Martin Bormann is de privésecretaris van Adolf Hitler. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vindt deze assistent dat het ‘geniale gedachtegoed’ van zijn baas bewaard moet blijven voor het Arische nageslacht. Samen met twee andere nazi’s noteert hij daarom stenografisch zoveel mogelijk van Hitlers gesprekken, of beter gezegd: Hitlers monologen. Uit de vastgelegde teksten blijkt dat Hitler verteltalent heeft. Zo vertelt hij met het schaamrood op de kaken hoe hij in 1905, in benevelde toestand, zijn kont afveegt met zijn middelbareschooldiploma. Sinds die belabberde dag drinkt Hitler nooit meer één druppel alcohol.
Groot-Duitse potloden
Het is de nacht van 8 op 9 januari 1942 als Adolf Hitler weer eens op de praatstoel zit. Te midden van enkele vertrouwelingen haalt hij herinneringen op aan zijn middelbareschooltijd op de Realschule in het Oostenrijkse Steyr. Op deze katholieke school geven alleen priesters onderwijs. Het is 1904, Hitler is dan vijftien of zestien jaar oud. Als puberale relnicht vindt hij het heerlijk om zijn leraren te pesten, vooral met hun geloof:
“Ik had een bijzondere voorkeur voor delicate onderwerpen in de Bijbel en ik had er een duivels plezier in lastige vragen te stellen. Vader Schwartz, onze leraar, was erg handig in het geven van ontwijkende antwoorden. Daarom bleef ik doorvragen tot hij zijn geduld verloor. Op een zekere dag – ik ben vergeten in welk verband – vroeg hij me of ik mijn gebeden ’s morgens, ’s middags en ’s avonds wel opzegde. ‘Neen, meneer, ik bid nooit. Bovendien zie ik niet in waarom God geïnteresseerd zou kunnen zijn in de gebeden van een middelbareschooljongen.’ ‘Ga dan maar zitten!’…
…Zodra deze vader Schwartz de klas binnenkwam veranderde de sfeer op slag. Hij bracht revolutie met zich mee. Iedere leerling zocht de een of andere bezigheid. Ikzelf placht hem altijd woedend te maken door te zwaaien met potloden in de kleuren van Groot-Duitsland. ‘Doe die vreselijke kleuren onmiddellijk weg!’, zei hij dan. De hele klas antwoordde dan met een langdurig gejoel van afkeuring.””
‘Zonde des vlezes’
Hitler heeft er zin in, die januarinacht in 1942. Hij houdt een uitvoerig relaas over zijn vroegere imago als populair pestventje: hoe hij op de Realschule lessen kreeg om zich voor te bereiden op de biecht. Dat deze lessen geweldige keet waren, een revolutie haast. Hoe ze van leraar Schwartz voorbeelden van zonden moesten noemen voor de biecht. En hoe de klas de flauwste dingen verzon om Schwartz op de kast te jagen:
“Eén jongen bekende dat hij slechte gedachten had gehad over zijn leraar, een ander zei dat hij hem weloverwogen had gepest, enzovoort. Priester Schwartz vertelde ons dan dat we schuldig waren aan een ernstige zonde door niet dieper in onszelf te zoeken en ons te beperken tot deze oppervlakkige bekentenissen. Dus besloten we een hele reeks schrikbarende zonden op te biechten. Tijdens de pauze schreef ik op het schoolbord een verschrikkelijke bekentenis, met daarboven het woord ‘Overschrijven’. Toen een jongen later het bord omsloeg, werden de woorden die ik geschreven had zichtbaar: ‘Ik heb de zondes des vlezes gepleegd, buiten het huwelijk.'”
Als collega-docenten niet af en toe een goed woordje voor mij hadden gesproken, zo vervolgt Hitler, was het slecht met me afgelopen. Hitler vertelt nog een paar anekdotes, bijvoorbeeld hoe hij met klasgenoten een krankzinnige Joodse leraar opsloot in het laboratorium. En hem de stuipen op het lijf joeg door op een bloedwarme dag een sjaal om zijn nek te winden en al hoestend te doen alsof hij een besmettelijke ziekte had. Hoe hij op school geen lesboeken las, maar natuurwetenschappelijke en historische literatuur. En dat hij de stotterende leraar König, die de ‘h’ niet kon uitspreken, pestte door net te doen of hij hem niet verstond en dan na drie herhalingen van zijn achternaam te roepen dat hij geen Itler, maar Hitler heette.
Diploma als toiletpapier
Het meest bijzondere verhaal is hoe Hitler zijn schooldiploma per ongeluk besmeurt met zijn eigen poep. Het voorval speelt zich af in de zomer van 1905:
Fantasie
De hierboven vertelde hitleriaanse anekdotes zijn waarschijnlijk doorspekt met fantasie. Immers: op de middelbare school was Hitler niet de populaire kartrekker die hij later beweert te zijn, maar een Einzelgänger die nauwelijks tot geen vrienden heeft. Zijn schooldiploma heeft hij nooit behaald: Hitler vertrok voortijdig van de Realschule.
Om anderen te laten lachen, zijn zwakte op een cynische manier te verhullen, om de slechtheid van drank te onderstrepen en/of als troostrijke anekdote, heeft Hitler daarom bovenstaand diplomaverhaal in elkaar gedraaid. Alsof hij, in gebrekkig Duits, wilde zeggen:
‘Was habe ích ein unglaubliche Scheiße an Diploma’s…!’