Het werkwoord hamsteren is vandaag de dag, en niet door reclameacties van Albert Heijn, een actueel fenomeen geworden. Halverwege maart 2020 (vanwege een corona-lockdown), begin februari 2021 (sneeuwstorm) en op zaterdag 17 december 2021 (aankondiging van een harde lockdown) ontstonden er runs op supermarkten en winkels, waarbij met name wc-rollen, diepvriesproducten, schoonmaakmiddelen en brood populair bleken. Nederlanders sloegen en slaan massaal levensmiddelen in uit vrees voor tekorten. Maar waar komt het begrip hamsteren vandaan? Een korte geschiedenis over de betekenis en herkomst van het fenomeen hamsteren.
Betekenis van hamsteren
Hamsteren is ontleend aan de naam van het diertje, de hamster, die voorafgaand aan het winterseizoen via zijn wangzakken voedsel naar zijn verblijfplaats brengt. Zo heeft hij voldoende voedsel voor de koude wintermaanden, als er sprake is van schaarste. Het woord hamster komt uit het Duits en kwam in die taal in de late Middeleeuwen, de vijftiende eeuw, voor het eerst voor. Het is vermoedelijk voortgekomen uit het Oudhoogduitse begrip hamustro, dat al rond het jaar 1000 bestond.
Bekend geworden tijdens de Eerste Wereldoorlog
Met name tijdens de Eerste Wereldoorlog is hamsteren is het Nederlands bekend geworden als werkwoord voor mensen die in tijden van (dreigende) schaarste massaal etenswaren, brandstoffen en/of gebruiksproducten inslaan. Hiervan kan sprake zijn bij een pandemie zoals de Antonijnse Plaag in de Oudheid, de Zwarte Dood in de Middeleeuwen, de Spaanse Griep (1918-1920) of het huidige Coronavirus of tijdens (dreigende) oorlogen en economische crises.
Toen in de jaren 1916-1917 Nederland rantsoeneringsmaatregelen genomen werden, sloegen veel mensen vlak voor ingang daarvan zoveel mogelijk waar in. Eenzelfde run op voedsel en waren vond plaats in augustus 1914, toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak.
Wie Delpher.nl erop naslaat, komt als vroegste vermeldingen van het werkwoord hamsteren krantenartikelen uit april 1916 tegen. Een journalist van het Algemeen Dagblad die in Duitsland werkzaam was, beschreef het verschijnsel dat mensen massaal eten en waren insloegen en schreef hierover: ‘hamsteren noemt men het hier’.
Amsterdam werd in 1917 ‘Hamsterdam’
In dezelfde periodiek, het Algemeen Dagblad, verscheen in 1917 een vernuftig puntdicht, waarbij de stad Amsterdam omgedoopt werd in ‘Hamsterdam’:
“Het voorraad opslaan neemt steeds toe
Bij burgers, buitenlui en boeren:
De hoofdstad zèlf mag straks terecht
Den naam van …Hamsterdam wel voeren.”
Om hamsteren te voorkomen werden in Nederland, zowel tijdens de Eerste Wereldoorlog als Tweede Wereldoorlog, distributiebonnen en -regels ingevoerd.
Lees ook: De eenheidsworst: worst voor iedereen tijdens de Eerste Wereldoorlog
…of: Mijn naam is haas!
Boek: Muggenzifters en zondebokken – Friederike de Raat
Bronnen ▼
Literatuur & Internet
-E. Slijper (1918), ‘Oorlogswinst der Nederlandse taal‘, in: NTG 12 (1918) 88-89.
-http://etymologiebank.nl/trefwoord/hamsteren
-https://onzetaal.nl/een-woord-uit-elk-jaar/zoek-jaarwoord?url_title=hamsteren&keywords=1914
-https://www.verzetsmuseum.org/jongeren/schaarste
-https://www.trouw.nl/achterpagina/coronahamsteren-kan-afbreuk-doen-aan-het-goede-imago-van-hamsteren~b0547b97/
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Hamsteren