Het Groninger Museum heeft drie werken van Groninger kunstenaar Eduard (Edu) Waskowsky (1934-1976) ontvangen. De kunstwerken zijn afkomstig uit de collectie van Corrie en Harry Swaak en zijn deze week opgenomen in een museumpresentatie in de vaste collectie.
Aan het begin van de jaren zestig kreeg de kunstenaar partijen oud ijzer via zijn vriend Harry Swaak, die werkzaam was bij het bedrijf Werkspoor. Hiermee begon Waskowsky te experimenteren. Hij werd een meesterlasser en toonde zijn vakmanschap in een spel van aaneengelaste metaalplaatjes.
Edu Waskowsky werd in 1934 in Rotterdam geboren. In 1958 verhuisde hij naar Wedde en in 1962 vertrok hij naar de stad Groningen. Waskowsky verwierf bekendheid in het Groningse kunstleven en sloot vriendschap met kunstenaar Martin Tissing. In 1965 maakten zij samen met Henri de Wolf en Jo van Dijk de tentoonstelling Gr4K in het Groninger Museum. De vier jonge kunstenaars verhielden zich in die tijd met hun werk tot internationale kunstbewegingen zoals CoBrA. In Groningen is de kunstenaar het meest bekend van zijn Joods Monument aan de Hereweg.
Klein oeuvre
Tijdens zijn leven verkocht Waskowsky weinig werk. Zijn werk is nooit verzameld en hij vernietigde er zelf een deel van. Nadat hij in 1958 de beeldhouwkunst verkoos boven schilderkunst, verbrandde hij ook zijn schilderijen. Materialen van minder geslaagde beelden gebruikte hij voor nieuwe composities. Uiteindelijk liet hij een klein oeuvre van ongeveer 75 beelden en enkele schilderijen en tekeningen na.
Sinds deze week zijn de beelden Staande figuur en Compositie (kop) van Waskowsky te zien in een presentatie in de vaste collectie van het Groninger Museum. Ook is het schilderij Boom (1957) van hem te zien. Het werk van de kunstenaar wordt getoond in combinatie met werk van tijdgenoten uit de collectie van het Groninger Museum.
