Ruim drie miljoen mensen hebben sinds 2010 het voormalige Marinevliegkamp Valkenburg bij Katwijk (Zuid Holland) bezocht voor de musical Soldaat van Oranje, die speelt in een van de hangaars. Weinigen van hen zullen zich bewust zijn geweest van de geschiedenis van deze bijzondere locatie die tijdens de Koude Oorlog top secret was. Wat was er zo geheim aan het vliegveld dat het jarenlang volledig van de kaart was gepoetst alsof het niet bestond? In de vijfdelige documentaireserie ‘Het Verdwenen Vliegveld’ gaan de makers op zoek naar het antwoord op deze vraag. Voor Historiek.net stelden we via e-mail enkele vragen aan de makers: archeoloog en journalist Ruurd Kok, journalist Reanne van Kleef en cameravrouw Tess van Kooperen.
Hoe en wanneer kwamen jullie in aanraking met de geschiedenis van het vliegveld? Wat deed jullie besluiten om er deze vijfdelige documentaireserie over te maken?
“Ruurd: Vanuit mijn interesse voor militair erfgoed had ik al wel eens een bezoek gebracht aan de communicatiebunker waarin nu het bezoekerscentrum zit. Later ben ik teruggekomen voor een serie artikelen voor Leidsch Dagblad over plekken uit de Koude Oorlog en ontdekte ik hoeveel bijzondere verhalen over het vliegveld zijn te vertellen. Toen we na een eerste samenwerking plannen aan het maken waren voor een nieuwe documentaire was de link met Valkenburg snel gelegd. Omdat er zoveel valt te vertellen, wisten we dat het een serie moest worden.
Wat gebeurde er op het vliegveld dat zo geheim was? Was het moeilijk om dit te achterhalen en welke bronnen stonden hierbij tot jullie beschikking?
“Ruurd: De hier gestationeerde patrouillevliegtuigen hadden in de Koude Oorlog een zeer specifieke taak: de opsporing van Russische onderzeeërs. Dat gebeurde in NAVO-verband, onder andere vanaf een basis op IJsland. Boven het noordelijk deel van de Atlantische oceaan waren 24/7 vliegtuigen in de lucht om onderzeeërs te lokaliseren en te volgen. Nu mogen de oud-marinemensen hierover praten, dus zij waren onze belangrijkste bron. Naast oude video’s over het werk van de Marine Luchtvaartdienst uit de collectie van het NIMH.
Jullie interviewden verschillende betrokkenen, zoals oud-marinepersoneel en de laatste commandant. Wat voor herinneringen bewaarden zij aan hun tijd hier; dachten ze hieraan terug met weemoed of juist niet?
“Ruurd: Rode draad in de verhalen van alle oud-marinemensen die we spraken is wel het groepsgevoel, uitspraken als ‘één grote familie’ en ‘je doet het met elkaar’; ook bijzonder dat ze dat familiegevoel later op andere plekken bij de Marine nooit meer hebben gehad.
Behalve oud-marinepersoneel hebben we ook twee dames gesproken die in najaar 1982 in het Vrouwen Vredeskamp Valkenburg protesteerden tegen kernwapens en de atoomtaken van de Orion-patrouillevliegtuigen. We zijn heel blij dat we ook hun verhaal kunnen vertellen, want ook dat hoort bij de Koude Oorlog. Het mooiste was dat ze bij de première tussen hun oude ‘tegenstanders’ stonden.
Hoe vonden ze het over het algemeen om voor hun deelname aan de documentaire terug te keren naar deze plek?
“Ruurd: De marinemensen vonden het allemaal heel bijzonder, sommigen waren er jaren niet geweest. Bij iedereen ging er wel weer ‘een luikje open’, zoals iemand zei: herinneringen die weer bovenkwamen doordat ze terugkwamen op hun oude werkplek. Ook de vredesdames kijken terug op ‘een mooie tijd’ met het gevoel ‘iets zinvols te hebben gedaan’.
Jullie konden verschillende locaties op het voormalige vliegveld bezoeken, die normaal gesproken niet toegankelijk zijn. Wat is er allemaal overgebleven van toen en wat is de huidige bestemming van het terrein?
“Ruurd: Wat betreft gebouwen staat bijna alles er nog, hangaars, verkeerstoren, munitiebunkers, noem maar op. Uit de gebouwen is de apparatuur natuurlijk weggehaald en verdwenen zijn ook de start- en landingsbanen, de taxibanen en grote delen van de platforms. Een deel van het platform is nu parkeerterrein voor de bezoekers van de Theater Hangaar, waar miljoenen mensen de musical Soldaat van Oranje hebben gezien. In andere hangaars en werkplaatsen zitten nu bedrijven. De oude Duitse barakken hebben een tijdelijke functie en wachten deels op sloop, deels op herbestemming.
En is op deze locatie sinds de sluiting in 2006 veel veranderd of zijn de sporen van de Koude Oorlog nog volop aanwezig?
“Tess: Ik vond het vooral bijzonder dat veel nog was ingericht als vroeger en dat elektronica nog werkte, dus je kon je daardoor heel goed inbeelden hoe het vroeger was toen het nog in gebruik was.
Reanne: Terwijl je er rond liep, voelde je de historie van de plek. Het waren niet zomaar leegstaande gebouwen, maar plekken waar echt iets is gebeurd, waar historie is geschreven. En ook ik voelde me na een paar dagen al verbonden met het vliegveld. Ik kan me goed voorstellen waar dat sterke gevoel van de oud-medewerkers vandaan komt.
Enkele gebouwen op het vliegveld zijn gebouwd door de Duitsers tijdens de bezetting. Waarvoor hebben zij het terrein gebruikt en wat resteert er nog precies? Hoe belangrijk is dit ‘foute’ erfgoed?
“Ruurd: De Duitsers hebben het vliegveld tijdens de oorlog uitgebreid, onder andere met een barakkendorp aan de duinrand. Die barakken zijn nog tot lang na de oorlog gebruikt door de Marine Luchtvaartdienst, als slaapbarakken, maar daar zaten bijvoorbeeld ook de commandant, tandarts en ziekenboeg.
Dat barakkendorp is een bijzonder ensemble en vormt samen met het vliegveld onderdeel van de Atlantikwall, de Duitse kustverdediging. Het cultuurhistorisch belang dat aan de barakken wordt gehecht blijkt wel uit het feit dat verschillende partijen een rechtszaak hebben aangespannen tegen de voorgenomen sloop van veertien barakken.
Hoe past de geschiedenis van dit vliegveld in de algemene geschiedenis van de Koude Oorlog in Nederland? Voegt het iets toe aan onze kennis of vult het deze juist aan?
“Ruurd: Het marinevliegkamp had een voor Nederland unieke taak: de opsporing van Russische onderzeeërs. De bemanningen mochten daar destijds weinig over vertellen. Bij het filmen merkten we dat de oud-marinemensen blij waren nu te kunnen vertellen dat Marinevliegkamp Valkenburg een belangrijke rol speelde bij de onderzeebootbestrijding. De meeste mensen uit de omgeving die de Orions zagen opstijgen en landen hadden geen weet van die taak. Voor veel mensen is het verhaal van de documentaire dus nieuw.
Hoe was de rolverdeling tussen jullie drieën tijdens het maken van de documentaire?
“Ruurd: Als je kijkt naar de aftiteling dan was Tess voor camera en montage, Reanne voor regie en geluid en heb ik de research en presentatie gedaan. In praktijk heeft iedereen veel meer gedaan; Reanne heeft bijvoorbeeld de ‘statische’ interviews gedaan, Tess ook de financiën van het project en ik heb meegekeken met de montage. Ieder had zo eigen taken, maar keuzes over aanpak hebben we samen gemaakt. We hebben dit echt met z’n drieën gedaan.
Zaten jullie al vanaf het begin op één lijn wat betreft hoe jullie het verhaal van het vliegveld wilden overbrengen op de kijker of hebben jullie hier lang over moeten discussiëren?
“Reanne: Vanaf het begin was onze opzet al duidelijk: we wilden mensen terugbrengen naar de plek waar ze hebben gewerkt. Deels in interview-vorm en deels met het ‘spoorzoeken’. Daarmee wilden we ook wat anders doen dan de reportages die eerder over het vliegveld zijn gemaakt. En dat is goed gelukt!
Tess: Ja en het spoorzoeken was van meet af aan al een belangrijk onderdeel van ons plan.
En Ruurd, hoe was het om zelf in de documentaire te figureren en deze te presenteren? Had je zoiets al eerder gedaan?
“Ruurd: Dat was echt ontzettend leuk om te doen. Ik heb wel ervaring met lesgeven en presenteren, maar dit is toch anders. De eerste keer dat we samenwerkten was in voorjaar 2020. Toen kon de presentatie van mijn boek Bang voor mooi weer (over oorlogssporen in Leiden en omgeving) niet doorgaan en is er gekozen voor een documentaire als alternatief. Dat beviel ons alle drie zo goed, dat we vrij snel daarna nieuwe plannen zijn gaan maken.
Wat is jullie favoriete fragment of het indrukwekkendste moment tijdens het maken van de documentaire?
“Reanne: Ik vond het heel bijzonder om te zien wat voor emotie het vliegveld bij mensen losmaakt. Dat merken we nu de afleveringen worden uitgezonden, maar dat was ook al te zien tijdens de opnames. De plek doet mensen heel veel en het was bijzonder om ze weer terug te brengen naar een belangrijk deel uit hun leven.
Tess: En mooie momenten tijdens het opnemen waren de nog werkende apparatuur zoals het paneel in de vliegtoren en de nog werkende buizenpost.
Wat hopen jullie dat kijkers vooral bijblijft?
“Tess: Ik hoop dat kijkers vooral meer te weten komen over wat er allemaal gebeurde op dat geheimzinnige vliegveld. Wat de mensen daar deden en met hoeveel passie men daar werkte. En dat ze daarmee ook direct een kijkje krijgen in die Koude Oorlog. Voor oud-medewerkers is het een mooie terugblik naar die tijd, en voor mensen uit de regio een informatief maar ook vermakelijk verhaal over een plek die nog steeds bestaat en in het nieuws is omdat het bebouwd gaat worden.