In 2010 liep in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Belgiƫ in Brussel een tentoonstelling over het Symbolisme in Belgiƫ.
De tentoonstelling schetste aan de hand van meer dan tweehonderd werken een volledig overzicht van de evolutie van deze laat negentiende-eeuwse kunststroming. Naast enkele voorname protagonisten van deze “fin-de-siĆØcle” kunst, zoals Felicien Rops (1833-1898), Leon Spilliaert (1881-1946), Fernand Khnopff (1858-1921), George Minne (1866-1941) en Jean Delville (1867-1953), belichtte deze expositie ook de buitenlandse invloeden, zoals onder meer de kunst van de prerafaĆ«lieten.
Het symbolisme was initieel een louter literaire stroming die omstreeks 1880 uit Frankrijk overwaaide. De term werd voor het eerst gebruikt door Jean MorĆ©as (pseudoniem voor Jean Papadimantopoulos 1856-1910) toen hij in de ‘Figaro littĆ©raire’ zijn Manifest symboliste liet verschijnen. MorĆ©as wou met zijn artikel een lans breken en stelde dat een nieuwe vorm van poĆ«zie en proza met een abstracte weergave van een idee het eigenlijke idee perfect kon uitdrukken en weergeven.
Mede als reactie op het impressionisme en het realisme deinde dit ideeƫngoed heel snel uit naar de artistieke wereld en lieten zowel beeldhouwers, schilders en andere kunstenaars zich niet onbetuigd om via allerlei symbolen en beelden de verborgen betekenis van het materiƫle te duiden. Door in hun kunst gebruik te maken van allerlei metaforen, esoterische, spirituele en soms zelfs pornografische beeldende vormgevingen, slaagden zij erin een feeƫrieke en verfijnd geheel te creƫren.
Enkele protagonisten uitgelicht:
Jean Delville
Delville werd op latere leeftijd Ć©Ć©n van de belangrijkste vertegenwoordigers van het Symbolisme. Zijn hele oeuvre is doordrongen van occult en theosofisch esoterisme. Zijn allegorische benadering hiervan uit zich bijvoorbeeld ten volle in zijn schilderij De engel der schitteringen.
In dit werk is op de voorgrond een man te herkennen, bevrijd van zijn aardse ketenen en die als het ware opgezogen wordt door een op vrij maniƫristische wijze weergegeven vrouwelijke engel die wordt afgebeeld tegen een mysterieuze nevelige achtergrond.
Felicien Rops
Rops kan terecht een heus buitenbeentje genoemd worden. Als graficus, schilder en karikaturist hekelde hij als overtuigde libertijn in zijn prenten, gravures en werken zowel de Kerk als instituut, maar ook de kleinburgerlijke maatschappij en haar hypocrisie. Zijn werk wordt merendeels getypeerd door een satanische en soms zelf licht pornografische inslag waarbij Rops de voor die tijd seksuele taboes geenszins schuwde.
Zowat het allerbekendste werk van Rops is ongetwijfeld De dame met het varken of Pornocrates. Hiermee wou hij op zijn eigen ietwat eigenzinnige wijze de vrouw uitbeelden als een verleidelijk aards en mysterieus paradijselijk wezen, dat zich echter tezelfdertijd ook laat leiden door een zwijn, symbool voor onreinheid en waarmee Rops een verwijzing maakt naar de vleselijke lusten. Daarnaast illustreerde hij veelvuldig het werk van bekende negentiende-eeuwse auteurs zoals onder meer Charles Baudelaire en Alfred de Musset waardoor hij de geschiedenis is ingegaan als de meester-illustrator van de onverbloemde erotiek.
In Namen, de hoofdstad van de gelijknamige Belgische provincie en geboorteplaats van Felicien Rops, kan men een museum bezoeken dat al bij al ongeveer drieduizend prenten, etsen, gravures, illustraties en tekeningen van deze kunstenaar aan het grote publiek ten toon stelt.
Praktische informatie: www.museerops.be
Fernand Khnopff
Ook Khnopff gebruikt in zijn werken vaak de vrouw als thema ter belichting van het dualisme en de dubbelzinnigheid van de wereld. Soms beeldt hij vrouwen uit als verleidster, muze of āfemme fataleā, soms als een vreemd ogend androgyn wezen, waardoor uit zijn meeste werken een bevreemdend en uiterst mysterieuze sfeer de overhand neemt.
Khnopffās beroemdste werk is zonder enige twijfel De liefkozingen, daterend uit 1896. Hierin brengt hij het klassieke thema uit de Griekse mythologie tot leven van Oedipus en de sfinx die zich liefdevol tegen hem aanvlijt. Tegelijkertijd brengt het werk de toeschouwer in vervoering omwille van het fantasielandschap dat als achtergrond fungeert om de symbolische tweestrijd van macht, overheersing en verleiding weer te geven tussen man en vrouw.
George Minne
Als gewezen leerling van Charles Van Der Stappen (zie artikelen Het witte goud in de kunst en Jubelpark, beelden en gebouwen) verwerkt Minne in zijn werken voornamelijk het thema van ascetische jongeren. Zijn bekendste werk is de Knapenfontein, ook soms vermeld als De fontein der Geknielden waarvan een bronzen versie te zien is naast āKlokke Roelandā aan het Belfort te Gent. Gentenaars noemen het beeld ietwat oneerbiedig De vijf pissers.
Van deze beeldengroep staat trouwens eveneens een bronzen versie opgesteld in de tuin van het parlementsgebouw in Brussel. Tevens siert op het Sint Petrus Banden kerkhof in Den Haag een andere versie van George Minneās āknapenfonteinā het graf van de Nederlandse zanger en cabaretier Robert Long.
Leon Spilliaert
Spilliaert kan terecht gerekend worden tot een vermaard kunstschilder en tekenaar binnen het Belgisch Symbolisme. Zijn aquarels, gouaches, pastel- en potloodtekeningen zijn typerend voor hem, maar sluiten qua stijl eveneens reeds gedeeltelijk aan bij het latere surrealisme. Als geboren Oostendenaar zocht hij zijn inspiratie vaak dicht bij huis. Hij liet zich inspireren door de kleuren van de zee, de vissersvrouwen op de kade, de Venetiaanse Gaanderijen en maakte een ongebreideld gebruik van zelden geziene lichtinvallen en kleurvakken. Tot zijn bekendste werken behoren Vrouw op de zeedijk (1907), Vertigo (1908) en De oversteek (1913).
Een artikel over het Belgisch Symbolisme, ook een vrij kort als dit, zou toch onvolledig zijn, indien de literaire kant van dit onderwerp met een figuur als Maurice Maeterlinck (1862-1949) niet eventjes onder de loepe zou genomen worden. Deze Gentse dichter en essayist ontving in 1911 de Nobelprijs voor Literatuur. Maeterlinck wordt algemeen beschouwd als een der grondleggers van het literair Symbolisme in BelgiĆ«. Een van zijn meest indringende werken is La vie des termites (vertaald als āHet leven van de termietenā), waarbij hij als het ware op een symbolische wijze een maatschappelijke parallel trekt tussen het leven in een termietenkolonie en het communistisch socio-maatschappelijk bestel.
Bron: āScience Connection Nr 29 jaargang 2010ā, een uitgave van het Federaal Wetenschapsbeleid van BelgiĆ«