Een factorij of handelsfactorij is een oude benaming voor een handelskantoor, stapelplaats of magazijn voor koopwaren die door Europeanen werd gesticht in een overzees gebiedsdeel. Ter bescherming van de handelsbelangen werden de factorijen in de koloniale tijd vaak gebouwd in de vorm van een fort.
Het woord factorij is afgeleid van het woord factoor, dat zoveel betekent als zaakgelastigde of zaakwaarnemer. De algemeen beheerder van de factorij stond bekend als de factoor. Vaak bestond een factorij een haven, pakhuizen, woningen en een fort, waar soms een garnizoen in gevestigd was dat de handelspost kon verdedigen.
Factorijen werden in de zeventiende en de achttiende eeuw met name opgericht door Engelse en Nederlandse handelsondernemingen. Zo had bijvoorbeeld de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) verschillende factorijen waaronder Kaapstad, Colombo, Formosa, Dejima, Calicut en Ambon. Een bekend voorbeeld van een factorij van de West-Indische Compagnie (WIC) is Fort Oranje, een permanent fort op de plek van het huidige New York.
De Britten hadden factorijen in onder meer India (zoals Bombay en Calcutta) en in China (Kanton).
Ook interessant: Het ‘grote verhaal’ van de VOC
…of: Herkomst van het woord ‘compagnie’