook internationale wijken met exotische paviljoenen. In de Tunesische en de Algerijnse wijk vind je een moskee, die later de Grote Moskee van Brussel wordt. De wereldtentoonstelling vindt plaats in het Brusselse Jubelpark en in Tervuren. Die gemeente doet dienst als de koloniale afdeling van de tentoonstelling in het speciaal hiervoor gebouwde Paleis der Koloniƫn. Belgiƫ en zijn koning Leopold II willen in dit deel van de expo pochen, maar hun gesnoef wekt vandaag de dag vooral weerzin op.
Twaalf jaar eerder, in 1885, heeft koning Leopold II een land verworven dat tachtig keer zo groot is als BelgiĆ«. Leopold II is naast de koning der Belgen nu ook de koning van Congo Vrijstaat. Hij trekt een rookgordijn op over āhet beschaven van een primitief volkā, maar onder zijn bewind wordt de Congolese bevolking gruwelijk uitgebuit terwijl rubber, ivoor en andere producten geld in de koffers brengen. De vraag naar rubber voor de productie van banden van autoās, een nieuwe uitvinding, wordt groter. De plaatselijke bevolking wordt gedwongen rubber te verzamelen. De Congolese dwangarbeider die zijn quotum rubber niet haalt, krijgt zweepslagen of brandwonden toegediend, of de gruwelijke straf van het afhakken van de handen.
Op de wereldexpo wil Leopold II de publieke opinie in Europa en eventuele investeerders charmeren door een āmensentuinā in te richten in Tervuren, een āzoo humainā. 267 Congolezen zijn onder dwang uit hun omgeving geplukt en naar BelgiĆ« gebracht. Tijdens de lange bootreis overleden twee van hen. De Congolezen stelt men in Tervuren tentoon als curiosa. Overdag verblijven ze in nagebouwde Afrikaanse dorpen die zijn gemaakt van Congolese materialen. De reconstructie negeert het bestaan van Congolese koninkrijken en hun politieke en maatschappelijke systemen. Het moet er vooral heel primitief uitzien. Ze worden gedwongen om in strooien rokken rond te lopen, terwijl ze thuis andere kledij dragen. Rond het dorp staat een hek. Meer dan een miljoen bezoekers gapen hen vanachter dat hek aan. De meeste Europeanen beschouwen de zwarte Afrikanen als āwildenā en minderwaardige mensen. Overal in de wereld installeren de Europese landen koloniale besturen, waardoor er een versterkt superioriteitsgevoel ontstaat. Dat gevoel probeert men wetenschappelijk te staven door allerlei theorieĆ«n en onderzoeksmethodes. Een van de methodes om de mensheid op te delen is door craniometrie toe te passen, of schedelmetingen. Maar hoe meer schedels Europese wetenschappers opmeten, hoe meer ze tot het besef komen dat hun theorie eigenlijk nonsens is.
Het Gijzegemdorp
Op de expo in Tervuren kun je het Gijzegemdorp bezoeken, genoemd naar de gemeente bij Aalst, waar de missionaris pater Van Impe toont hoe je de gekoloniseerden ābeschaaftā. Het is op de tentoonstelling voor de bezoekers strikt verboden om enig contact te hebben met de Congolezen. Er hangt zelfs een bordje met āVerboden te voederenā. De zomer van 1897 is koud en nat. Verschillende van de uitgestalde mensen worden ziek door het slechte weer, maar ook door de stress en de voortdurende vernederingen.
Zeven Congolezen overleven de wereldtentoonstelling niet, zes mannen en een vrouw: Sambo, Ngemba, Ekia, Nzau, Kitukwa, Mibange en Mpemba. Men weigert hun lichamen te begraven op de plaatselijke begraafplaats en dus belanden ze in een massagraf op ongewijde grond, grond die men voorbehoudt aan zelfmoordenaars. Pas in 1953 krijgen ze een laatste rustplek op het kerkhof van de Sint-Jan-de-Evangelistkerk in Tervuren. Het Paleis der Koloniƫn wordt na de tentoonstelling de voorloper van het huidige AfricaMuseum.
In het begin van de twintigste eeuw komt er een felle internationale campagne op gang die het beleid van Leopold II in Congo op de korrel neemt. Onder meer de bekende schrijver van de Sherlock Holmesverhalen, Sir Arthur Conan Doyle, pent in het pamflet The Crime of the Congo zijn walging van het ārubberregimeā van Leopold II neer. Het is in zijn ogen āde grootste misdaad die ooit in de wereldgeschiedenis is begaanā. In het najaar van 1908 draagt Leopold II het bezit van zijn kolonie over aan de Belgische staat.