Johan Maurits van Nassau-Siegen voerde het bewind over de kolonie van de West-Indische Compagnie (WIC) in Noordoost-Brazilië. Tussen 1637 en 1644 breidde hij het compagniesgebied uit tot de Goudkust en Angola, de regio’s die de slaven leverden voor de Braziliaanse suikerplantages. Hij liet ook zijn geleerden en kunstenaars de multi-etnische bewoners beschrijven en afbeelden.
De mondiale dekolonisatie is een verschijnsel dat ongeveer twee eeuwen in beslag nam. Landen en gebieden die eerder door met name Europese grootmachten waren gekoloniseerd, kregen hun soevereiniteit terug. Hoe verliep dit proces richting politieke zelfstandigheid in hoofdlijnen?
Het Mauritshuis in Den Haag start een groot onderzoek naar zijn naamgever: Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679), gouverneur-generaal van de kolonie Nederlands-Brazilië. In de zeventiende eeuw was hij nauw betrokken bij de trans-Atlantische slavenhandel.
De munt werd in 1646 geslagen in de toenmalige kolonie Nederlands-Brazilië. In 1645 en 1646 sloeg muntmeester Pieter Janssen Bas vierkante goudstukken van 12, 6 en 3 gulden.
Wanneer het de Gouden Eeuw betreft zijn de meeste lezers ongetwijfeld bekend met de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en haar activiteiten ten oosten van Kaap de Goede Hoop. Als een van de meest succesvolle bedrijven ooit exploiteerde het een groot en vruchtbaar gebied. Maar naast welvaart bracht de VOC ook onderdrukking en uitbuiting van lokale bevolkingsgroepen met zich mee.
Amsterdamse media droegen in belangrijke mate bij aan de opkomst en ondergang van de zeventiende-eeuwse kolonie Nederlands-Brazilië.
In het Noord-Hollands Archief in Haarlem zijn 34 geheel onbekende tekeningen ontdekt van Frans Post (1612-1680). De tekeningen zijn gemaakt in Nederlands-Brazilië.
Nederlands-Brazilië was van 1630 tot 1654 een Nederlandse kolonie in Zuid-Amerika, het huidige Brazilië. Werd geleid door Johan Maurits van Nassau-Siegen.
Geert Heijmeijer, geestelijk vader van Holambra, de boerennederzetting die halverwege de vorige eeuw door Nederlanders werd gesticht in Brazilië.
In een rammelend stuk reageert Piet Emmer op mijn blog op Historiek over hoe de slavernij-achtergrond van Johan Maurits van Nassau-Siegen gewist is uit het PR- en educatieve materiaal van het gerenoveerde Mauritshuis.
Kritisch bronnenonderzoek en kennisname van de literatuur zouden hebben verhinderd dat Özdil Johan Maurits zou hebben beschuldigd over de rug van Afrikaanse slaven rijk te zijn geworden. Als er iemand rijk is geworden van de slavenarbeid in Nederlands Brazilië dan waren dat de – meestal Portugese – eigenaren van suikerrietvelden en suikermolens.
Elk spoor van de slavernij-achtergrond van dit gebouw is zorgvuldig gewist. Waarom staat het bijvoorbeeld nergens op de officiële website van het Mauritshuis?
Momenteel werken twee enthousiaste documentairemakers, historicus/freelance journalist Arjan van Westen en Monique Schoutsen, aan de totstandkoming van een documentaire over een groep Zeeuwse emigranten in Brazilië in de negentiende eeuw. Via crowdfunding proberen ze voldoende geld bijeen te krijgen om het project op te starten.