De Groningse Etta Palm was een dubbelspionne, de eerste Nederlandse feministe en actief in de Franse Revolutie van 1789.
De Groningse Etta (1743-1799) kwam op haar dertigste toevallig in Parijs terecht, toen ze een minnaar achterna reisde en onderweg ziek werd. Daar leerde ze mannen uit de hogere kringen kennen. Ze kreeg een verhouding met verschillende adellijke heren en diplomaten. Via haar minnaars kwam Etta veel te weten. Ze verkocht informatie aan Franse, Pruisische en Nederlandse gezanten. Een soort achttiende-eeuwse versie van de beroemde Nederlandse dubbelspionne Mata Hari dus.
Feministe
In 1789 brak in Parijs de Franse Revolutie uit. Etta Palm, die daar nog steeds woonde, had wel oren naar die radicale nieuwe ideeën. De Franse Revolutie streed om vrijheid, gelijkheid en broederschap, maar zag daarbij het vrouwelijke deel van de mensheid over het hoofd. Etta ging een stap verder.
Zij ontpopte zich tot de eerste Nederlandse feministe en streed fanatiek voor de gelijkheid van man en vrouw. Als een van de weinige vrouwen tijdens de Revolutie durfde ze toespraken te houden, waarin ze erop wees dat vrouwen niet onderdeden voor mannen.
Zoals veel revolutionairen kwam Etta uiteindelijk in de Franse gevangenis terecht. Ze werd vrijgelaten vanwege gebrek aan bewijs, waarop ze naar Nederland vluchtte. Daar werd ze weer gearresteerd, op verdenking van spionage. Kort na haar vrijlating, opnieuw wegens gebrek aan bewijs, overleed ze. Haar radicale revolutionaire ideeën nam ze mee in haar graf. Ze had er niets mee bereikt.