Zolang er aan de hand van bronmateriaal nagegaan kan worden, heeft de mensheid religieuze belangstelling gehad en geloofd in een hogere kosmische macht. Via onder meer de Griekse mysteriescholen werden mensen ingewijd in de geheimen van het Zij en zocht men via symbolen, rituelen en oefeningen contact met het bovennatuurlijke. Deze menselijke zoektocht naar een verbinding met het hogere, van het Oude Egypte tot de twintigste eeuw, vormt het kernthema van Jacob Slavenburgs Een reis langs de mysteriën (Walburg Pers, 2017).
Over de auteur en de inhoud van het boek
Slavenburg is cultuurhistoricus en heeft veel gepubliceerd over filosofie en religie. Hij is onder meer verbonden aan het Jugiaanse Instituut en heeft een filmreeks met colleges samengesteld over de mysteriën van de mensheid, te vinden op zijn eigen website. Ook is Slavenburg mede-vertaler van de Nag Hammadi-geschriften.
In eenentwintig hoofdstukken beschrijft en analyseert Slavenburg in zijn nieuwe boek tal van alternatieve en mystieke bewegingen uit de geschiedenis, beginnend bij het Oude Egypte en uitlopend op de twintigste eeuw. Aan de orde komen onder andere de scheppingsverhalen uit de Oudheid, de mysteriën van Isis, het Gilgamesj-epos, de Griekse mysteriënscholen en de gnostiek. Verder lezen we over thema’s als de christelijke en islamitische mystiek, alchemie, vrijmetselarij, occultisme, magnetisme, esoterie en spiritisme.
Het boek van Slavenburg is rijk geïllustreerd met fraaie kleurenafbeeldingen, bevat per hoofdstuk een voetnotenlijst, maar geen index. De hoofdstukken zijn zo geschreven dat ze goed afzonderlijk te lezen zijn: toegankelijk en duidelijk afgebakend.
De dampen van het Orakel van Delphi
In de Griekse mythologie en tal van werken van antieke historici wordt melding gemaakt van het Orakel van Delphi, dat zich bevond in de Apollo-tempel. Er waren in de Oudheid meer orakels, zoals het Orakel van Dadona, maar geen enkel orakel was zo populair als het Orakel van Delphi. Daar vertaalden priesters de boodschappen van Boven aan bezoekers van het orakel die iets over de toekomst wilden weten. Slavenburg:
“Plutarchus, die lange tijd de leiding over de gang van zaken bij het Orakel van Delphi had, heeft het over opstijgende dampen op de plaats van het orakel. Hij vertelt dat de tempel van een zoetige geur vervuld was als de godheid er aanwezig was. Dat verleidde historici ertoe te overwegen dat de bewuste dampen hallucinogene gassen zouden zijn geweest. Maar een onderzoek eind negentiende eeuw toonde geen dergelijke verschijnselen aan. Ruim een eeuw later, in 2001, werd echter rond de tempel de aanwezigheid van etheen als mogelijk hallucinogeen ontdekt. De tempel van Delphi ligt precies op het snijpunt van twee grote breuklijnen.” (65)
De bewegingen bij de breuklijn zorgden voor de uitwaseming van gassen. Mogelijk verklaart dit de hallucinaties die in de tempel ervaren werden. In elk geval, daarover bestaat geen discussie, waren de orakelsessies erg lang en uitputtend voor de deelnemers. Wellicht heeft ook dit bijgedragen aan de hallucinatie-ervaringen van de betrokkenen.
Engelenmagie
De tijd van de renaissance betekende een bloeitijd voor de mysteriën. Zo was Marsilio Ficino actief met magische bezweringsformules en het opwekken van geesten, publiceerde Berengario Ganell een overzichtswerk met duizenden namen van demonen, engelen en geesten (Summa sacre magicae, ca.1350) en was Johann Heidenberg (1462-1516) druk met de zogenoemde ‘engelenmagie’.
Heidenberg was geboren in Trittenheim bij de Moezel en noemde zichzelf daarom Trithemius. Als abt had hij in zijn eigen klooster een alchemistische werkplaats ingericht, waar hij met enkele volgelingen – van wie Agrippa en Paracelsus bekend werden – bezighield met engelenmagie en toverformules. In zijn beroemde boek Steganographica beschreef hij bijzondere coderingssystemen om geesten te kunnen oproepen:
“Steganographica is een boek dat, in de traditie van de kabbalistische engelenmagie, lange lijsten bevat met spirituele wezens. Deze engelenwezens zouden opgeroepen kunnen worden door bezweringen in een vreemde taal. In het christendom stond men wat gereserveerd tegenover uitgebreide verhandelingen over engelen en demonen en hun eigenschappen en vermogens. De kabbala bood veel meer informatie, die gretig door renaissancegeleerden werd gebruikt. Lijsten werden opgesteld van engelen, maar vooral ook van demonen, met het doel middelen te vinden om ze te bezweren.” (213)
Boek: Een reis langs de mysteriën – Jacob Slavenburg