Hij wordt regelmatig de ‘Shakespeare van de twintigste-eeuwse Franse literatuur genoemd’, literair critici steken nog altijd de loftrompet met zijn À la recherche du temps perdu en de Proustianen – ja, heus! – dwepen met hem alsof hij een popster is.
Het gaat hier uiteraard over Marcel Proust, de wereldberoemde Franse romanschrijver, essayist en criticus, geboren in 1871 in het dorpje Auteuil, gelegen naast het grootste en turbulente Parijs. Hoewel Proust als jonge jongen al met een slechte gezondheid – sinds zijn negende levensjaar met astma-aanvallen – kampte, weerhield zijn ziekte hem er niet van een schrijverscarrière na te streven. Daarbij werd de jonge Proust, die zich graag ophield in de met aristocraten en intellectuelen gevulde salons van kunstenares Madeleine Lemaire, geholpen door zijn connecties en zijn grote kennis van andere wereldberoemde schrijvers, zoals John Ruskin en Thomas Carlyle.
Proust’s vroege schrijfsels, zoals Les Plaisirs et les Jours, vonden echter weinig gehoor onder literatuurminnende Parijzenaren en zijn vertalingen van Ruskins teksten werden weliswaar niet slecht ontvangen, maar maakten hem allerminst de wereldberoemdheid die hij tegenwoordig is. Het werk dat daar verandering in bracht – en waar hij nog altijd om wordt herinnerd – is À la recherche du temps perdu, zijn duizenden pagina’s en haast tien miljoen karakters tellende magnum opus.
À la recherche
In het vijftien-delige À la recherche vertelt een gevoelige jongeman, geboren in een adellijke negentiende-eeuwse familie (de gelijkenissen met Proust zijn niet toevallig), over zijn zoektocht, zijn droom van het schrijverschap en over alle inzichten die hij tijdens die zoektocht opdoet. Inzichten over de wereld, over de liefde, seksualiteit, zingeving, mondaine aspiraties, kunst, aristocratie en over het bestaan – over verleden, heden en toekomst.
De madeleine-scène, die in vrijwel ieder commentaar over À la recherche (en dat zijn er heel wat!) wordt gememoreerd, is kenmerkend voor het boek. De verteller drenkt een stukje van een madeleine, het (sindsdien) typische Franse gebakje, in een kopje thee, neemt daar een hapje van, en op het moment dat de cakekruimels vermengd met de thee zijn gehemelte raken, wordt het geheugen van de verteller geactiveerd en herinnert hij zich, tot in het grootste detail, de vakanties die hij tijdens zijn jeugdjaren in het fictieve stadje Combray doorbracht. Het cakeje roept een onwillekeurige herinnering op, een belangrijk onderdeel uit zijn jeugdjaren, waardoor het lijkt alsof heel Combray, inclusief bloemen, parkjes, huizen en bewoners, uit het theekopje oprijst.
Het terugvinden van die verloren tijd, die temps perdu, of, beter nog, het opnieuw toegang krijgen tot die herinneringen uit het verleden, staat centraal in Prousts boek. Het opnieuw ontsluiten van de in ons aanwezig zijnde, maar in vergetelheid geraakte herinneringen, is het steeds terugkerende thema.
In welluidende en immer uitdijende zinnen, vol van zintuiglijke waarnemingen, ontrafelt Proust subtiel het innerlijk en reflecteert hij op het ‘diepe ik’. Het literaire werk van Proust is daarom, zo beweren literair critici, dan ook een uitstekend instrument om jezelf beter te leren kennen, een vingeroefening in de kunst van het mens-zijn.
Proustvragenlijst
Het is dan ook niet verrassend dat de naam van Proust is vastgeklonken aan een oude, van oorsprong Engelse, vragenlijst, bestaande uit circa dertig vragen, die tot doel heeft om meer zelfinzicht te krijgen: de Proust Questionnaire.
Prousts antwoorden op de vragenlijst geven veel inzicht in zijn persoonlijkheid. Op de vraag wat hij het meest waardeert bij zijn vrienden, antwoordt hij: ‘Zachtzinnig tegen me te zijn, als hun persoonlijkheid exquis genoeg is om grote waarde aan hun zachtzinnigheid te hechten.’ Grootste antipathie? ‘Mensen die niet aanvoelen wat goed is, die niet weten hoe heerlijk genegenheid is.’ Hoe hij zou willen sterven? ‘Een beter mens – en bemind.’ Dergelijke antwoorden geven een uniek inkijkje de gevoelige, naar genegenheid hunkerende jongeman, die Proust was.
‘Nieuwe’ antwoorden
Tot voor kort was bekend dat Proust de lijst zelf tweemaal had ingevuld: in 1887 en in 1894. Maar op een Parijse boekenbeurs dook in april 2018 een nieuwe, door Proust ingevulde, versie van de vragenlijst op. Deze tot dan toe onbekende Questionnaire dateert uit 1884, ruim drie jaar voor de oudst bekende vragenlijst, en geeft de antwoorden van de jonge Proust op spannende vragen als: ‘Wat was het pijnlijkste moment van je leven?’ en ‘Wat is voor jou het ideaal van aards geluk?’ en op meer triviale vragen als ‘In welk land zou je het liefst wonen?’ of ‘Heb je liever een hard of een zacht kussen?’
Spoiler: op die laatste vraag antwoordt de tiener Proust dat hij het liefst slaapt op dat kussen waarop hij de mooiste dromen heeft.
In het licht van de sensationele ontdekking verscheen recentelijk het boekje Vragen van Proust, waarin de nieuwe vragenlijst voor het eerst in Nederlandse vertaling verschijnt. Het boekje geeft bovendien de antwoorden van enkele beroemde Nederlanders, zoals Neelie Kroes, Murat Isik en Arnon Grunberg, op de Questionnaire. En uiteraard wordt de lezer uitgedaagd om ook zichzelf eens onder de loep te nemen – een verrassende en tegelijkertijd spannende oefening!
Boek: Vragen van Proust
Voor de liefhebber: de vragenlijst van Proust
- Wat is voor u volmaakt geluk?
- Wat is uw grootste angst?
- Met welk historisch figuur vereenzelvigt u zich het meest?
- Welke karaktertrek vindt u het meest irritant van uzelf?
- Welke karaktertrek vindt u het meest irritant bij anderen?
- Welke verleiding kunt u niet weerstaan?
- Wat is uw favoriete reis?
- Met welk deel van uw uiterlijk bent u het minst tevreden?
- Welk levend persoon veracht u?
- Waarvan hebt u het meeste spijt?
- Wanneer en waar was u het gelukkigst?
- Wat is uw huidige gemoedstoestand?
- U mag een ding aan uzelf veranderen. Wat zou dat zijn?
- Wat is uw grootste prestatie?
- Wat is uw dierbaarste bezit?
- Wat is voor u het dieptepunt van ellende?
- Waar zou u willen wonen?
- Wat is uw meest typerende eigenschap?
- Welke eigenschap waardeert u het meest in een man?
- Welke eigenschap waardeert u het meest in een vrouw?
- Wie zijn uw favoriete auteurs?
- Wie zijn uw helden?
- Hoe luidt uw adagium?