Dark
Light

De relatie tussen de twee VVD-oprichters was niet best

Dirk Stikker en Pieter Oud
4 minuten leestijd
Dirk Stikker en Pieter Oud tijdens een jaarvergadering van de VVD in Utrecht, 1949
Dirk Stikker en Pieter Oud tijdens een jaarvergadering van de VVD in Utrecht, 1949 (CC0 - Nationaal Archief - Ben Merk - wiki)

De VVD bestaat dit jaar driekwart eeuw en dat moet gevierd worden. Dat gebeurde op 24 januari (de oprichtingsdatum) met een jubileumbijeenkomst in Amsterdam en het gebeurt onder meer ook door de twee initiatiefnemers van de partij publicitair in het zonnetje te zetten.

Founding fathers van de VVD, heet het boekje van Boris van Haastrecht en Gerrit Voerman. Het gaat over Dirk Stikker en Pieter (in het boek gemeenzaam als ‘Piet’ aangeduid) Oud en vooral over de relatie tussen die twee. Die was niet al te best. Of om specifieker te zijn: ze werd gekenmerkt door voortdurend (gelet op de status van het duo nogal kinderachtig) geruzie. Scheldpartijen over en weer bleven daarbij niet uit.

Naam van Pieter Oud op een verkiezingsposter van de Vrijzinnig-Democratische Bond, 1937
Naam van Pieter Oud op een verkiezingsposter van de Vrijzinnig-Democratische Bond, 1937
Oud was voor de oorlog een prominent politicus van de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB). Voor deze partij werd hij al in 1917 Kamerlid. In 1933 promoveerde hij tot minister van Financiën, een functie die hij vier jaar uitoefende. In 1937 ging hij de fractie van de partij leiden. Van 1938 tot 1941 en vervolgens van 1945 tot 1952 was hij burgemeester van Rotterdam.

Staat van dienst

Oud was, kortom, een politicus met een grote staat van dienst. Toch belandde hij na de Tweede Wereldoorlog min of meer in de politieke woestijn. De VDB fuseerde met onder meer de sociaaldemocratische SDAP tot de PvdA en in die partij voelde Oud zich niet erg thuis. Ze was hem te rood, zowel qua beleid als qua symboliek (de rode vlag, het zingen van de ‘Internationale’). Bovendien had de PvdA moeite met hem als politicus. Oud was minister geweest onder premier Hendrik Colijn en had nooit afstand genomen van diens op bezuinigingen gericht beleid. In de PvdA zag hij weinig toekomst. Samen met andere ontevreden oud-VDB-leden richtte hij het ‘Comité ter voorbereiding van een democratische volkspartij’ op.

Het moet voor hem als geroepen zijn gekomen dat Dirk Stikker toenadering tot hem zocht. Stikker was na de oorlog leider geworden van de Partij van de Vrijheid (afgekort: PvdV, niet te verwarren met de Partij Voor de Vrijheid van Geert Wilders), een nogal conservatief-liberaal gezelschap. Het had bij de eerste naoorlogse Kamerverkiezingen weliswaar 6 zetels behaald, maar Stikker meende dat een verdere groei er niet in zat. Bovendien was hij niet helemaal tevreden met de behoudende koers. Hij legde daarom contact met Oud en beiden vormden door een samengaan van Stikkers PvdV en Ouds Comité de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, ofwel de VVD.

Van een nauwe band tussen de twee VVD-oprichters was overigens geen sprake. Er zijn zelfs geen aanwijzingen dat ze elkaar voor hun naoorlogse samenkomst ooit hadden ontmoet. Ze zijn elkaar ook altijd met ‘u’ blijven aanspreken.

Wel hadden ze min of meer dezelfde achtergrond. Beiden waren afkomstig uit wat je de betere kringen kunt noemen, al werd Oud in 1886 geboren in Purmerend en Stikker elf jaar later in Winschoten. Beiden studeerden ook rechten. Maar daarna begaven ze zich in een andere richting. Stikker werd zakenman en uiteindelijk directeur van bierbrouwer Heineken, terwijl Oud zoals gezegd in de politiek terechtkwam.

Heel goed waren de onderlinge betrekkingen allerminst. Dat bleek al snel na de totstandkoming van de VVD. De partij trad toe tot het eerste kabinet-Drees (door sommigen ook Drees-Van Schaik genoemd). Stikker werd hierin minister van Buitenlandse Zaken, terwijl Oud de fractie ging leiden.

Motie

Dirk Stikker in 1948
Dirk Stikker in 1948 (CC BY-SA 3.0 nl – Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid – wiki)
Weldra traden er politieke tegenstellingen tussen beiden aan het licht. Oud verweet Stikker op hoge toon zich niet hard genoeg in te zetten voor het behoud van Indonesië, hét politieke thema van die tijd. In 1951 diende hij zelfs een motie van afkeuring in tegen zijn partijgenoot wegens diens te soepel geachte houding ten opzichte van Nieuw-Guinea. In onze tijd, waarin het dualisme vooral met de mond wordt beleden, totaal ondenkbaar. Hoewel de motie geen meerderheid haalde, besloot de woedende Stikker toch af te treden.

Na heel veel hangen en wurgen werd het kabinet onder een andere naam (Drees II) voortgezet, zonder tussenkomst van de kiezers. De kwestie Nieuw-Guinea belandde in de ijskast. Stikker werd opnieuw minister van Buitenlandse Zaken, iets wat tegenwoordig ook totaal ondenkbaar zou zijn. Hij kondigde wel aan dat hij na de kabinetsperiode in 1952 zou vertrekken uit de politiek. Dat deed hij ook. Hij werd ambassadeur in Londen en begin jaren zestig secretaris-generaal van de NAVO.

De uiterst stroeve verhouding met Oud werd een paar keer min of meer hersteld, maar liep opnieuw ernstige averij op toen Stikker in 1966 zijn memoires het licht deed zien. Hierin haalde hij uit naar Oud. Hij liet blijken dat deze hem naar zijn mening begin jaren vijftig onjuist had behandeld. Hij verweet de VVD verder dat die ‘een ruk naar rechts’ had gemaakt, want ondanks zijn politieke verleden als PvdV-leider leek Stikker toch wat linkser dan zijn mede-VVD-oprichter.

Verzoening

In 1968, toen Oud al behoorlijk met zijn gezondheid kwakkelde, vond er opnieuw een verzoening plaats. Dat gebeurde bij de viering van het twintigjarig bestaan van de VVD. Oud overleed nog in hetzelfde jaar, Stikker in 1979.

Founding fathers van de VDD
Founding fathers van de VDD
De auteurs kunnen niet goed verklaren waarom Oud en Stikker elkaar niet mochten (al hadden die twee onderling ook veel waardering). Ze komen niet veel verder dan te wijzen op schurende karakters, waarbij Oud zich ‘koppig’ betoonde en Stikker ‘halsstarrig’. Volgens mij is dat ongeveer hetzelfde.

Niettemin biedt Founding fathers van de VVD aangenaam leesvoer. Dik is het niet (ruim 100 pagina’s en veel illustraties), maar je kunt ook vinden dat veel boeken te lijvig zijn. Jammer acht ik het wel dat de titel deels in het Engels is. Er zal voor Fouding fathers toch wel een Nederlandse term te bedenken zijn?

Boek: Founding fathers van de VDD

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

×