Fortuna was de Romeinse godin van het lot, het geluk en fortuin en vertoont enige gelijkenissen met de Griekse beschermgodin Tyche.
De godin Fortuna werd vaak afgebeeld met vleugels, een hoorn des overvloeds (cornucopia), scepter en een rad, als symbool voor de veranderlijkheid van het lot. Aan dit laatste attribuut herinnert het hedendaagse Rad van Fortuin (wheel of fortune), dat ook in spelshow geregeld wordt gebruikt, en symboliseert dat het geluk kan draaien als een wiel en mensen vaak zijn overgeleverd aan de grillen van het lot. Het Rad van Fortuin wordt eveneens gebruikt als een symbool in tarotkaarten en in de astrologie.
Fortuna was bij de Romeinen vooral populair onder vrouwen en het gewone volk. Ze werd vereerd onder verschillende namen, waaronder Felix (de geluksbrenger) en Bona (de goede). In Rome waren veel tempels aan de godin gewijd. De cultus zou hier zijn ingevoerd door koning Servius Tullius, volgens de overlevering de zesde koning van Rome.
Het bekendste heiligdom van de godin bevond zich echter in Praeneste, een stad ongeveer vijfentwintig kilometer ten westen van Rome, tegenwoordig bekend als Palestrina. In deze stad werd Fortuna vereerd als Primigenia (de eerstgeborene). Bij deze tempel was ook een orakel te vinden, net zoals bij Fortuna’s heiligdom in de havenstad Antium.
Romulus en Remus en de stichting van Rome (ca. 753 v.Chr.)
Wat is een raddraaier? – Betekenis en herkomst
Bronnen â–¼
-Encyclopedie van de mythologie – Dr. Adelaïde van Reeth (Tirion) p.86.87
-https://www.stilus.nl/oudheid/wdo/ROME/GODSDIEN/FORTUNA.html