Hans Lippershey en de allereerste telescoop

3 minuten leestijd
Herdenkingsmunt uit 2008 ter herinnering aan de ontdekking van Hans Lipperhey (Publiek Domein - wiki)
Herdenkingsmunt uit 2008 ter herinnering aan de ontdekking van Hans Lipperhey (Publiek Domein - wiki)

De uitvinding van de telescoop wordt vaak toegeschreven aan de Middelburgse lenzenslijper Hans Lippershey. In 1608 vroeg deze Zeeuw octrooi aan op een instrument ‘om verre te sien’.

Portret van Hans Lippershey in het boek van Pierre Borel "De vero telescopii inventore" (1655)
Portret van Hans Lippershey in het boek van Pierre Borel “De vero telescopii inventore” (1655)
Volgens een legende werd Lippershey op het idee gebracht om een telescoop te ontwikkelen door twee van zijn kinderen. Toen deze op een dag in de brillenwinkel van hun vader speelden, zouden zij ontdekt hebben dat ze de plaatselijke kerktoren sterk vergroot konden waarnemen als ze via een holle lens vlakbij hun oog door een bolle lens iets verderop keken. Dit verhaal dateert echter uit de achttiende eeuw en is dus apocrief.

Of Lippershey daadwerkelijk de eerste was die een telescoop maakte, wordt wel betwijfeld. Vaak wordt ook de naam van Lippershey’s buurman genoemd: Zacharias Jansen. Die ontwikkelde rond dezelfde tijd namelijk ook een kijker. En ook Jacob Metius wordt soms genoemd als uitvinder van de telescoop. Feit is dat deze Alkmaarse opticien ook een kijker ontwikkelde, maar hij vroeg enkele weken na Lippershey bij de Staten-Generaal patent aan op zijn uitvinding, waardoor zijn aanvraag werd afgewezen. Verder wordt wel eens beweerd dat de Engelse astronoom Thomas Digges al eerder een telescoop ontwikkelde. Rond 1570 schreef hij namelijk dat men dingen die zich op grote afstand bevonden vergroot kon waarnemen wanneer “proportionele glazen in bepaalde hoeken” van elkaar werden geplaatst. Tot slot valt ook soms de naam van de in 1615 overleden Italiaanse architect Giambattista della Porta wanneer het gaat om de uitvinding van de telescoop.

Verspreiding van de telescoop

Document waarop de patentaanvraag van Lippershey vermeld staat. (CC BY-SA 3.0 - KB - wiki)
Document waarop de patentaanvraag van Lippershey vermeld staat. (CC BY-SA 3.0 – KB – wiki)
Er mag dan discussie zijn over de vraag of Lippershey de eerste uitvinder van de telescoop was, hij is wel degene die het toestel populair maakte. Voor zijn octrooiaanvraag reisde de Zeeuw in in 1608 naar Den Haag, waar hij, in bijzijn van prins Maurits en verschillende leden van de Staten-Generaal, een demonstratie gaf op het dak van het verblijf van de prins. Vanaf de Stadhouderstoren in Den Haag was dankzij de telescoop die dag de kerktoren van Delft duidelijk te zien. De toeschouwers waren overtuigd van het belang van de uitvinding en gaven Lippperhey opdracht om voor negenhonderd gulden drie kopieën van het instrument te vervaardigen. Het octrooi kreeg hij overigens niet, vanwege de soortgelijke octrooiaanvragen die rond dezelfde tijd binnenkwamen.

Het nieuws over de nieuwe uitvinding verspreidde zich snel, net als de telescoop zelf, die relatief makkelijk na was te maken. In de eerste helft van de zeventiende eeuw circuleerden er in Europa al talloze exemplaren, soms ‘dutch trunks’ genoemd. Slechts een handjevol van deze eerste telescopen is bewaard gebleven.

Wetenschappelijke waarnemingen

Galileo Galilei (Sustermans)
Galileo Galilei (Sustermans)
De beroemde astronoom en natuurkundige Galileo Galileï hoorde in 1609 over het apparaat, tijdens een verblijf in Venetië. Na zijn terugkeer aan de universiteit in Padua besloot hij zelf een telescoop te bouwen om het heelal te bestuderen. Deze verbeterde versie van de telescoop vergrootte twintig keer en had een gezichtsveld van tien graad. De natuurkundige speurde de hemel af en deed voor die tijd grote ontdekkingen. In 1610 ontdekte Galileo Galileï bijvoorbeeld de vier manen van de planeet Jupiter. En wat later zag Galileo Galileï ook als eerste mens de zonnevlekken op de zon en de schijngestalten van Venus. Verder constateerde hij met behulp van zijn telescoop dat de maan bergachtig was. In 1610 publiceerde Galileo Galileï over al deze ontdekkingen in zijn werk Siderius Nuncius. Hij was de eerste die wetenschappelijke waarnemingen deed met zijn telescoop. Tot die tijd had men vooral het militaire belang van het apparaat gezien.

De Nederlander Christiaan Huygens zette de wetenschappelijke traditie voort. Met zijn eerste telescoop ontdekte hij in 1655 Titan, een maan bij Saturnus.

Bronnen

-https://www.zeeuwseankers.nl/verhaal/de-telescoop-en-de-wetenschap
-https://historiek.net/lenzen-in-de-zeventiende-eeuw/47259/
-De zon – David Whitehouse (p. 95-96)
-1001 Uitvindingen – Challoner (p. 178)

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×