De politicus Herman Willem Daendels (1762-1818) is een bekende naam uit de Nederlandse Patriottentijd en de Bataafse Republiek. De regentenzoon leefde in een politiek-maatschappelijk uiterst turbulente tijd. Wie was Herman Willem Daendels?
Schrijver Multatuli (1820-1887) noemde het leven van Herman Willem Daendels kortweg ‘een drama’. Niet alleen mislukten veel van zijn politieke en militaire projecten, ook joeg Daendels met zijn zeer opvliegende karakter en sterk gebrek aan politieke tact voortdurend politici tegen zich in het harnas. Daendels deed vaak eerst iets en begon pas daarna te denken, zo verwoordde de illustrator en publicist Gijsbert Brand Hooijer (1848-1934) het in april 1898 in de periodiek Woord en Beeld.
Jeugd van Herman Willem Daendels
Herman Willem Daendels werd geboren in Hattem op 21 oktober 1762. Zijn vader was stadssecretaris in Hattem en exploiteerde en steenbakkerij aan de IJssel. In Deventer rondde Daendels de Athenaeum Illustre af. Deze school was opgericht door de predikant-dichter Jacobus Revius (1582-1658) vanuit een eerdere Latijnse School en kende onder meer beroemde alumni als Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1825) en Jacob Perizonius (1651-1715).
Hierna, vanaf 1781, studeerde Herman Willem rechten aan de Universiteit van Harderwijk, waar hij in april 1783 promoveerde op een werk getiteld De Compensatione. Vervolgens begon Herman Willem Daendels in Hattem een advocatenpraktijk.
Daendels als patriot: kapitein exercitiegenootschap en criticaster van het Oranjehuis
Daendels’ jonge jaren vielen nagenoeg samen met de Patriottentijd, waarbij patriotten kritiek leverden op stadhouder Willem V (1748-1806) en diens Oranjegezinde aanhang.
In de jaren 1780 werd Daendels actief als kapitein van een exercitiegenootschap. Dit waren vrijkorpsen of particulier georganiseerde militaire genootschappen die tussen 1783 en 1786 in de Republiek werden opgericht door de burgerij. Doel was om de burgers te oefenen in wapengebruik. De oproep om exercitiegenootschappen te stichten was gedaan door Joan van der Capellen tot den Pol (17541-1784) in diens beroemde pamflet Aan het volk van Nederland (1781).
Daendels was fel gekant tegen de grote invloed die de stadhouder had op de samenstelling van de vroedschap in Hattem (en andere plaatsen). Toen zijn vader overleed, in 1785, benoemde de stadhouder het jaar erop in Hattem niet diens zoon Herman Willem Daendels als schepen, maar een orangist. Daendels riep de Hattemers daarom op zelf te beslissen wie er in het stadsbestuur zou komen. Net zoals in Utrecht gebeurde, waar veel patriotten toetraden tot het stadsbestuur.
Toen na de aanhouding van Wilhelmina van Pruissen (1751-1820) bij Goejanverwellesluis op 28 juni 1787 Pruisische troepen naar Nederland kwamen om de patriotten aan te pakken, vocht Daendels met exercitietroepen mee tegen de Pruisische legers. De stadhouder herstelde zijn macht. Er volgden tal van veroordelingen, onder wie ook Herman Willem Daendels. Aanvankelijk werd hij ter dood veroordeeld, maar deze straf werd omgezet in levenslange verbanning. Hierop vertrok Daendels in 1788 naar Frankrijk.
De terugkeer van Daendels in 1792
Van 1788-1792 verbleef Herman Willem Daendels in het huidige Noord-Frankrijk (Parijs) en Vlaanderen. Aanvankelijk handelde hij in producten als kaas en tabak. Op 1 augustus werd Daendels aangesteld als officier van een Bataafs Legioen, dat de Fransen vanaf 1793 hielp de Republiek aan te vallen. In de jaren 1793 en 1794 vocht hij onder meer in Brabant en Limburg. In april 1794 werd Daendels brigadegeneraal in het leger van Jean-Charles Pichegru (1761-1804) en keerde hij terug in de Nederlanden.
Bij de staatsgrepen in de Bataafse Republiek in januari en juni 1798 speelde Daendels een sleutelrol. Om deze reden kreeg hij als bijnaam “Brutus”.
Op 27 augustus 1799 ontruimde Daendels Den Helder, waarop een Engelse vloot de stad kort erna zonder al te veel tegenstand kon innemen. Hierop werd Daendels als generaal vervangen en kon nog maar net de aanklacht van verraad omzeilen. In het najaar van 1802 was Daendels, die van 1800-1802 in Hattem verbleef met verlof, van plan een nieuwe staatsgreep te plegen. Hij raadpleegde daarom de jurist en ambassadeur (en latere raadspensionaris) Rutger-Jan Schimmelpennink, maar die wilde hier niet aan meewerken.
Daendels als Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië (1807-1811)
In 1807 benoemde koning Lodewijk Napoleon (1778-1843), de broer van Franse keizer Napoleon Bonaparte (1769-1821), Herman Willem Daendels tot Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië. Het jaar erop, begin januari 1808, arriveerde Herman Willem op Java, – na een lange reis via onder meer Lissabon, Marokko en New York – op Java. Zijn jaarlijkse salaris bedroeg 118.000 gulden (wat flink meer was dan zijn jaarsalaris van 12.000 als brigadegeneraal), met daarbovenop 80.000 gulden bedoeld om de reiskosten te dekken en het meereizende personeel te betalen.
Daendels begon met Java goed te verdedigen vanwege de dreiging van een Engelse invasie. Hij breidde het leger uit met duizenden Javanen, legde een legerroute aan (de Grote Postweg, die de reis tussen Batavia en Samarang terugbracht van 12 naar 4 dagen) en bouwde meerdere verdedigingswerken. Verder centraliseerde hij het bestuur, ging corruptie tegen en bezorgde ambtenaren een hoger salaris. Tenslotte trad hij scherp op tegen inlandse vorsten die zich niet aan het Nederlandse gezag wilden onderwerpen.
Tegen het einde van Daendels’ bestuur stond Java er financieel slecht voor. Het leger en bestuur hadden handen vol geld gekost, terwijl de Engelsen op zee de handel bemoeilijkten. Nadat het Koninkrijk Holland (1806-1810) was ingelijfd bij Frankrijk, riep keizer Napoleon Bonaparte Herman Willem Daendels terug naar Nederland. Napoleon benoemde Daendels tot generaal van een van zijn legerdivisies. Daendels ging onder meer mee op Napoleons veldtocht in Rusland in de jaren 1812-1814.
Laatste levensjaren
Nadat Napoleon uiteindelijk bij Waterloo verslagen werd, in juni 1815, vroeg Daendels de nieuwe koning Willem I (1772-1843) om een functie. In 1815 nog trad hij aan als Gouverneur-Generaal van de Nederlandse gebieden aan de Afrikaanse Goudkust. In 1816 begon Daendels hier te werken, maar met weinig succes. Feitelijk mislukte alles wat hij in Afrika deed. Hij kreeg in 1818 malaria en overleed op 2 mei 1818 bij Fort Elmina. Daar werd Daendels ook begraven.
Boek: Door gelijkheid gegrepen – Democratie, burgerschap en staat in Nederland 1795-1801
Bronnen ▼
Boeken
–Kroniek van de mensheid (1986), Elsevier, p.669
-Paul van’t Veer, Daendels: maarschalk van Holland (Bussum: Fibula-Van Dishoeck, 1983).
-F. van Anrooy en P. Gielissen (red.), Herman Willem Daendels 1762-1818. Geldersman, patriot, Jacobijn, generaal, hereboer, maarschalk, gouverneur: van Hattem naar St. George del Mina (Utrecht: Matrijs, 1991).
Internet
-https://www.parlement.com/id/vg09lmhvj1yx/h_w_daendels
-http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=daen003
-https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/31262/herman-willem-daendels-1762-1818.html