Wanneer het de Gouden Eeuw betreft zijn de meeste lezers ongetwijfeld bekend met de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en haar activiteiten ten oosten van Kaap de Goede Hoop. Als een van de meest succesvolle bedrijven ooit exploiteerde het een groot en vruchtbaar gebied. Maar naast welvaart bracht de VOC ook onderdrukking en uitbuiting van lokale bevolkingsgroepen met zich mee.
De WIC in Brazilië
Minder bekend zijn de activiteiten van de West-Indische Compagnie (WIC). Dit bedrijf was opgericht in 1621, aan het einde van het Twaalfjarig Bestand, een tijdelijke onderbreking van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). De WIC richtte zich op de scheepvaart tussen grof gezegd West-Afrika en het Amerikaanse continent. Daarmee bevond het zich in directe competitie met Spanje en Portugal. Dat was een bewuste keuze: de WIC was expliciet in het leven geroepen om de aandacht van Spanje af te leiden van de Republiek zelf.
In Brazilië veroverde de WIC enkele delen van het door de Portugezen bezette grondgebied. (Portugal werd tot 1640 door Spanje overheerst, waardoor men spreekt van de zogenaamde Iberische Dubbelmonarchie.) In Brazilië kwam het vaak tot een bloedig treffen, waarbij soms de Nederlandse Republiek en soms de Spanjaarden/Portugezen de overhand kregen. Zo veroverde de WIC in juni 1621 de stad Salvador aan de Allerheiligenbaai, om haar in april 1625 weer te verliezen.
Over de schermutselingen in Brazilië tussen Nederland en de Spanjaarden en Portugezen verschijnt bij Primavera Pers in Leiden deze week een boek. Bahia, Recief en ander ongerief: Het einde van het Nederlandse Tijdperk in Brazilië is een vertaling en bewerking van een tekst geschreven door de Portugese admiraal Francisco de Brito Freire, die persoonlijk een rol heeft gespeeld in de strijd tussen de Republiek en de Spanjaarden/Portugezen. De Nederlandse versie van de tekst is verzorgd door Benjamin N. Teensma, romanist en lusitanist.
Voor het eerst is hiermee een versie van deze Portugese tekst beschikbaar gemaakt voor het Nederlandse publiek. Het is bijzonder interessant om de strijd in Brazilië te zien door de ogen van een Portugese schrijver uit die tijd. Met duidelijk genoegen bericht hij bijvoorbeeld bij de meeste schermutselingen dat er onder de Nederlanders in de regel veel meer doden en gewonden vallen dan onder de Portugese en Spaanse troepen, die onder andere beter bestand zijn tegen het klimaat en de omstandigheden van het Braziliaanse oerwoud.
Daarnaast bevat het relaas van De Brito Freire een groot aantal interessante karakterschetsen. De lof of kritiek van de auteur is daarbij niet afhankelijk van de partij waarvoor de betreffende persoon werkzaam was. Zo komt bijvoorbeeld aan de Nederlandse zijde de Poolse bevelhebber Christoffel Artichevski er in de regel goed vanaf: De Brito Freire beschouwt hem als een geduchte, intelligente tegenstander. Daarentegen wordt de Napolitaanse graaf Bagnuoli, die aan de kant van de Iberische Dubbelmonarchie werkzaam was, afgeschilderd als een angsthaas die de ene na de andere verkeerde beslissing neemt.
Johan Maurits
Ook de momenteel controversiële figuur van Johan Maurits vervult een rol in deze geschiedenis van de WIC in Brazilië. Hij arriveert in 1637 aan het hoofd van een leger van 6.000 man. Zijn aanwezigheid daar werd toentertijd in Nederland bewierookt: hij zou als “Humanistisch Vorst in de Tropen” hebben geregeerd. De Brito Freire is echter zeer kritisch over hem. Uit jaloezie zou hij bijvoorbeeld de eerder genoemde (en geroemde) Artichevski buiten spel hebben gezet.
De tekst van De Brito Freire breekt af na het beschrijven van de gebeurtenissen in april/mei 1638, maar het is dan al duidelijk dat de Nederlanders moeite zullen hebben zich in Brazilië te handhaven. De verdere geschiedenis wordt door Benjamin Teensma kort samengevat in het boek. In 1640 weet Portugal zich los te maken van de Iberische Dubbelmonarchie en sluit kort daarop een vredesverdrag met de Republiek, dat echter door de WIC wordt genegeerd. In 1645 komen de Luso-Brazilianen, die lang niets van de WIC moesten hebben, in opstand. De strijd woedt een aantal jaren, met als centrum de enclave Recife (door de Nederlanders ook Recief genoemd). Na verschillende nederlagen te hebben geleden wordt in 1653 de haven van Recife geblokkeerd door een vloot onder het commando van De Brito Freire zelf. Op 26 januari 1654 wordt Recife overgegeven aan de Luso-Brazilianen. Daarmee komt er een einde aan de Nederlandse ambities in Brazilië.
Boek: Bahia, Recief en ander ongerief
Lees ook: Nederlands-Brazilië (en het begin van de Nederlandse slavenhandel)