De Duitse arbeider Georg Elser (1903-1945) verzette zich tegen het nationaalsocialisme en probeerde Hitler in 1939 uit de weg te ruimen. Hij wist dat de leider van de nationaalsocialisten in november dat jaar een bezoek zou brengen aan de Bürgerbräukeller in München om daar de mislukte staatsgreep van 1923 te herdenken. Elser verzamelde explosieven, stelde een bom samen en verborg die met een tijdontsteker in de Bürgerbräukeller.
De aanslag mislukte door stom toeval. Hitler en zijn staf vertrokken eerder uit de Bürgerbräukeller dan verwacht, omdat er vanwege slecht weer niet per vliegtuig maar met de trein naar Berlijn teruggereisd werd. Bij de aanslag kwamen acht mensen om het leven en raakten 63 mensen gewond. Hitler was echter ongedeerd. Elser werd kort na de aanslag gearresteerd, gemarteld en naar een concentratiekamp gedeporteerd. Kort voor het eind van de Tweede Wereldoorlog, 9 april 1945, werd hij in Dachau op bevel van Hitler geëxecuteerd.
Dat is in het kort het verhaal van Georg Elser en de aanslag op Adolf Hitler. De Duitse onderzoeksjournalist Helmut Ortner publiceerde in de jaren negentig een boek over de aanslag en dat boek is nu in het Nederlands uitgebracht onder de titel De eenzame dader. Ortner dook de archieven in en sprak met familieleden van Elser. Dat het boek als titel De eenzame dader kreeg is te begrijpen. Het verhaal van Georg Elser is namelijk, om meerdere redenen, een verhaal dat treurig kan stemmen. In 2021 werd het boek opnieuw uitgebracht, toen onder de titel De man die Hitler wilde doden.
Elser was een solitair ingestelde man die zich eigenlijk helemaal niet zo erg interesseerde voor politiek. Hij kwam op voor ‘de arbeider’ maar kan moeilijk een communistisch activist genoemd worden. Hij werd ooit wel lid van de Rotfrontkämpferbund, een organisatie die banden onderhield met de Duitse communistische partij, maar bij die club had hij zich eigenlijk alleen maar aangesloten om van het gezeur van een collega af te zijn, die doorlopend probeerde hem als lid binnen te halen. Elser betaalde zijn contributie, maar daar bleef het bij.
Elser was wel boos over het feit dat het voor arbeiders in Duitsland na de machtsgreep van Hitler niet makkelijker op was geworden. De lonen waren verlaagd en de verplichte inhoudingen verhoogd. Tijdens een van zijn verhoren zei Elser onder meer:
“De arbeiders hebben sinds de nationale revolutie naar mijn idee in zeker zin vrijheid ingeleverd. De arbeider kan niet meer zelf zijn arbeidsplaats kiezen, door de Hitlerjugend heeft hij geen zeggenschap meer over zijn kinderen, en de vrijheid van godsdienstoefening is in de knel gekomen.”
Elser was dus wel degelijk politiek bewust, maar het leek erg onwaarschijnlijk dat hij ooit een politieke daad zou stellen. Hij sprak vrijwel nooit over politiek. Toch is Georg Elser de geschiedenis ingegaan als de man die, in zijn eentje, een aanslag pleegde op Adolf Hitler. Tijdens zijn verhoren legde hij uit hoe hij gekomen was tot het besluit om de aanslag te plegen:
“Mijn overwegingen bleven beperkt tot hoe je de omstandigheden voor de arbeiders kon verbeteren en een oorlog kon vermijden. […] Mijn overwegingen leidden tot de slotsom dat de verhoudingen in Duitsland alleen door het uitschakelen van de huidige leiding veranderd konden worden.”
Nachtenlang zat Elser op zijn knieën in de Bürgerbräukeller om de pilaar uit te hollen waarin de bom geplaatst moest. Niemand wist van zijn plan. Elser was een bekwaam houtbewerker en stond bekend om zijn secure manier van werken. Een voormalig werkgever meldde dat hij pas stopte met werken als hij honderd procent tevreden was en het was meerdere keren gebeurd dat Elser, na oplevering van een stuk vakwerk, naar de klant toe was gegaan om nog een keer te kijken of hij echt wel goed werk had afgeleverd. Met dezelfde toewijding werkte Elser aan de bom die een eind moest maken aan het bewind van Adolf Hitler. Een jaar eerder was hij al naar München afgereisd om te onderzoeken hoe goed de Bürgerbräukeller beveiligd werd en twee dagen nadat hij de bom in de pilaar had geplaatst reisde hij terug naar München om zich ervan te vergewissen dat alles goed afgesteld stond. Om dit te controleren liet hij zich nog een keer insluiten in de Bürgerbräukeller. Een nacht lang lag hij naast de bom die het Derde Rijk enkele uren later op zijn kop zou zetten.
Elser had alles goed gedaan. De bom ontplofte op het juiste moment. Hitler ontkwam echter en terwijl Elser gehoopt had de nazi-leiding uit te schakelen hielp hij ze eigenlijk nog steviger in het zadel. De gelijkgeschakelde pers verspreidde na de mislukte aanslag namelijk doorlopend berichten over “de voorzienigheid” die de Führer zou hebben beschermd. De verering van Hitler nam hierdoor nog religieuzer proporties aan. Vanaf een kansel van een evangelische kerk in Stuttgart werd daags na de aanslag gebeden:
“In de kogelregen van de wereldoorlog, tijdens de moedige tocht op 9 november 1923, in de navolgende jaren van strijd om de politieke macht en nu bij de duivelse aanslag, telkens opnieuw hield de almachtige God zijn beschermende hand boven hem.”
Een eenzame dader. Georg Elser werkte alleen en dat is iets wat de Gestapo maar moeilijk kon geloven. Na zijn arrestatie en bekentenis werd Elser daarom onderworpen aan de zogenaamd ‘verscherpte ondervraging’. Hij werd gefolterd maar bleef bij zijn verklaringen. Hij werkte alleen. Maandenlang zat hij alleen in een cel en toen de ondervragingen eindelijk waren afgerond werd hij overgebracht naar concentratiekampen. Overlijden mocht hij daar niet, want de nazi’s wilden dat Elser na de oorlog nog zou figureren in een schijnproces waarin definitief aangetoond zou worden dat hij werkte in opdracht van de Britse geheime dienst. Als zogenaamde ‘preventief gedetineerde’ werd Elser relatief goed behandeld. Maar hij zat wel volledig geïsoleerd. Tijdens een van zijn laatste dagen zei hij tegen een van zijn bewakers:
“Weet u, ik ben geen verstokte communist. Ik wist dat ik een groot risico nam – nu zit ik hier en wacht ik op mijn terechtstelling. […] Ik meende iets goeds te doen, nu moet ik de gevolgen ondergaan.”
De eenzame dader is een zeer indringend boek. Filmisch beschrijft Ortner de geschiedenis van Georg Elser. Volgens de auteur een “eenvoudig, moedig man” en “held tegen wil en dank”. Terecht heeft Ortner er voor gekozen om in het boek ook (beknopt) de opkomst van Adolf Hitler en de ontwikkelingen in Duitsland in de periode 1923-1939 te beschrijven. Die context is cruciaal en komt het boek dus ten goede. Grote kracht van het boek is dat Elser door de vele helder vertaalde verhoorverslagen zelf aan het woord komt.
De boektitel is om meerdere redenen treffend. Natuurlijk zal Elser in zijn cel en tijdens de verhoren veel eenzame momenten hebben beleefd maar er is meer eenzaam aan het verhaal van de verzetsman. Na de oorlog was er in Duitsland geen ruimte voor Elser. Begrijpelijk natuurlijk, de Duitsers hadden in die eerste jaren na de verwoestende oorlog wel wat anders aan hun hoofd. Schokkend is echter dat Duitsland ook in de jaren negentig, toen dit boek daar voor het eerst verscheen, volgens Ortner eigenlijk niet op de verhalen van verzetsstrijders wachten. Hun engagement herinnerde de Duitsers er volgens hem aan dat ze medeschuldig waren. In de epiloog schrijft de auteur:
Op het moment van schrijven van het boek hadden zo’n 6,4 miljoen volwassen Duitsers – evenveel als het aantal inwoners van de deelstaat Baden-Württemberg, de geboortegrond van Georg Elser, nog altijd waardering voor Hitler. Nog eens 5,5 miljoen Duitsers stonden ‘positief noch negatief’ tegenover de man die op 8 november 1939 Elsers aanslag in de Münchense Bürgerbräukeller overleefde.
Pas de laatste jaren is er in Duitsland meer aandacht voor de geschiedenis van Georg Elser. Zijn naam wordt tegenwoordig ook in de Duitse schoolboeken genoemd en er zijn verschillende monumenten voor hem opgericht. Wie De eenzame dader leest zal beamen dat dat meer dan terecht is.