Al voor de Tweede Wereldoorlog haalden zijn daden de kranten. Vooral in de politiekronieken figureerde zijn naam met enige regelmaat. De reputatie van Leopold Socha (1909-1946) was in het vooroorlogse Lviv allesbehalve smetteloos. Socha was een in winkeldiefstal en inbraken gespecialiseerde veelpleger die keer op keer in aanraking kwam met de Poolse justitie. Zelfs een bankoverval durfde hij aan, met een lange gevangenisstraf als gevolg.
Toen in september 1939 de oorlog uitbrak, was Socha weer op vrije voeten. Hij werkte als rioolwerker. Het ondergrondse gedeelte van de stad kende hij als zijn broekzak. Tijdens de oorlog kwam dit goed van pas: Socha was in staat om met behulp van zijn criminele vaardigheden levens te redden.
Schuilplaats in het rioolsysteem
In mei 1943 trof Leopold een twintigtal Joden aan die in paniek het brandende getto via de rioolgangen probeerde te ontvluchten. Samen met twee andere kameraden schoot hij deze vluchtelingen te hulp en vond hij een veilige schuilplaats in het rioolsysteem. De rioolwerkers voorzagen hen vervolgens van voedsel en andere benodigdheden. Wekelijks moesten de onderduikers een bedrag van 500 zlotys betalen: het geld was nodig voor hun levensonderhoud en een gedeelte was commissiegeld voor de redders. De financiële middelen van de Joden raakten snel op. Voor Socha was dit geen probleem. Hij ging door met het verzorgen van ‘zijn’ Joden.
Zijn collega’s daarentegen vormden een zwakke schakel in de reddingsoperatie. Hoewel Socha verzweeg dat de Joden geen middelen meer hadden en Socha daarom het commissiegeld en de boodschappen uit eigen zak betaalde, dreigden de medehelpers er mee op te houden. Ze waren bang om betrapt te worden. Ook Socha’s vrouw, Magdalena, wilde aanvankelijk van de illegale werkzaamheden niets weten. Ze vond het risico te groot; op het verbergen van Joden stond de doodstraf. Uiteindelijk raakte ze toch betrokken bij het in leven houden van de Joden: ze waste, streek en ontluisde hun kleren.
Dag in, dag uit kroop Socha in de rioolgangen. Af en toe bracht hij voor ‘zijn’ Joden iets verrassends mee: in het getto gevonden gebedenboeken, sabbatkaarsen, chique overhemden die hij uit Duitse winkels wist te stelen, actuele kranten of een leesboek voor de kleine, zevenjarige Krystyna Chigier. Socha was dol op haar, en ook zij fleurde op wanneer ze Socha zag. Voor haar was hij geen boef, maar ‘een beschermengel’ wiens altijd glimlachend gezicht, zo getuigde ze later, haar moed gaf om optimistisch te blijven.
Op 27 juli 1944 werd Lviv bevrijd door het Rode Leger. Na veertien maanden konden ‘Socha’s’ Joden eindelijk de riolen verlaten. Van de oorspronkelijk groep waren nog tien mensen in leven, onder wie de complete familie Chigier: Paula, Ignacy en hun kinderen Krystyna en Pawel. Hun leven kon opnieuw beginnen.
Ongeluk en publieke erkenning
Ook Socha had al nieuwe toekomstplannen. Hij wilde voorgoed stoppen met de criminaliteit en droomde van een eigen restaurant. Helaas is deze droom nooit uitgekomen. In mei 1946 werd Socha met zijn fiets door een vrachtauto van het Russische leger geschept. Hij overleed ter plekke. Zijn dochter, die naast hem fietste, duwde hij tijdig opzij en bleef ongedeerd.
Op zijn begrafenis fluisterde iemand dat dit Gods straf was voor de hulp die hij aan de Joden had geboden. Dergelijk commentaar liet Socha’s nabestaanden koud: zij waren apetrots op wat hij voor de Joden had gedaan.
De publieke erkenning voor Socha’s moedige daden kwam in 1978, toen hij op basis van de getuigenis van Krystyna samen met zijn vrouw tot ‘rechtvaardigen onder de volkeren’ werd verklaard. Om die reden haalde zijn naam wederom de kranten in allerlei landen, maar nu vanwege zijn heldenmoed.
Strafblad
Het verhaal van Leopold Socha is in de afgelopen jaren nog bekender geworden. Op basis van Krystyna’s verhaal en de herinneringen die haar vader, Ignacy Chigier, heeft vastgelegd, werd een speelfilm gemaakt. In Darkness (2011) van Agnieszka Holland is vanaf mei in de Nederlandse bioscopen te zien. Voor degenen die deze film gaan zien, zal het hier opgetekend verhaal enigszins verrassend zijn.
Op het criminele verleden van Socha gaan de filmmakers nauwelijks in. Blijkbaar past een strafblad niet in het beeld van een held. Toch zou dat criminele verleden van Socha wel eens bepalend kunnen zijn geweest voor de keuzes die hij tijdens de bezetting maakte en de risico’s die hij nam. Het is evenmin uitgesloten dat zijn gevangenisstraf hem gevoelig heeft gemaakt voor anderen die opgesloten zaten. Misschien werd Socha een held niet ondanks, maar dankzij zijn strafblad.
~ Iwona Gusc, NIOD
Meer lezen?
- Krystyna Chiger, The girl in the green sweater: A life in Holocaust’s shadow (New York 2008)
- Robert Marshall, In the sewers of Lvov. The last sanctuary from the Holocaust (Londen 2012)