De Slag aan de Somme (1 juli-18 november 1916)

7 minuten leestijd
Foto gemaakt aan het begin van de Slag aan de Somme - Foto: Imperial War Museums
Foto gemaakt aan het begin van de Slag aan de Somme - Foto: Imperial War Museums

Het oorlogsjaar 1915 was slecht verlopen voor de Geallieerden. Eind 1915 hielden de geallieerde generaals beraad, en planden zij een groot voorjaarsoffensief in Noord-Frankrijk, en wel in het centrale deel van het westfront, het gebied rond de rivier de Somme. Doordat de Fransen vanaf februari 1916 bij Verdun hun eigen troepen hard nodig hadden, waren het in weerwil van de plannen vooral de Britse legers die ten aanval werden gestuurd.

Beroemde poster met daarop de beeltenis van Kitchener
Beroemde poster met daarop de beeltenis van Kitchener
De meeste Britse soldaten waren ongetrainde vrijwilligers, de bloem van het door Kitchener in 1914-1915 uit de grond gestampte leger van Pal Batallions. De drempel om zich te laten inlijven in Kitchener’s Army was verlaagd door de vorming van deze bataljons die bestonden uit arbeiders van dezelfde fabriek, leden van dezelfde sportverenigingen, jaarklassen van studenten of wijkgenoten. Het voordeel van Pal Batallions was dat de jongens elkaar kenden en voor elkaar door het vuur zouden gaan. Op kleurige affiches richtte de overdadig besnorde Kitchener zijn vinger dwingend op de kijker: ‘Your Country needs you!’ Kitchener personifieerde de oorlog, met zijn strenge blik vanaf de aanplakbiljetten. Zijn gezichtsuitdrukking stond model voor de grimmige vastberadenheid van de Britten.

Big Push

De zogenoemde Big Push moest de Britten diep achter de Duitse linies brengen. Op 1 juli 1916 om halfacht in de ochtend verlieten de eersten van de (uiteindelijk negentien) Britse divisies hun stellingen, samen 100.000 soldaten. De aanval was voorafgegaan door een hevig artilleriebombardement van meer dan een week. Dwars door het niemandsland moesten de jongens in de richting van de vijandelijke loopgraven lopen. Het werd een tragedie. Er waren in die voorafgaande week weliswaar anderhalf miljoen granaten afgeschoten, maar veel waren van het verkeerde soort. Een derde van de granaten bestond uit blindgangers. De Duitse loopgraven en stellingen, speciaal hun goed ingerichte schuilkelders, waren nog grotendeels intact, ondanks het feit dat er ook nog eens tienduizenden mineurs en sappeurs maandenlang bezig waren geweest om als mollen, vijftien meter onder de grond, tunnelsystemen aan te leggen teneinde de vijandelijke loopgraven op het beslissende moment te laten exploderen. Die explosies sloegen enorme kraters, zonder evenwel de Duitse defensie uit te schakelen.

Dag één: Zestigduizend slachtoffers

Vliegensvlug betrokken de Duitse schutters na het inleidende bombardement hun mitrailleursnesten. Ze namen onmiddellijk de Britten onder vuur, die bijna schouder aan schouder in gestaag tempo kwamen aanlopen. De aanval had wellicht kunnen slagen indien de Britse artillerie direct achter de oprukkende infanteristen mee naar voren was verplaatst, om laag over de eigen troepen heen de vijand te bestoken. Deze tactiek, de creeping barrage, stond toen echter nog in de kinderschoenen. Dat die tactiek hier niet werd toegepast, gaf aan de Duitse verdedigers de kans om hun mitrailleurs regens van kogels te laten spuwen op de naderende Britse infanteristen. Als de stakkers de Duitse prikkeldraadversperringen al bereikten, ontstonden daar opstoppingen voor de spaarzame gaten, zodat de Duitse schutters met succes hun vernietigende karwei konden voortzetten.

Soldaten halen een gewonde Brit uit een veroverde Duitse loopgraaf - Foto:  Imperial War Museums
Soldaten halen een gewonde Brit uit een veroverde Duitse loopgraaf – Foto: Imperial War Museums

Op de eerste dag van het offensief sneuvelden er uit de dertien deelnemende divisies 19.240 soldaten, en raakten er ruim 36.000 gewond. Nooit eerder en nooit nadien verloor het Britse leger op één dag zo veel man. Het was verschrikkelijk: door het systeem van Pal Batallions verloren dorps- en wijkgemeenschappen op die dag soms meer dan de helft van hun zonen. Hele stadswijken en sportverenigingen werden zo in diepe rouw gedompeld. De vijf Franse divisies die zuidelijk van de Britse eenheden waren ingezet, waren succesvoller; zij wisten zelfs 3000 Duitsers krijgsgevangen te maken, maar slaagden er net zomin als de Britten in om een beslissende doorstoot te forceren.

Een beschrijving:

“Hier in het bos van Authuile, dat in Britse handen was, werden de gewonden die de eigen linies wisten te bereiken verzameld en, als het kon, geëvacueerd. De meesten bleven echter dagenlang in het niemandsland liggen, en in de nacht van 1 op 2 juli (1916) steeg daarvandaan langs de hele lengte van het front een erbarmelijk gekerm op; vanuit de betrekkelijke veiligheid van het bos hoorde luitenant Hornshaw van de West-Yorkshires een geluid als “het geschraap van enorme natte vingers over een enorme ruit”. De herinnering aan dit treurige gehuil zou hem zijn leven lang achtervolgen.” Kees en Chrisje Brands, Velden van weleer, p. 146

Foto genomen tijdens de Slag aan de Somme (Imperial War Museums)
Foto genomen tijdens de Slag aan de Somme (Imperial War Museums)

De enige goede Mof een dode Mof

Het rampzalige begin weerhield de Britse opperbevelhebber Douglas Haig er niet van om de gevechtshandelingen voort te zetten. Er volgden nog talrijke offensieven, ook van Canadese, Zuid-Afrikaanse, Australische, Nieuw-Zeelandse troepen en van regimenten uit Ulster en uit de rest van Ierland. De 790 Newfoundlanders verloren bij hun ondoordachte aanval op Beaumont-Hamel 90 procent van hun eenheid. Bij geen enkele van de talloze doorbraakpogingen slaagde men erin de gestelde doelen te bereiken: niet eens de stad Bapaume, laat staan het noordelijker gelegen Arras.

Schrijnend zijn de vele getuigenissen van overlevenden: hoe op het fluitsignaal de jongens met 30 kilo bepakking de ladders op moesten klimmen, om meteen daarna te worden neergemaaid ‘als gras in de wei’. Hoe er geen genade gold voor gewonde vijanden: ‘de enige goede Mof is een dode Mof’. Hoe menig soldaat gek werd van het trommelvuur, en shell shock (oorlogsneurose) als nieuwe soldatenziekte werd ontdekt. Hoe de gereedstaande ambulancetreinen die de gewonden naar hospitalen moesten brengen, binnen de kortste keren volgepropt zaten. En permanent heerste er de ondraaglijke stank van halfvergane lijken, en bleven er flarden gas boven de granaattrechters hangen.

De angstige dagboekaantekeningen van soldaten van wie velen korte tijd later bleken te zijn gesneuveld, raken de lezer in het hart, net als de aangrijpende getuigenissen van mannen die erbij waren. Een van de overlevenden was de latere Britse premier Harold MacMillan. Een andere was J.R.R. Tolkien, de toekomstige auteur van The Lord of the Rings: de ‘Dode Moerassen’ in The Two Towers (kleverige modder, afschuwelijke stank, dode gezichten onder het wateroppervlak) zijn geïnspireerd door de Somme in oktober-november 1916.

De voetbal

Het sterkste verhaal (bevestigd door ooggetuigen) was dat van de voetbal. Een Britse kapitein had tijdens zijn verlof vier voetballen gekocht, één voor elk van zijn pelotons. Om zijn mannen te motiveren en wellicht om hun doodsangst te overwinnen, loofde hij een prijs uit voor het peloton dat als eerste de bal dwars door het niemandsland in de Duitse loopgraven had gedribbeld. De kapitein sneuvelde, samen met het gros van zijn manschappen. Maar de Britse pers bejubelde het voorval: dát was pas Britse heldenmoed, dit staaltje van sportiviteit, opofferingsgezindheid en doorzettingsvermogen.

Britse tank tijdens de Eerste Wereldoorlog
Britse tank tijdens de Eerste Wereldoorlog

Landschepen

Na tweeënhalve maand vechten waren de Britten en de Fransen nog maar enkele kilometers opgeschoten. Op 15 september 1916 gebruikten de manschappen van Haig een nieuw wapen: de tank. Die was in 1915 op aandringen van Winston Churchill in het geheim ontwikkeld vanuit een visionair ontwerp van een soort ‘landschepen’, ruitvormige stalen gevaartes op rupsbanden. Maar met de tanks was nog te weinig geoefend, en het aantal van vijftig (waarvan er enkele door defecten snel uitvielen) was lang niet voldoende om een doorbraak te forceren. Bovendien werden de tanks verkeerd ingezet, namelijk afzonderlijk, ter ondersteuning van de infanteristen. Een aantal tanks werd uitgeschakeld door de Duitse artillerie. Het psychologische effect was wél belangrijk: de Duitsers hadden aanvankelijk geen antwoord op dit piepende en knarsende monster dat tot hun grote schrik over hun loopgraven heen kon walsen.

In oktober veranderden hevige regens het strijdtoneel in een groot moeras, waarin alles bleef steken. Op plekken in de Duitse verdedigingslinies waar de Britse artillerie bressen had geslagen, was de aarde dusdanig omgewoeld, dat het regenwater het landschap veranderde in een gigantische modderpoel. Toen de wapens eindelijk zwegen, waren er meer dan 600.000 Britse en Franse soldaten gesneuveld, gewond of vermist. De Duitse verliezen bedroegen een kleine kwart miljoen soldaten.

Douglas Haig niet ontevreden

Douglas Haig, de Britse opperbevelhebber aan het westelijk front
Douglas Haig, de Britse opperbevelhebber aan het westelijk front
De Slag aan de Somme figureert in het collectieve geheugen als hét symbool van de zinloze verkwisting van jonge mannenlevens waar de Eerste Wereldoorlog het patent op heeft. De meeste soldaten die sneuvelden kregen de vijand nooit in het vizier. Ze werden neergemaaid door granaatscherven of mitrailleurkogels, of verpulverd door artillerievuur. De ultieme kwetsbaarheid van het menselijk lichaam voor de wonderen der technologie werd aangetoond: de oorlog was een vernietigingsmachine geworden. Toen hun duidelijk werd dat het misliep, wisten de fantasieloze generaals geen alternatieve strategie te bedenken, en besloten zij steeds weer tot hernieuwde aanvallen.

Haig toonde zich na afloop van de slag evenwel niet ontevreden. Al werden zijn doelen bij lange niet gehaald, volgens een groep experts was de slag niet geheel zinloos. De Duitsers moesten manschappen weghalen bij Verdun, zodat de Fransen daar konden standhouden. Bovendien kregen de Russen even lucht. De Duitse militaire kracht was zodanig verzwakt, dat de legerleiding in Berlijn in haar wanhoop in februari 1917 zou besluiten tot de onbeperkte duikbotenoorlog; daarmee haalde Duitsland zich de oorlogsverklaring van de Verenigde Staten op de hals, wier deelname aan de strijd van doorslaggevende betekenis zou zijn. Zo bekeken, zou de Slag aan de Somme nog ergens goed voor zijn geweest.

Een kleine geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog
Een kleine geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog
Haig had mooi praten. Zijn minister van Oorlog David Lloyd George (premier vanaf december 1916) gaf in november 1916 een vernietigend oordeel over het Somme-offensief.

‘Hij verspilt gewoon de levens van deze jongens!’

Lloyd George heeft van zijn lage waardering voor de ijdele, zelfingenomen opperbevelhebber nooit een geheim gemaakt. Herhaaldelijk botsten de twee mannen. In de naoorlogse memoires van beide kemphanen werd de discussie op venijnige toon voortgezet.

Maar als premier heeft Lloyd George zijn opperbevelhebber niet durven ontslaan. Daardoor kreeg de generaal in 1917 bij Ieper alle kans om zijn fouten aan de Somme van 1916 te herhalen.

0
Reageren?x
×