In deze rubriek presenteert een medewerker van het NIOD iedere maand een held uit de Tweede Wereldoorlog of uit andere perioden van massaal geweld in de twintigste eeuw. Wie waren die helden nu eigenlijk? En wat maakt iemand tot een held?
De genocide op de Armeniërs bestond uit twee overlappende processen die samen een doelbewust en samenhangend proces van vernietiging teweeg brachten: massa-executies en deportaties. In de nacht van 23 op 24 april 1915 beval de Jong-Turkse dictator Talaat Pasja een grootscheepse razzia van Armeense elites, eerst in Istanbul en daarna in de rest van het Osmaanse Rijk. De slachtoffers waren
Als het boze de wereld ontregelt dan raken mensen in verwarring. Kunnen ze vasthouden aan wat hen nog aan het veilige leven van voorheen bindt of is het zaak de vijand te confronteren? Dit is de vraag die in mijn onderzoek naar het Nederlandse openbaar bestuur onder de Duitse bezetting telkens weer naar boven kwam.
Zestig aangetekende brieven en honderdtweeënvijftig anonieme brieven aan Duitse instanties staan aangetekend op een lijst. Brieven waarin melding werd gemaakt van de verblijfplaats van joodse onderduikers, verzetsstrijders, radiobezit, zwarte handel of andere ‘illegale’ praktijken.
Nee, opscheppen wilde P.X. Olivier niet over zijn rol tijdens de bezetting, in ieder geval niet ten overstaan van de medewerkers van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RvO) die hem ondervroegen.
Exclusieve kaviaar, champagne in overvloed, de hipste livemuziek, interessante gasten en de mooiste vrouwen van de stad – ze waren allemaal te vinden op de bruisende feesten die de jonge, Iraanse diplomaat Abdol-Hossein Sardari (1914-1981) in het Parijs van 1940 organiseerde. De stad was, samen met de rest van Noord-Frankrijk, bezet door nazi-Duitsland.
Eelkje Timmenga-Hiemstra (1892-1971), een nuchtere Friezin, zette zich tijdens de Tweede Wereldoorlog in voor de gevangenen van Kamp Vught en hun familieleden. Dit deed zij niet alleen. Ze werkte samen met Charlotte van Beuningen-Fentener van Vlissingen en Loes van Overeem-Ziegenhardt. Timmenga-Hiemstra is de enige van deze drie dames naar wie geen straat vernoemd is, die geen onderscheiding heeft ontvangen en
In de maandelijkse rubriek Held van de Maand op de NIOD website en op Historiek presenteren NIOD-medewerkers helden uit de Tweede Wereldoorlog of uit andere perioden van massaal geweld in de twintigste eeuw. Dit keer geen held maar een discussiestuk, door NIOD-onderzoeker Peter Keppy. ‘Inflatie’ van helden Ik ben verschillende keren door de redactie benaderd om een kort verhaal te
Al voor de Tweede Wereldoorlog haalden zijn daden de kranten. Vooral in de politiekronieken figureerde zijn naam met enige regelmaat. De reputatie van Leopold Socha (1909-1946) was in het vooroorlogse Lviv allesbehalve smetteloos. Socha was een in winkeldiefstal en inbraken gespecialiseerde veelpleger die keer op keer in aanraking kwam met de Poolse justitie. Zelfs een bankoverval durfde hij aan, met
Emmy Andriesse (1914-1953) werd de fotograaf van de bezette stad toen zij tijdens de Hongerwinter de overlevingsstrijd in Amsterdam vastlegde. Andriesse fotografeerde de slijtageslag door letterlijk in te zoomen op versleten schoenen, het verzamelen van kolen, hout en voedsel, en de van voedselgebrek getekende gezichten.
Menno ter Braak en Anton van Duinkerken zijn twee van die namen uit de Nederlandse literatuur die al meteen na de bevrijding als ‘held’ bekend stonden. Hoewel ze niet vaak in één adem zo werden genoemd.