De positivistische misvatting

3 minuten leestijd
De binnenkant van de sarcofaag van Simpelveld (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)
De binnenkant van de sarcofaag van Simpelveld (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Wat weten we over de hierboven afgebeelde “dame van Simpelveld”? Je kunt het opsommen. Ze woonde in de buurt van het Zuid-Limburgse Simpelveld, want daar is de sarcofaag gevonden. Ze droeg sieraden, want die zijn in de grafkist aangetroffen. Ze werd gecremeerd, want haar stoffelijke resten lagen daar eveneens in. Dit zijn de harde feiten.

Auguste Comte
Auguste Comte

Harde feiten: dat was wat de Franse filosoof Auguste Comte aan het begin van de negentiende eeuw centraal wilde stellen in de menswetenschappen. Die harde feiten moesten dan worden verbonden in de wetmatige verbanden. Hij noemde deze aanpak “positivisme” en zo is het gekomen dat het wetmatige verklaringsmodel waarover ik vorige week schreef wordt aangeduid als “positivistisch”. Ook de nadruk op waarneembare feiten wordt aangeduid met deze uitdrukking. Wat ik opsomde in de eerste alinea zijn dan de positieve feiten over de dame van Simpelveld.

Het lijkt op het eerste gezicht verstandig vooral te kijken naar de concrete feiten, maar er zitten diverse addertjes onder het gras. Eén daarvan is dat niemand van ons ooit een oudhistorisch feit heeft gezien. Het moet worden gededuceerd uit de “neerslag”: de bronnen die erover zijn geschreven, de vondsten, eventueel de wél waarneembare gevolgen. Een feit is dus een reconstructie, wat niet wil zeggen dat je er niet op mag vertrouwen dat, pakweg, Cheops een piramide heeft laten bouwen en dat de Atheners de Perzen hebben verslagen bij Marathon.

Speculeren

Een tweede probleem is dat er meer feiten zijn geweest dan we kunnen reconstrueren. Als ik Romes Germaanse Oorlogen reconstrueer, beschik ik over enkele bronnen: Cassius Dio beschrijft de campagnes van 12, 11, 10 en 9 v.Chr., Velleius Paterculus die van 5, 6 en 10 n.Chr., en Tacitus vermeldt die van 3 v.Chr. en 14, 15 en 16 n.Chr. Pak een willekeurige historische atlas en u ziet die campagnes ook keurig afgebeeld. Lees een boek als Bosman & Lenderings De rand van het Rijk en u leest wat er in de bronnen staat, met een commentaartje erbij. Het probleem is dat er méér moet zijn gebeurd en dat we het niet weten. De fout die Bosman en ik maakten is dat we ons beperkten tot dat wat we (vrij) zeker wisten. Dat staat, met een woord van de Britse archeoloog Anthony Snodgrass, bekend als de positivistische misvatting.

Je zou minimaal ook moeten speculeren over wat niet is overgeleverd: de known unknowns. Een deel daarvan is verantwoord. Ik durf wel voor mijn rekening te nemen dat de nabestaanden van de dame van Simpelveld rijk zijn geweest, want anders kon je zo’n unieke sarcofaag niet laten maken. Ze zal ook wel in een groot landhuis hebben gewoond, waar knechten en slaven het werk deden. Haar kleren zullen niet goedkoop zijn geweest. Afgaande op de normale demografische gegevens zal ze rond haar vijftiende zijn getrouwd met een man van vijfentwintig en had ze zes kinderen, waarvan er drie moeten zijn overleden voor hun moeder.

Deze speculaties zijn verantwoord omdat we de dame van Simpelveld kunnen vergelijken met mensen uit haar eigen tijd en haar eigen omgeving. We hebben echter meer vragen. Een simpel voorbeeld: kon deze vrouw beschikken over haar eigen bezittingen? Nu wordt het lastiger. Wat we denken te weten van het Romeinse Recht is gebaseerd op het Corpus Juris, een verzameling die in de zesde eeuw is aangelegd in het vroege Byzantijnse Rijk. De juristen baseerden zich op een oudere collectie, die was samengesteld in Beiroet, nutrix legum. Die was weer gebaseerd op het recht zoals het in de vroege derde eeuw had gegolden in Italië.

Je kunt zeggen dat het Corpus Juris relevant is voor de Lage Landen omdat het beter is dan niets. Je kunt ook een vergelijking maken: deze tekst benutten voor de dame van Simpelveld is zoiets als uitspraken doen over de juridische status van pakweg Judith Leyster aan de hand van een in 1870 gemaakte samenvatting van het Italiaanse privaatrecht uit de vroege achttiende eeuw. Of om een ander voorbeeld te geven: het is zoiets als een film maken over de Friese vorst Radboud en de lacunes in je kennis te vullen met Vikingsaga’s en Griekse mythen over Amazones. Ik zou geneigd zijn dit niet te beschouwen als speculatie maar als flauwekul.

Jona Lendering is historicus, webmaster van Livius.org en docent bij Livius Onderwijs. Hij publiceerde verschillende boeken en verzorgt een nieuwsbrief over de Oudheid. Zie ook zijn blog: mainzerbeobachter.com

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×