Dark
Light

Een poging tot restitutie: W.G. Sebald

Auteur:
3 minuten leestijd
Drie bekende boeken van W.G. Sebald
Drie bekende boeken van W.G. Sebald

Literaire roem is vergankelijk. Ook van schrijvers die tot de canon van de moderne Europese literatuur gerekend mogen worden. Weinig conjunctuurgevoelig leek de reputatie van de in 2001 bij een auto ongeluk overleden Duitse schrijver en hoogleraar literatuur W.G. Sebald, die bekendheid verwierf met een relatief klein oeuvre. Recentelijk verscheen de publicatie van Carole Angier, de eerste volledige biografie over werk en leven van de destijds Nobelprijswaardig geachte auteur.

Het literaire werk van Sebald is buitengewoon lastig te kenschetsen. Een hybride van geschiedenis en literatuur, van feit en fictie. Ook de gebruikelijke indelingen van ‘historische roman’, ‘reisverhaal’, of ‘documentaire fictie’ volstaan nauwelijks. De status van de vertelstem of de tekst is veelal onduidelijk, terwijl ook de context van de gebruikte afbeeldingen in het vage worden gehouden. Lange, ingewikkelde en samengestelde zinnen verhinderen een snelle lezing. Het “duizelt” de lezer nogal eens. Niet toevallig verscheen zijn debuut onder de titel Duizelingen (1990). Roem verwierf Sebald vooral met de werken De emigrés (1992), De ringen van Saturnus (1995) en Austerlitz (2001).

Terecht merkt Arnon Grunberg evenwel in zijn recente essay op dat “Het mysterie, de kracht, de hallucinerende werking maar ook de zwakte van Sebalds werk” nauw samenhangen met die onduidelijke status.1 Veel van zijn verhalen cirkelen rond de traumatische ervaringen van de Tweede Wereldoorlog, de Holocaust en de onmogelijke kenbaarheid van dat verleden. De personages in de verhalen worstelen met de gevolgen van die fatale geschiedenis, met gevoelens van ontheemding en depressie. Daarbij is echter niet altijd duidelijk in hoeverre sprake is van autobiografische projectie bij Sebalds grote persoonlijke betrokkenheid en identificatie met die lijdensgeschiedenis. Ook in dit opzicht “duizelt” het de lezer.

Literaire fictie

Angier maakt in haar goed leesbare biografie overduidelijk dat we het oeuvre toch vooral als literaire fictie moeten lezen. Sebald eigende zich het biografische materiaal van zijn veelal joodse informanten meedogenloos toe en bricoleerde het tot gefictionaliseerde personages met de schijn van authenticiteit. In interviews liet Sebald evenwel de suggestie bestaan dat het bestaande personages waren.

Verdichting en waarheid vermengden zich buitengewoon pijnlijk in Il Ritorno in Patria, het verhaal over Sebalds terugkeer naar het Beierse geboortedorp Wertach. Voor vrienden maar ook voor zijn uit Wertach afkomstige moeder waren de fictionele verwerking van foto’s en verhalen rampzalig. Sebalds moeder was…

“…absolutely unprepared for the way he told fictions about people and revealed secrets about others”.

Ernstig beschadigend dus voor zijn vaak getraumatiseerde informanten. Maar grote schrijvers maken nu eenmaal meedogenloos gebruik van hun modellen merkt Angier wat laconiek op.

In zeker opzicht catastrofaal was ook Sebalds vendetta met de institutionele Germanistiek. Sebald brak met alle methodologische en formele regels van het academisch discours:

“…identifying the author with the text, and aesthetics with ethics, and using both heresies to put history and biography at the heart of the study of literature. Winfried could not have placed himself any further outside the world of academic criticism, and there he would remain”.

De dwangmatige neiging om te fabuleren toonde Sebald overigens ook in zijn proefschrift. Daarin verwerkte hij zelfs een niet bestaande brief van Adorno.

Literatuurhistorische invloeden komen verder niet echt uit de verf. Sebalds pessimistische mensvisie is niet los te zien van de invloed van Walter Benjamin en de kritische theorie. Ook aan tijdgenoten als Lévi-Strauss, waaraan Sebald het narratief ordeningsprincipe van de bricolage ontleende, gaat Angier voorbij. Zonder deze achtergronden zijn het unieke gebruik van tekst en foto nauwelijks te begrijpen, in het bijzonder de herbeleving en beschrijving van traumatische herinneringen en ervaringen.

Trauma en restitutie

Speak, Silence In Search of W. G. Sebald
Speak, Silence
In Search of W. G. Sebald
Waar kwam nu die fabuleerlust bij Sebald vandaan, die drang om literaire collages te maken van bestaande personages ? Niet verwerkte rouw naar aanleiding van het overlijden van zijn grootvader waren reeds op jonge leeftijd aanleiding voor een labiele, melancholieke en kwetsbare identiteit.2 Maar het waren toch vooral conflicten over het oorlogsverleden van zijn vader – waarbij de plotselinge confrontatie met Billy Wilder’s film over de concentratiekampen als katalysator fungeerde – en twijfels over zijn seksuele identiteit die zijn latere regelmatige terugkerende diepe depressies kunnen verklaren. Sebald “wrote out of trauma, and survived by sharing that trauma with his readers” zo benadrukt Angiers. Sebald was niet in staat zich tegen die buitenwereld te verweren en identificeerde zich zonder voorbehoud met de slachtoffers van de moderne geschiedenis. Vandaar bijvoorbeeld de problematische gelijkstelling in de beeldregie van haringvangst en concentratiekamp Bergen-Belsen.

Terecht merkt Angier tot slot op dat het literaire werk van Sebald vooral een poging tot restitutie was, een poging om alles wat verloren was gegaan te herstellen en te laten herleven. In een mix van genres creëerde Sebald een wereld waarin de levenden en doden tussen droom en werkelijkheid hun verzwegen verhaal tegen de oorverdovende stilte in vertellen.

Boek: Speak, Silence – In Search of W. G. Sebald

Bronnen

1 – A. Grunberg, ‘Onze duistere wereld’, in : De Groene, no. 5, 29-01-2020.
2 – Cf. U. Schütte, W.G. Sebald : Leben und literarisches Werk (Berlin : Walter de Gruyter, 2020). Schütte stelt dit jeugdtrauma centraal als katalysator van het werk.
×