De sterkste vrouw van de oudheid
Het leven van de Egyptische vrouw beperkte zich niet alleen tot de familie en het huishouden. Ze was ook een zelfredzame dame. Zeker voor die tijd. Ze klaagde net zo makkelijk haar vader aan of schopte het zelfs tot hoofd van het schrijversatelier. Vrouwen in het oude Egypte hadden een bijzondere positie in vergelijking met vrouwen uit andere culturen. Herodotus merkte dat in zijn Historiën al op:
In overeenstemming met het eigenzinnige klimaat dat er heerst en het feit dat hun rivier zich anders gedraagt dan elke andere rivier, zijn bijna alle Egyptische gewoonten en gebruiken het tegenovergestelde van die van overal elders. Zo gaan de vrouwen naar de markt en drijven handel, terwijl de mannen thuis blijven en weven. De mannen dragen lasten op hun hoofd, de vrouwen op hun schouders. De vrouwen urineren staand, terwijl de mannen dat zittend doen.
Hoewel Herodotus het lang niet altijd bij het juiste eind heeft, is zijn observatie hier treffend. Egyptische vrouwen hadden juridisch gezien dezelfde status als Egyptische mannen, maar hun sociale en economische mogelijkheden waren beperkter – hierdoor was er in het dagelijks leven lang niet altijd sprake van volledige gelijkheid. Ze staan bekend als de meest zelfstandige vrouwen van de oudheid. Daarom is het niet verwonderlijk dat hun unieke positie wetenschappers al zo lang fascineert.
Snel zelfstandig
Egyptische vrouwen zijn vaak de dochter of gemalin binnen het gezin. De meest voorkomende titels die vrouwen in het Nieuwe Rijk droegen, waren dan ook ‘meesteres van het huis’ en ‘echtgenote’. Egyptische kinderen erfden van hun vader en moeder – ook dochters hadden recht op een deel van het familiebezit. Hoewel het de gewoonte was dat alleen de oudste zoon voor de begrafenis van de ouders en de verdeling of het beheer van het bezit zorgde, was het niet onmogelijk dat een dochter dat deed.
Vrouwen verlieten bij het huwelijk hun ouderlijk huis om met hun kersverse echtgenoot een eigen huishouden te stichten. Desondanks bleef de band met de eigen familie dikwijls hecht. Zowel van mannen als vrouwen werd verwacht dat ze voor hun ouders zorgden. Zo niet, dan kon dat gevolgen hebben. In het testament van mevrouw Naunakhte uit de regering van Ramses V (papyrus Ashmolean 1945.97) ontneemt ze resoluut enkele van haar kinderen het recht op haar persoonlijke – en aanzienlijke – legaat. Haar dochters Hensjene en Chanoeb verloren hun deel van de erfenis omdat ze, in tegenstelling tot haar andere kinderen, Naunakhte niet hielpen met haar levensonderhoud.
Toch was het huwelijk voor vrouwen ook een manier om onafhankelijk van haar familie te worden. De egyptologe Janet Johnson suggereert zelfs dat Egyptische vrouwen eerder zelfstandig waren dan mannen – aangezien vrouwen het ouderlijk huis over het algemeen jonger verlieten en ze al hun deel van de erfenis meekregen. Mannen daarentegen moesten wachten op hun deel van de erfenis en soms op het recht van zelfbeschikking tot hun vader overleden was of afstand wilde doen van zijn positie als hoofd van de familie. Zo ging een vrouw met een sterkere economische positie het huwelijk in dan haar toekomstige echtgenoot. Al stapten Egyptische meisjes vaak aanzienlijk jonger in het huwelijksbootje dan jongens. De vraag is of wel een tienermeisje bij machte was om de situatie in haar nieuwe thuis naar haar hand te zetten, ook al werd ze gesteund door haar eigen familie.
De hoopvolle man
Over de huwelijkssluiting zelf is weinig bekend. Er is geen religieuze ceremonie of registratie door de Egyptische staat bekend uit de bronnen. Het lijkt er soms op dat echtparen simpelweg samen een huis betrokken. Toch zijn er aanwijzingen dat de trouwdag meer inhield dan dat. In huwelijksteksten uit de 7de en 6de eeuw voor Christus (geschreven in abnormaal-hiëratisch schrift) staat hoe een man zijn toekomstige vrouw komt ophalen in haar ouderlijk huis. Daarbij zweert hij ter plekke een eed, over alles wat haar toekomt bij de god Amon en de koning in geval van scheiding.
Een tekst uit de 20ste dynastie (ostracon British Museum EA 65936) uit Deir el-Medina lijkt een gelijksoortige situatie te beschrijven. Die tekst bevat een lijst van spullen die een hoopvolle man naar het huis van zijn geliefde had gebracht. Maar hij werd door de dame en haar familie weggestuurd. Hij komt zelfs nog een tweede keer terug, maar wordt ook dan afgewezen. De tekst lijkt een ontwerp te zijn voor een formele klacht die hij wilde indienen. Wat hij hiermee probeerde te bereiken is niet helder, want het lijkt erop dat het meisje absoluut niet van plan was met hem te trouwen. Misschien was er ooit een huwelijksbelofte gedaan die inmiddels niet meer gehonoreerd zou worden.
Tijdens het huwelijk was er een verwachting van affectie en samenwerking tussen de echtgenoten. Huwelijkse trouw werd serieus genomen en overspel sterk afgekeurd. In de abnormaal-hiëratische huwelijkscontracten is overspel door de vrouw ‘de grote zonde die men vindt in een vrouw’ als reden voor een scheiding genoemd.
Dat betekent niet dat het bij mannen gedoogd werd. Papyrus British Museum EA 10416, een brief daterend uit de 20ste dynastie, maakt melding van een hoogoplopende ruzie over een getrouwde man die al driekwart jaar een buitenechtelijke relatie had met zijn buurvrouw. Familieleden dreigden de schuldige vrouw en haar naasten zelfs in elkaar te slaan. Ze vonden de verhouding onacceptabel en eisten dat de man officieel van zijn huidige vrouw scheidde, voordat hij met een ander verder ging.
Eruitgooien of vertrekken
Scheidingen waren niet ongebruikelijk in Egypte en konden ook door de vrouw geïnitieerd worden. Toch was dit vooral voor vrouwen een ingrijpende gebeurtenis. In de abnormaal-hiëratische teksten wordt het omschreven als ‘gegrepen worden door het zware lot’. De termen voor scheiden, namelijk ‘eruitgooien’ – of ‘vertrekken’ als de vrouw de scheiding initieert – zijn letterlijk zo op te vatten. In de meeste gevallen moest de vrouw het huis van haar man vermoedelijk verlaten en was ze gedwongen elders onderdak zoeken.
Een belangrijk reden voor een scheiding was onvruchtbaarheid. Hoewel adoptie ook een mogelijkheid was om de familielijn door te zetten, was het uitblijven van een zwangerschap voor veel vrouwen vast een reden tot groot verdriet. In vergelijking met vrouwen zoals Naunakhte – die maar liefst acht nog levende kinderen had aan het einde van haar leven – werden kinderloze vrouwen als bijzonder meelijwekkend gezien door hun omgeving. Tegelijkertijd stonden er in medische teksten recepten voor contraceptie; zwangerschap was dus zeker niet altijd gewenst.
Zwangerschap en baren golden als een bron van zorgen en angst. Zoals in alle vroege samenlevingen waren de gezondheidsrisico’s voor vrouwen bij zwangerschap aanzienlijk, en sterfte in het kraambed was een terugkerende tragedie. Religieuze (magische) hulpmiddelen werden aangewend om zwangere vrouwen en jonge moeders te beschermen. De goden Bes en Taweret waren voor hen bij uitstek de beschermgoden.
Een zwakke groep
Een ander mogelijk onheil was het vroeg overlijden van de echtgenoot, omdat weduwen tot de zwakste groepen in de samenleving behoorden. Egyptische echtelieden erfden namelijk niet automatisch van elkaar – als een man onverwachts overleed en hij geen voorzieningen had getroffen voor zijn vrouw verviel zijn volledige bezit aan zijn kinderen. Bij gebrek aan nazaten kwam het bezit aan zijn eigen familie toe.
Een optie om een echtgenote zekerheid te verschaffen was door haar juridisch te adopteren als ‘dochter’ waardoor ze wel kon erven. Die situatie is beschreven in de beroemde Adoptiepapyrus uit het einde van het Nieuwe Rijk (papyrus Ashmolean Museum 1945.96), waarbij de man Nebnefer zijn echtgenote Nanefer adopteert. Een van zijn zussen is ook aanwezig en keurt het document goed.
Ook voor hun begrafenis waren vrouwen afhankelijk van de gunsten van hun familie. Er zijn bijzonder weinig vrouwen die een eigen graf bezaten, alhoewel ze dit soms wel konden bekostigen. Mogelijk was er toestemming nodig om een graf te mogen aanleggen of hoorde het recht op de bouw van een graf bij een publieke functie die vrouwen niet konden bekleden. Of was het misschien de sociale verantwoordelijkheid van de echtgenoot om zijn vrouw te begraven en was het onkies om het zelf te regelen? In elk geval zijn vrouwen meestal in het graf van hun man bijgezet of in dat van een mannelijk familielid. Vrouwen met minder vermogen zijn op een eenvoudige wijze begraven.
~ Steffie van Gompel en Petra Hogenboom
Boek: Koninginnen van de Nijl. Macht en schoonheid in het Nieuwe Rijk (1539-1077 v.Chr.)