Dark
Light

Het dramatische jaar 1914

4 minuten leestijd
Het dramatische jaar 1914 (detail cover)
Het dramatische jaar 1914 (detail cover)

De komende vier jaar verschijnen bij Uitgeverij Aspekt in Soesterberg veel originele publicaties over de Eerste Wereldoorlog, die dikwijls ook een link leggen met Nederland. Voorbeelden hiervan zijn diverse provinciale bronnenboeken, de serie Kroniek 1914-1918 (een uitgave van de SSEW, Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog) en in oktober 2014 de bundel De kogel door de kerk? Het Nederlandse christendom en de Eerste Wereldoorlog, 1914-1940.

Keizer Wilhelm II
Keizer Wilhelm II
Naast specifieke aandacht voor Nederland komen ook de oorlogvoerende landen vanuit het relatief neutrale perspectief van Nederlandse historici aan bod. Exemplarisch hiervoor is Het dramatische jaar 1914. In de serie “Het dramatische jaar…” verschijnen tot 2018 vijf delen, congruent aan het oorlogsjaar een eeuw eerder.

De bundel Het dramatische jaar 1914 staat onder redactie van de historici Henk van der Linden en Perry Pierik. De redacteuren hebben de beste, bij Uitgeverij Aspekt verschenen artikelen over het oorlogsjaar 1914 verzameld en deze gebundeld.

Duitsland en Wilhelm II geen hoofdschuldigen


In het eerste artikel, dat als enige speciaal ter gelegenheid van deze bundel is geschreven, betoogt de bekende WO I-historicus Hans Andriessen op een overtuigende manier dat wie de bronnen goed analyseert, feitelijk niet kan volhouden dat Duitsland de ‘hoofdschuldige’ van de Eerste Wereldoorlog was. Uit diverse documenten blijkt dat Rusland geen defensieve strategie voerde, maar al vanaf 1909 meende dat een oorlog met Duitsland onvermijdelijk was. Andriessen:

“De conclusie moet zijn dat Rusland definitief tot oorlog besloot toen het in 1914 tot mobilisatie overging en alle diplomatieke activiteiten daarna hadden geen enkele betekenis meer en moeten slechts gezien worden als ‘vertragingstactieken’.” (22)

Verder stipt Andriessen in zijn tweede artikel onder meer het wijdverbreide misverstand aan dat keizer Wilhelm II in persona de hoofdschuldige van de oorlog was door het ondertekenen van de blanco cheque aan Oostenrijk-Hongarije. Volgens de Duitse constitutie had de keizer helemaal niet de bevoegdheid om dit te doen:

“Het was de Rijkskanselier en dus de Duitse regering die het besluit officieel bevestigde en haar steun uitsprak om Oostenrijk-Hongarije bij te staan ingeval van een gewapend conflict met Rusland.” (26)

De overige artikelen zijn herdrukken uit de serie De Grote Oorlog. Kroniek 1914-1918, dat onder auspiciën staat van de SSEW, of uit eerdere boeken van uitgeverij Aspekt over de Eerste Wereldoorlog. Er zitten verscheidene interessante bijdragen tussen. Ter illustratie twee voorbeelden: een stuk over het Von Schlieffenplan en een ander over de Slag om Luik.

Von Schlieffenplan: verstrekkende gevolgen

Luitentant-kolonel Joop Buitenhuis schrijft uitvoerig over de totstandkoming van het Duitse Von Schlieffenplan en de uitvoering daarvan bij de uitbraak van de oorlog. Uiteraard krijgen ook de ingrijpende wijzigingen van het plan door Helmuth von Moltke, die Von Schlieffen in 1906 als generaal opvolgde, de nodige aandacht. Buitenhuis schrijft over deze wijzigingen:

“Op het gebied van strategie had Von Moltke niet de kwaliteiten van zijn voorganger. Hoewel hij de grondgedachte van het Von Schlieffenplan handhaafde, zoals de zeer sterke rechtervleugel, bracht hij een aantal wijzigingen erin aan dat zó ingrijpend was dat de essentie van het oorspronkelijke plan ernstig werd aangetast (…) De eerste, niet onbelangrijke verandering was zijn besluit om de neutraliteit van Nederland te respecteren. Hierdoor werd voorkomen dat de oprukkende rechterflank tijdens de opmars door België door Nederlandse troepen zou worden aangevallen. Bovendien speelde het handhaven van een neutraal Nederland de Duitse economie in de kaart: Duitsland behield hierdoor een ‘Luftrohr’, dat wil zeggen de mogelijkheid om essentiële goederen via de neutrale Nederlandse havens te importeren en te exporteren. Dit besluit had echter verstrekkende gevolgen voor het 1ste en 2de Leger. Deze moesten nu beide in de regio Aken worden geconcentreerd, wat grote logistieke en transportproblemen opleverde.” (138-139)

Naast deze militair-tactische fouten, zorgde het herziene plan van Von Moltke ervoor dat door troepenverplaatsingen de rechtervleugel verzwakt werd, wat grote gevolgen had omdat de opmars van de Duitsers hierdoor moeizamer werd en door de gebrekkige reserves niet vanuit België doorgestoten kon worden naar Parijs. Maar dat zou pas in augustus en september 1914 blijken.

Slag om Luik: Dikke Bertha’s

De Slag om Luik vond in drie fasen plaats tussen 4 en 15 augustus 1914 en eindigde in een Duitse overwinning. De eerste fase, die de Duitsers Operation Handstreich noemden, bestond uit een aanval van 24.000 Duitse soldaten. Zij slaagden er echter niet in tussen de forten door te komen en de stad te bezetten om daarna de forten tot overgave te dwingen.

De tweede fase van de slag, van 7 tot en met 12 augustus, bestond uit een Duitse belegering van de stad. De stad werd omsingeld en met artillerie bestookt. Intussen wachtte het Duitse leger geduldig op de aankomst van zijn geheime wapen: de ‘Dikke Bertha’, een belegeringsgeschut met 42 cm mortieren, die granaten van 1160 kilo kon afschieten over een afstand van 12 kilometer. Toen de Dikke Berha’s op 13 augustus aankwamen, hadden de Duitse binnen enkele dagen twee van de vier Luikse forten vernietigd, waarna de andere forten zich overgaven. De Dikke Bertha’s waren lomp en weinig mobiel, maar vanwege de grote slagkracht wel nuttig om vijandelijke stellingen te vernietigen en zo de vijand tot overgave te dwingen.

NOT

Het dramatische jaar 1914
Het dramatische jaar 1914 en de uitbraak van de Grote Oorlog
Naast de zojuist genoemde artikelen bevat de bundel stukken over onder meer de gevolgen van de Frans-Pruisische oorlog (1870-1871) in relatie tot de Eerste Wereldoorlog), de eerste slag bij de Masurische Meren (in Pruissen aan het Oostfront, bij de grens met Rusland) en de Nederlandse Overzee Trustmaatschappij (NOT). De NOT was een in november 1914 opgerichte handelsmaatschappij, die de juiste economische beslissingen diende te nemen in het kader van de Nederlandse neutraliteitspolitiek.

Boek: Het dramatische jaar 1914 en de uitbraak van de Grote Oorlog

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

×