Niet zelden ligt rond de figuur van Karel de Grote een waas van mythe en mysterie. Voor de Zweedse mediëvist Dick Harrison (universiteit Lund) is dat reden genoeg om nauwkeurig de historische contouren van de vroege Middeleeuwen te schetsen. De nieuwste wetenschappelijke inzichten helpen volgens de hoogleraar het soms al te legendarische beeld van de grote keizer grondig bij te stellen.
“Erfgenaam van Rome, vader van Europa” luidt de ondertitel van zijn boek Karel de Grote. Dick Harrison legt hierin de betekenis bloot van de eerste grote middeleeuwse keizer. Helder betoogt hij dat Karel in de achtste en negende eeuw van onze jaartelling nog volop in de traditie van het voormalige Romeinse Rijk stond. Tegelijk kondigt zijn aantreden als keizer in 800 de voltooiing aan van de verandering van tijdperk, die begonnen was in 476 met de val van het West-Romeinse Rijk en die het westelijke en oostelijke gedeelte van dat rijk politiek, cultureel en spiritueel definitief van elkaar scheidt.
Lappendeken
Om de scharnierfunctie van Karel de Grote goed te begrijpen zoomt Harrison uit. Hij beschrijft niet alleen de tijd waarin de keizer leefde, maar begint het verhaal bij de Merovingers, die traditioneel worden beschouwd als de voorlopers van de zogenoemde Karolingers. Onvermijdelijk passeren figuren als Clovis en Karel Martel daarin de revue. Ook de naburige koninkrijken worden kort onder de loep genomen. Europa was tussen de val van het West-Romeinse Rijk en het grote rijk dat Karel de Grote kon uitbouwen een waar lappendeken van koninkrijken en volkeren. Harrison slaagt erin in een uitermate kort bestek een duidelijk en zo volledig mogelijk beeld daarvan te geven.
Terloops stelt hij het beeld van de geschiedenis wat bij. Zo schrijft hij over de “gemengde erfenis” van Karel Martel, de hofmeier die in 732 de Arabieren stopte in Poiters:
Mythe, propaganda en geschiedenis vloeien in elkaar over. Een zorgvuldige interpretatie van zijn beleid, wat er feitelijk werd gedaan, suggereert dat Karel een heerser was met gevoel voor realpolitik.
Keizer
Kort nadat hij de koningstroon van zijn vader overnam, herstelde Karel de Grote – de kleinzoon van Karel Martel – de Frankische heerschappij ten noorden van de Pyreneeën. Hij richtte vervolgens de blik op andere streken in West-Europa. Via een zorgvuldige veroveringspolitiek slaagde hij erin het grootste deel van wat nu Frankrijk, Duitsland en Italië is onder zijn bewind te plaatsen. Als het ware als dank voor bewezen diensten werd hij door de gevluchte en controversiële paus Leo III tot keizer van het Heilige Roomse Rijk gekroond. Daarmee wilden keizer en paus vooral een tegenwicht bieden aan de macht van de Byzantijnse – Oost-Romeinse – keizer, die in zijn persoon de wereldlijke en kerkelijke macht verenigde.
Provincienest Aken
Karel de Grote geeft een indrukwekkend beeld van de hoekstenen van de regeerperiode van de gelijknamige keizer. Handel, kerkelijke expansie en krijgsverrichtingen gingen daarbij hand in hand. De grandeur van de Romeinse stad werd ingeruild voor het provincienest Aken, waar de keizer gewoonlijk verbleef tijdens de winter. Hij bouwde zijn residentie evenwel uit tot de bakermat van de zogenaamde Karolingische renaissance.
Invloed
Toch zou ook het Karolingische rijk ten ondergaan. Aan die historische wetmatigheid kon het evenmin ontsnappen. Het West-Frankische Rijk zou later Frankrijk worden, het Oost-Frankische Duitsland. Het Midden-Frankische zou het komende millennium het schouwtoneel worden van bloedige geschillen en gewapende conflicten. Hoewel de harde hand waarmee hij regeerde niet echt meer passen en hij vandaag misschien wel als oorlogsmisdadiger zou worden beschouwd, oefent Karel nog steeds (politieke) invloed uit, besluit Harrison.
Mensen die dromen van een verenigd Europa, van gemeenschappelijke oplossingen binnen het kader van de EU, de Raad van Europa en andere supranationale organisaties, noemen de werken van Karel de Grote vaak een institutioneel fundamentele, politieke, militaire en culturele prestatie.