Op vrijdag 23 augustus 1918 schreven de Indische kranten over een dessa-drama. De heer Van Amerongen was achtereenvolgens uitgescholden, gestenigd, gestoken en vervolgens gestorven. Reden genoeg voor ontzetting, maar de koloniale kranten reageerden merkwaardig laconiek. Hoe kon dat?
Het was de Preanger-Bode die de term “dessa-drama” in de wereld hielp. Zoiets was een kwestie van tijd geweest vond de krant evenals het Soerabaiasch Nieuwschblad, want de tijden waren er bepaald naar. De aanleiding voor dit drama lag in het vermoeden van de heer Van Amerongen dat er gestolen ketella (cassave) verkocht werd in de pasar. Hij ging op onderzoek. De krant beschreef de eerste akte van het drama als volgt:
“De heer v. A., employé van de firma Apcar en Co., had een gegrond vermoeden, dat veel van zijn gestolen ketella op den passer te Sambi werd verkocht; hij wilde zich hiervan zekerheid verschaften om zoo mogelijk de daders aan de politie over te laveren. Dezer dagen begaf hij zich met dat doel naar genoemden passer, later gevolgd door zijne echtgenoote, die blijkbaar reeds te voren van dit in te stellen onderzoek een of ander onheil verwachtte.
Bij het doen van navragen aan een vrouw, die met een hoeveelheid ketella op den passer zat, werd hij op zoo’n onhebbelijke wijze door haar te woord gestaan, dat hij zijn drift niet meester kon blijven en haar een klap gaf. Dit was natuurlijk zeer verkeerd, de tijden zijn er niet meer naar om zijn handen uit te steken; deze klap was de aanleidende oorzaak van het daarop gevolgd tumult, een welkome gelegenheid voor een paar raddraaiers, die nooit bij een oploopje ontbreken, om deze nog wel bij te leggen zaak op een bloedbad aan te sturen.
Spoedig liep men te hoop, het regende scheldwoorden en een oogenblik later ook steenen, waardoor de heer v. A. en zijn vrouw gewond werden en hen tot retireeren noopte; ter waarschuwing loste v. A een schot in de lucht.”
Ja, dat was nou onverstandig. De klap. Dat schot. De echtgenote was niet zomaar haar man gevolgd: ze wist waarschijnlijk dat hij driftig was en wellicht ook dom. Want de krant schreef het correct op: ‘de tijden zijn er niet meer naar.’ De tijden van de koloniale overheerser waren geteld, zeker in de ogen van de opkomende nationalistische beweging. Daar had men liever vandaag dan morgen onafhankelijkheid van Nederland, terwijl in Nederland daarvoor wel enige ontvankelijkheid bestond, maar bepaald geen plan met een tijdpad. Wie zich in de kolonie gedroeg als driftkop met het recht om naar eigen inzicht lijfstraffen uit te delen – zoals de klap – kreeg met consequenties te maken. De ‘Inlanders’ waren niet meer zo volgzaam. Van Amerongen had het moeten weten, al was het alleen maar, zoals de krant meldde, dat zijn collega’s gewapend hun werk op de ondernemingen verrichten. Het natuurlijk veronderstelde gezag bleek ontoereikend.
De tweede akte van het dessa-drama verliep als volgt:
“Terzelfder tijd kwam dr. B. op een motor, lorrie van één der in de buurt liggende suiker-ondernemingen den passer Sambi voorbij, waar hij, het tumult ziende, direct stopte. Het gevaar ziende, waarin de aangevallenen en ook hij zelf verkeerde, stelde hij voor, zoo spoedig mogelijk met de motor lorrie zich in veiligheid te brengen. En of het zoo moest, bij de pogingen om te vluchten brak de ketting de overbrengende beweging en daar stonden zij nu. Men trachtte de menigte tot kalmte te brengen, doch dit mocht niet baten; men drong steeds op, de heer v. A. verwondde nog iemand met een schot, doch men deinsde niet af.
In het daarop gevolgd handgemeen verloor v.A zijn revolver en kreeg met een kris een levensgevaarlijken steek. En eensklaps deinsde toen de menigte af, zich tevreden stellende met slechts één offer.”
Zo was het kennelijk: er moest bloed vloeien, iemand moest boeten voor de belediging en de vernedering van de klap, en die iemand was Van Amerongen. Dr B. wist hem en de echtgenote naar het ziekenhuis te brengen. Voor haar op tijd, voor hem te laat. Van Amerongen stierf. Het koloniaal gezag wist uit de woedende menigte feilloos de moordenaar te traceren die opgepakt werd, en dat was het de laatste akte van het drama…
“hetwelk nog betrekkelijk minder ernstig is afgeloopen dan het zich aanvankelijk liet aanzien.”
Er stond nog net niet: eigen schuld, stommeling.
Vilan van de Loo werkt aan een biografie van Van Heutsz. Gratis ebook ontvangen? Informatie op: www.vanheutsz.nl
Meer artikelen uit deze rubriek
Overzicht van boeken over Nederlands-Indië