Christiaan Huygens (1629-1695) was een vooraanstaand Nederlands wetenschapper en uitvinder, bekend om zijn bijdragen aan de natuurkunde, astronomie en wiskunde. Hij ontdekte onder andere de ringen van Saturnus, verbeterde de telescoop en ontwikkelde het slingeruurwerk, wat grote invloed had op de nauwkeurigheid van tijdsmeting.
Tot zijn zestiende kreeg het wonderkind les aan huis en kwam hij in aanraking met allerhande takken van de wetenschap. Ook leerde hij de luit te bespelen. Huygens studeerde tussen 1645 en 1647 vervolgens rechten en wiskunde aan de universiteit van Leiden en studeerde hierna enige tijd in Breda, aan het College Arausiacum of ‘College van Oranje’. In de Brabantse stad werd de jonge geleerde onder meer onderwezen door de Brit John Pell, een van de meest prominente wiskundigen van die tijd.
In 1651 publiceerde Huygens zijn eerste wiskundige artikel, maar daarna stortte hij zich meer op astronomie en de kansberekening. Zijn belangrijkste astronomische ontdekking volgde in 1655 toen hij, met behulp van één van zijn zelf geslepen lenzen, de grootste Saturnusmaan Titan ontdekte.
Christiaan Huygens en de Royal Society
Snelheid van het licht
Huygens’ gezondheid, die al sinds zijn geboorte niet sterk was geweest, liet hem echter na een aantal jaren in Parijs in de steek, en in 1670 besloot de geleerde terug te keren naar Nederland. Een jaar later reisde Huygens weer naar Frankrijk maar hij zag zich al snel voor een dilemma geplaatst toen de Franse koning Lodewijk XIV in 1672 de Nederlanden binnenviel. Ondanks het feit dat hij als Nederlandse wetenschapper in het land van de ‘bezetter’ werkte, zag hij zich boven politiek verheven en zette hij zijn werk voort.
Invloed
Daar kwam de geleerde in contact met grote wetenschappers als Newton, waarmee hij reeds een leven lang een wetenschappelijke discussie over de universele zwaartekracht had uitgevochten. Een jaar voor zijn dood vertrok Huygens definitief naar Nederland waar hij tot zijn overlijden werkte aan verbeteringen aan lenzen en slingeruurwerken. Postuum verscheen van hem nog het werk Cosmotheoros (1698), dat algemeen wordt gezien als een van de eerste werken over buitenaards leven.
Huygens kan zonder twijfel een van de meest invloedrijke Nederlandse wetenschappers uit de geschiedenis worden genoemd. Zijn goede afkomst zorgde reeds op jonge leeftijd voor de benodigde contacten in de wetenschappelijke wereld en vrijwel zijn hele leven zou hij omringd blijven door de grootste wetenschappers van zijn tijd. Bijzonder aan de wetenschapper is ook dat hij het nodige literaire talent had en wetenschappelijke kennis zo vrij toegankelijk maakte. De hedendaagse theoretische sterrenkunde Vincent Icke schreef daarover in zijn boek De ruimte van Christiaan Huygens:
Niet alleen beheerst hij [als sterrenkundige] de waarnemingen, de verklaringen en de bijbehorende wiskunde, maar ook toont Huygens zich een meester van de literaire vorm. Dat is zeer opmerkelijk: de gedetailleerde inhoud en werking van het toen bekende Heelal worden weergegeven als science fiction.
Over wetenschap zei de geleerde wat bescheiden ooit dat het een kwestie was van “hard werken” en dat men hierbij niet alleen groot inzicht nodig had, maar ook een flinke “dosis geluk”.