Zowat halfweg tussen Brussel en Halle midden in het licht glooiende Vlaams-Brabantse landschap ligt de gemeente Beersel. Door zijn strategische ligging op een helling in de vallei van de kronkelende Zenne was het de gedroomde locatie om er een burcht te bouwen dewelke Brussel moest beschermen tegen het al te opdringerige graafschap Vlaanderen en Henegouwen. Het verhaal van het kasteel van Beersel.
De ontstaansgeschiedenis of de saga van een geslacht

Enkele decennia later, in 1363 om precies te zijn, treedt Jan II van Witthem in het huwelijk met Maria van Stalle, enige dochter van Jan van Stalle en Elisabeth van Hellebeke. Hun nakomelingen zouden zeven generaties lang, tot het einde van de zestiende eeuw, de absolute heersers over het domein blijven. Daarenboven waren de Heren van Witthem graag geziene gasten bij het hertogelijke hof. Niet verwonderlijk want Jan II van Witthem was een kleinzoon van Jan II, hertog van Brabant.

Maximiliaan kon echter de revolte bedwingen en verplichtte de Brusselaars om het kasteel opnieuw op te bouwen. In 1491 werd de toenmalige burchtheer van Beersel, Hendrik III van Witthem, verheven tot ridder in de Orde van het Gulden Vlies en later zelfs aangesteld als kamerheer van Karel V. Hendrik overleed in 1515 en werd opgevolgd door zijn zoon Filips, en toen in 1591 diens kleinzoon overleed, verdween tegelijkertijd de laatste mannelijke telg van het geslacht van Witthem.

De burcht van naderbij bekeken

De drie uit bruinachtige zandsteen opgetrokken halfronde torens, voorzien van schietgaten vormen samen met de bakstenen weermuren als het ware de ruggengraat van het verdedigingsstelsel. Uiteraard kon de toegang vanuit de oever snel afgesneden worden door een ophaalbrug en valhek.
Eind achttiende eeuw treedt echter langzamerhand het verval in en toen enkele decennia later het slot als katoenfabriek werd gebruikt ging het pijlsnel bergafwaarts in zoverre zelfs dat de Franse schrijver en dichter Victor Hugo er volgend vers over schreef:
“Daar in het dal ligt het vereenzaamde kasteel
De laatste kik stierf uit in dit perceel
En elk uur van de dag valt een steen
Van zijn sombere kantelen naar beneen.”
Gelukkig werd tijdig ingegrepen en medio twintigste eeuw werd gestart met een restauratieproject van deze eens zo prestigieuze waterburcht, waardoor de bezoeker nu de kans krijgt om het slot te bezoeken zoals het tegen het einde van de vijftiende eeuw er moet hebben uitgezien.
Lees ook: Kasteel Reinhardstein – Hoogteburcht in de Ardennen
Boek: Burchten & kastelen