Dark
Light

Geestige en gestoorde geestelijken

Auteur:
6 minuten leestijd
Grigori Raspoetin
Grigori Raspoetin

Predikanten, theologen en priesters staan meestal niet bekend om hun daverende grappen. Hun boodschap is doorgaans serieus. Het verleden laat echter zien dat er wel degelijk gekke, gezellige en prettig gestoorde geestelijken op aarde rondgelopen hebben.

Karel de Kale
Karel de Kale
Of geestelijken cq. theologen kunnen lachen om het bekende raadseltje ‘Wat is het tegenovergestelde van theoloog?’, antwoord: ‘Theo sprak de waarheid’, valt te bezien. De vier korte verhaaltjes hieronder tonen aan dat dit raadseltje een kern van waarheid bevat. Natuurlijk zijn er theologen die liegen, maar ze spreken soms ook keihard de waarheid.

Schot of zot: woordgrap

Johannes Scotius Eriugena (810-877) is in zijn dagen een beroemd theoloog en filosoof, in zijn geboorteland Ierland en daarbuiten. Na zijn dood blijft zijn faam voortleven: nog tot 1993 prijkt Scotius’ afbeelding op Ierse bankbiljetten. Over Johannes Scotius doen twee anekdotes de ronde.

Op uitnodiging van Karel de Kale, de koning van het West-Frankische Rijk, neemt Johannes Scotius omstreeks 845 de leiding over van Karels paleisschool. Op een dag zit Johannes aan tafel tegenover de koning. Als hij per ongeluk een kleine overtreding tegen de etiquette begaat, vraagt de gevatte koning hem, met een leuke woordspeling: ‘Quid distat inter Scottum et sottum?’ Vertaald: ‘Wat is het verschil tussen een Schot en een zot?’ De aanwezige hovelingen lachen beleefd, maar het antwoord van Johannes is nog iets gevatter: ‘Tabula tantum!’ ‘Slechts de breedte van de tafel.’

Uiteindelijk zorgen Johannes’ pretenties ervoor dat hij een onnatuurlijke dood sterft. In 877 steken zijn studenten hem dood met een pen, in een soort middeleeuwse prelude van de Leidse balpenmoord uit 1991. Het motief is dat hij ‘probeerde om hen te laten nadenken’. Dit lijkt geen sinecure voor studenten, maar in die tijd geldt ’teveel nadenken’ in bepaalde religieuze Britse kringen als godslastering.

De dwaalziel: practical joke

Scotius’ godgeleerde tijdgenoot Photius I (810-893) houdt ook wel van een geintje. Deze grappenmaker schept er genoegen in om Ignatius, de patriarch van Constantinopel, zo vaak als mogelijk voor de gek te houden. Photius wil namelijk graag zelf patriarch worden en heeft daar alles voor over.

In 858 maakt Photius een aardige theologische practical joke. Eerst bedenkt hij zelf een dwaalleer. De mens zou twee zielen hebben: een dwaalziel en een onfeilbare ziel. Vervolgens verkondigt Photius deze nieuwe theologische leer – die kant nog wal raakt – in de hoogste geledingen van Constantinopel. Iedereen die van de nieuwe leer hoort, gelooft hem, inclusief de patriarch Ignatius (ca.798-877). De patriarch is zo overtuigd van de nieuwe theologische wegen dat hij deze nieuwe leer verplicht stelt. Dan komt de aap uit de mouw: Photius maakt lachend aan Ignatius duidelijk dat het hier toch echt om een zelfbedachte dwaalleer gaat. Met het schaamrood op de kaken moet Ignatius de leerwijziging vervolgens publiekelijk ongedaan maken. Deze miskleun leidt tot de afzetting van Ignatius in 858 door zijn meerdere, waarna Photius zijn positie als patriarch kan overnemen.

Driemaal Dimitri: identiteitsfraude

Als tegen het einde van de zestiende eeuw de Russische tsaar Ivan de Verschrikkelijke (1530-1584) sterft, volgt zijn verstandelijk gehandicapte zoon Fjodor I (1557-1598) hem op. Na diens dood breekt er voor Rusland een moeilijke periode aan, ook wel de Tijd der Troebelen (1604-1613) genoemd. Deze tijd eindigt als de Romanovs de macht grijpen en deze tot 1917 weten te behouden.

Valse Dimitri II
Valse Dimitri II
Gedurende de Tijd der Troebelen claimen drie geestelijken de troonopvolger van Ivan de Verschrikkelijke te zijn. De eerste is Gregory Otropijev (1581-1606), een ambitieuze monnik die, gesteund door de Poolse koning, met een Pools-Kozaks leger Russisch gebied intrekt. Hij beweert een zoon van Ivan te zijn en eist in mei 1605 in Moskou de tsarentroon op. Nog binnen een jaar breekt in Moskou een opstand uit tegen ‘valse Dimitri I’. Hij wordt vermoord, vooral omdat hij de Russen rooms-katholiek wil maken.

In 1609 verschijnt ‘valse Dimitri II’ (?-1610) op het toneel, een liturgisch expert en vermoedelijk de zoon van een priester of bekeerde Jood. Ook hij wordt klakkeloos geloofd als hij beweert de zoon van Ivan te zijn, waarbij de Polen een leger van 7500 man voor hem regelen. ‘Dimitri’ slaagt er uiteindelijk in een leger van maar liefst 100.000 man – Kozakken, dissidenten en Polen – te verzamelen en valt Moskou aan. Als hij echter de Poolse koning uitnodigt in zijn legerkamp, breekt er chaos uit en keren zijn manschappen zich tegen hem. Dimitri vlucht en vindt uiteindelijk, hij is dan halfdronken, de dood door een moordpartij.

Nog is de identiteitsfraude – een soort serieuze humor gericht op eigen gewin – niet ten einde: er staat een derde ‘valse Dimitri’ (?-1612) op, een diaken met de naam Sidorka. Deze beweert in maart 1611 dat hij de echte zoon van Ivan de Verschrikkelijke is. De Dimitri’s kunnen heel goed praten of Kozakken zijn gewoon erg naïef, want opnieuw wordt deze zwendelaar geloofd. Hij houdt zijn leugens echter niet lang vol, want in mei 1612 slaat hij op de vlucht. Na zijn arrestatie veroordelen de autoriteiten in Moskou hem ter dood.

‘Jij bent vadsig!’: bijzondere humor

Grigori Raspoetin
Grigori Raspoetin
Raspoetin is een flauwe woordspeling op president Vladimir Poetin, de man die al jarenlang de democratie in Rusland frustreert. In het Russisch betekent Raspoetin zoveel als ‘liederlijk’, ‘zedeloos’, maar ook ‘kruispunt van wegen’. De échte Raspoetin, voornaam Grigori, heeft net als Vladimir meerdere megalomaan-narcistische trekjes. In zijn geval is echter niet het communisme de oorzaak; Raspoetin leeft namelijk in de tijd voordat deze ideologie in de politieke praktijk wordt gebracht.

De legendarische Grigori Raspoetin (1869-1916) is een onorthodoxe monnik, die vanaf 1907 veel invloed krijgt aan het hof van tsaar Nicolaas II (1868-1918) en diens vrouw Alexandra. Zijn invloed groeit snel, omdat hij een genezende invloed blijkt te hebben op het doodzieke tsarenzoontje Aleksej. Grigori houdt er een geheel eigen levensstijl op na als lid van de Russische sekte van de chlysten. De kern van hun leer is dat de mens, om vergeving van God te kunnen krijgen, móét zondigen tegen God. Anders kan God de mens immers niet vergeven? Echt orthodox is deze gedachtegang niet, zie Romeinen 6:1,2. Maar deze leer biedt Grigori alle gelegenheid om religieuze seances te houden met mooie vrouwen, met als doel lichamelijke in plaats van geestelijke gemeenschap. Verder giet Grigori zich ’s avonds vol met sterke drank. In de ochtend kan hij dan weer vergeving vragen voor zijn nachtelijke avonturen.

Mocht Grigori’s theologie nog niet lachwekkend genoeg zijn, zijn vreemde humor slaat alles. Zo wandelt hij in 1915 de nachtclub Villa Rode in Sint-Petersburg binnen, waar op dat moment zigeunermeisjes een opruiend liedje zingen. Aan een tafel ziet Grigori zijn hofcollega A.N. Khvostov zitten. Hij loopt gauw naar hem toe, slaat hem op zijn grote lijf en zegt: ‘Broeder, help ze eens zingen man! Jij bent vadsig en kan veel herrie maken.’ Khvostov, vermoedelijk beneveld door de drank, bedenkt zich geen moment, springt het toneel op en begint met een zware stem met de dames mee te brallen. Grigori ligt helemaal in een deuk en klapt van plezier in zijn handen. Korte tijd later wordt Khvostov, mede op voorspraak van Grigori, verkozen tot minister van Binnenlandse Zaken. In de Doema, het Russisch parlement, neemt een opposant geen blad voor de mond: hij zegt hardop dat je in Rusland geen hoge politieke functie krijgt als je veel van politiek weet, maar alleen als je een zigeunerliedje mee kunt zingen.

Grigori haalt diverse andere fratsen uit, vaak met seks als centraal thema. Zo verkondigt hij op een tsaristisch feestje in 1916 met luide stem en te midden van allerlei hofpersoneel, dat hij regelmatig seks heeft met tsarenvrouw Alexandra en haar bloedmooie dochter Olga.

Het kan niet anders of deze narcist maakt vijanden. En inderdaad: eind december 1916 escaleert de situatie en wordt Grigori vermoord. De precieze toedracht van de moord is nog steeds onderwerp van speculaties. In de literatuur komen allerlei theorieën voor: vergiftiging, doodslag, pistoolschoten en/of verdrinking. In elk geval wordt Grigori’s lijk begin januari 1917 gevonden in de rivier de Nevka, vastgevroren aan een brug.

Een van de moordenaars van Raspoetin, Felix Joessoepov (1887-1967), emigreert naar Frankrijk en werkt daar succesvol samen met de wereldberoemde Franse modeontwerpster Coco Chanel (1883-1971). Opmerkelijk is dat Grigori’s (vermeende) penis op sterk water staat in het Erotisch Museum in Sint-Petersburg. Of zou het sterke drank zijn?

Bronnen

– Dick Berents, Stalin en Hitler komen in de hemel. De hele geschiedenis aan de hand van moppen en misvattingen (Soesterberg: Aspekt, 2012).
– Robert K. Massie, Nicholas and Alexandra. The Tragic, Compelling Story of the Last Tsar and his Family (Londen: Head of Zeus, 2013).
– John Julius Norwich, De pausen (Amsterdam: Bert Bakker, 2013).
– http://en.wikipedia.org/wiki/Johannes_Scotus_Eriugena#Joke

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×