Jaarlijks organiseert Stichting Sobibor in samenwerking met het Duitse Bildungswerk Stanislaw Hantz en het Poolse Studnia Pamieci een Studiereis naar voormalige doorgangsgetto’s en vernietigingskampen in Oost-Polen. Bijzonder is dat de stichting dit keer ook enkele docenten uit het middelbaar onderwijs heeft uitgenodigd om mee te reizen. De deelnemers schrijven de komende dagen over hun ervaringen. Hun blogs publiceren we op Historiek:
Studiereis Sobibor (Dag 7)
Wellicht de meest indrukwekkende fotoreportage over de joodse wereld in Oost-Europa voor 1939 is van Roman Vishniac gevat in zijn: A vanished world. Uit een verleden dat niet meer bestaat kijken joden je recht in de ogen: foto’s uit een verdwenen wereld.
De eeuwenoude synagoge in Wlodawa is een imposante getuige van dit verdwenen joodse leven. Dit wit gestucte gebouw getuigt van dit joodse verleden. Joden maken geen gebruik meer van de synagoge: er zijn geen joden meer. De synagoge is slechts een museum dat getuigt van de verdwenen joodse wereld. In de bovenzaal een bibliotheek met een eenzame niet meer gelezen Misjnach; beneden een yeshiva met een tiental lessenaren die getuigen van een verleden waarin lernen centraal stond. “Our memory is a place where there are no jews” las ik in een boek in de bus op weg naar Sobibor.
Op de Umschlagplatz en de Rampe in de nabijheid van Wlodawa namen joden afscheid van hun wereld, een wereld die hen lief was, maar die nu definitief achter hen lag, op weg naar een plek zo’n vijftien kilometer verderop: vernietigingskamp Sobibor, halverwege 1942 in korte tijd opgetrokken. Het was het tweede kamp, onderdeel van het Aktion Reinhard programma, met als doel snel en effectief zo veel mogelijk joden vernietigen. De weg naar Sobibor voert aanvankelijk door open terrein dat op een gegeven moment overgaat in dichte bossen van loof- en naaldhout. De spoorlijn voert naar een uitstapplaats pal voor het kamp. Het stootblok uit die tijd getuigt heden ten dage nog steeds van dit eindstation. Ruim 34.000 joden uit Nederland werden naar dit vernietigingskamp gedeporteerd. Het doel van het kamp was een snelle effectieve dood. Slechts achttien gedeporteerden, waaronder Jules Schelvis, ontliepen dit lot.
Het was de Duitsers er alles aan gelegen om de ware aard van dit kamp te verhullen. Hoge omheiningen van prikkeldraad, met daardoor gevlochten dennentakken ontnamen ieder zicht op het kam. Hetzelfde gold voor de Himmelfartstrasse waar joden op weg gingen naar een onontkoombare einde in de gaskamer. Vandaag de dag liggen langs deze weg ruwe natuurstenen met daarop namen van de slachtoffers. Een schoolklas uit Izbica ging met ons de weg over de gedenklaan. Jonge Poolse tieners die grote bossen rode rozen dicht tegen zich aandrukten en die, nadat kaddisj was uitgesproken door enkele joodse groepsleden, iedere deelnemer een roos gaf. Vervolgens koos een ieder een naam uit en werd daarbij de rode roos neergelegd. Even was het daarna stil, maar al snel huppelden sommige jonge Polen druk pratend en gesticulerend op weg naar de ‘uitgang’ van het kamp.
Verduisteren-belichten; verdonkeremanen-openleggen; verstoppen-vinden; verhullen-onthullen; begraven-opgraven. Aan deze tegenstellingen moest ik denken toen ik het terrein van Sobibor opliep. Na de opstand in Sobibor 14 oktober 1943 hebben de Duitsers Sobibor met behulp van joodse Haftlinge uit Treblinka afgebroken. Later werden deze, immers ongewenste getuigen, vermoord. Gevluchte gevangenen die gepakt waren werden vermoord; de overgebleven gevangenen ontliepen dit lot ook niet. Het terrein werd in allerijl bebost.
Op het terrein van Sobibor ontmoeten we Wojtek Mazurek, een Poolse archeoloog, groot van stuk, breedgeschouderd, grijs haar in een paardenstaart, groene militaire pet en broek, die samen met de Nederlandse archeoloog Ivar Schute en andere archeologen deel uitmaakt van een team dat de sporen van dat misdadig verstopte verleden onverbiddelijk blootlegt: verhullen-onthullen. De Italiaanse historicus Carlo Ginzburg heeft historici (en archeologen) vergeleken met spoorzoekers. Net als Sherlock Holmes, zijn zij op zoek naar aanwijzingen om een begraven verleden bloot te leggen. Mazurek verklaart, als hem gevraagd wordt wat hem persoonlijk drijft bij zijn opgravingen, dat hij de geschiedenis van Sobibor als het ware wil reconstrueren. Tot voor kort werd het beeld dat er van Sobibor bestaat bepaald door getuigenissen van overlevenden en beulen. Met zijn opgravingen hoopt Masurek een completer beeld van de omstandigheden in Sobibor te schetsen. Getuigenissen en opgravingen als complementaire elementen.
Als we Sobibor met de bus via hetzelfde bos verlaten vallen mij open plekken op waarin honderden smalle berkenstammen zonder takken noch bladeren als smalle bleke beenderen gevat in lage ondergroei zich uitstrekken naar een parelmoeren hemel die na een regenachtige dag hier en daar openbreekt.
- Alle Studiereis Sobibor-blogs
- Website: www.stichtingsobibor.nl
- Artikelen over Sobibor