Het graf van voormalig nazi-kopstuk Rudolf Hess (1894-1987) is woensdagnacht geruimd. De beheerder van de begraafplaats in Wunsiedel heeft dat bekendgemaakt.
De nabestaanden van Hess hadden de grafconcessies eigenlijk willen verlengen maar het kerkbestuur weigerde dit. Onder meer omdat Hess’ graf een soort bedevaartsoord voor neonazi’s was geworden. De stoffelijke resten van het voormalige nazi-kopstuk zijn woensdagnacht uit het graf gehaald. De resten zijn verbrand en de as is uitgestrooid over een meer. Welk meer dat precies is hebben de autoriteiten niet bekendgemaakt om te voorkomen dat ook deze plek een bedevaartsoord voor neonazi’s wordt.
Rudolf Hess was één van de naaste medewerkers van Adolf Hitler. Deze benoemde hem tot zijn plaatsvervanger als leider van de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). In 1941 werd Hess gevangen genomen nadat hij in zijn eentje in een vliegtuig vanuit Duitsland naar het Verenigd Koninkrijk. Naar eigen zeggen kwam hij om vrede tot stand te brengen.
Na de Tweede Wereldoorlog werd Hess door het Neurenbergtribunaal veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. In 1987 verhing hij zich in de Spandau-gevangenis in West-Berlijn. Hij was toen 93 jaar oud. Hij werd, naar zijn eigen wens, bijgezet in het familiegraf in Wunsiedel. Vanaf dat moment werd dit graf een bedevaartsoord voor neonazi’s. Vooral op zijn sterfdag, 17 augustus, was het druk rond zijn graf.
Vanwege de toeloop besloot de kerkenraad het grafrecht per oktober van dit jaar op te zeggen. Aanvankelijk maakte een kleindochter van Hess hier bezwaar tegen, maar uiteindelijk ging de hele familie toch akkoord.
Lees ook: Rudolf Hess (1894-1987) – NSDAP-politicus en plaatsvervanger Hitler
Boek: Hitlers handlangers